Lerarentekort: eerst maar eens investeren

Foto: by mikhail nilov via pexels.

Er ontbreekt naar mijn idee iets in het opiniestuk dat de Utrechtse hoogleraar Duits Ewout van der Knaap een anderhalve week geleden in NRC publiceerde. Dat stuk gaat over de dreigende situatie bij met name de universitaire opleidingen Frans en Duits, een situatie van verdere verschraling van de opleidingen, en dat in een tijd dat er schreeuwende lerarentekorten zijn voor – onder andere – deze twee zo belangrijke talen.

“Ligt het aan de verengelsing van het hoger onderwijs,” vraagt Van der Knaap zich af in zijn stuk over de oorzaken van het lerarentekort, “het toegenomen aanbod aan studierichtingen die veelal breed van aard zijn, de overheidsprikkels voor beta-studierichtingen (‘Kies exact’)?” Maar hij vergeet volgens mij een heel belangrijke factor: de omlaag gekelderde status van het leraarschap, waar heel weinig aan gebeurt. De salarissen zijn iets bijgesteld, maar nog steeds proberen scholen weg te komen met een zo laag mogelijk startsalaris en ook proberen ze anderszins niet echt om het vak aantrekkelijker te maken.

Het probleem begint al bij de opleidingen, maar dat heeft niet met de inhoud te maken. Ik geef college in de Nijmeegse educatieve master, en met name studenten die een beetje een omweg hebben genomen naar het leraarschap door eerst iets anders dan Nederlands te zijn gaan studeren, betalen het volle pond aan college- en andere gelden – en van zulke studenten zullen we het echt moeten hebben. Die mensen zetten zich al meteen in voor de school waar ze stage lopen maar moeten daarnaast soms nog allerlei bijbaantjes aannemen. Dan moet je wel heel veel liefde hebben voor het vak.

Daar komt bij dat veel jonge, idealistische leraren door alle werkdruk en problemen het ook niet bolwerken en na een paar jaar weer vertrekken.

Geen uitweg

Ik zou zeggen: voor je begint allerlei drastische aanpassingen te doen in het academische onderwijsprogramma om zo zogenaamd de studie aantrekkelijker te maken: suggereer niet dat de lerarentekorten de schuld zijn van de universitaire opleidingen, maar zorg eerst dat aan randvoorwaarden is voldaan om het vak aantrekkelijk te maken. Stel geld beschikbaar om studenten die kiezen voor een educatieve master vrij te stellen van gigantische eigen bijdragen. Zorg ervoor dat ze daarna goed kunnen landen in een nieuwe baan, met voorwaarden zoals die ook elders gelden voor hoger opgeleiden. En zorg dat ze zich prettig voelen in de klas, dat ze hun idealisme bijvoorbeeld ook uit kunnen leven, kunnen blijven studeren en mooie lessen in elkaar kunnen zetten.

Nu lijkt het erop dat het probleem van het lerarentekort wordt gelegd bij de universitaire opleidingen. Omdat die niet genoeg doen aan ‘humane AI’ of iets dergelijks, komen de studenten niet, en daardoor zijn er nu te weinig leraren. De maatregelen die vervolgens genomen worden om de studies aantrekkelijker te maken mogen vervolgens ook eigenlijk geen geld kosten terwijl ze wel extra werk zijn. Dus ook in de opleidingen treedt onherroepelijk verschraling op – en geen uitweg uit de huidige problemen, maar eerder een verslechtering.

Selecteren

Ik kan me eigenlijk geen inhoudelijke aanpassing van de collegeroosters voorstellen die het lerarentekort gaat oplossen. Sterker nog, het lijkt me allemaal uiteindelijk een vorm van academische verdeel-en-heers-politiek die de feitelijke problemen buiten schot laat. Er komen cursussen Frans en Duits in brede bachelors, maar waarom die studenten dan ineens zo dwaas zouden zijn om tegen zulke onaantrekkelijke voorwaarden te kiezen voor het lerarenvak, wordt niet duidelijk.

En op termijn alleen maar erger maakt, want verborgen onder dit alles zit het idee dat universitair docenten Frans en Duits (en Nederlands) in ‘brede bachelors’ colleges gaan geven, en zo zieltjes werven onder de studenten van die brede bachelors om wel een educatieve master te doen en alsnog leraar Frans te worden. Breder openstellen van de educatieve masters kan het vak onmogelijk meer prestige geven.

Nee, wat nodig is, is dat het qua status en geld aantrekkelijker wordt om te kiezen voor het leraarschap en dat we daarom uiteindelijk inhoudelijk juist strenger kunnen zijn, en selecteren. Wat nodig is, is een brede coalitie van lerarenverenigingen, academici en politici die samen duidelijk maken dat deze verschraling gestopt moet worden. Dat elementaire kennis van de grote buurtalen essentieel is voor iedereen, dat we daar goede docenten voor nodig hebben, specialisten, die zich niet hebben laten afschrikken door financiële obstakels maar zich vervolgens wel vol liefde en aandacht zijn gaan inzetten voor een prachtig vak.

Reacties (1)

#1 beugwant

Los van de organisatorische en toetsende (wie de turvende droogstoppels en dorknopers het beste bedient, wint) zijn we ook nog niet af het financiële aspect, zoals een misverstand dat met de derde geldstroom kwam, en waardoor men onderwijsinstellingen als winstgeoriënteerde bedrijven wilde of moest managen.

Nog niet eens zo gek lang geleden had de politiek het over een Nederlandse kennismaatschappij. Die -blijkt nu achteraf- niemand meer kan betalen.
Waarom is iets bijleren in Nederland zo godvergeten duur en in de praktijk alleen nog voorbehouden aan personeel van grote bedrijven die die kosten kunnen wegboeken?
Voor menige cursus die ik in België heb gevolgd en volg, zou ik in Nederland makkelijk het tienvoudige betalen en dat ‘chanante’ fiasco van het STAP-budget maakt het er ook niet beter op.
Wie een vak wil leren waar een tekort aan is of dreigt, die moet je niet afschrikken, maar in de watten leggen. Zo briljant hoeft je toch niet te zijn om in dat te zien?
Een verandering van koers zal altijd de profiteur van dienst geld kosten, de vraag is of ‘ze’ in Den Haag nou zo stom zijn of geen ruggengraat hebben, als die profiteur (doorgaans met kul-argumenten) komt jammeren.
Dat geldt voor het natuur/stikstof-beleid, dat geldt voor de zorg, dat geldt voor het onderwijs: kortom alles waarvan het product niet in klinkklare munt is uit te drukken, en waarvoor die dorknopers dus iets verder moeten kijken dan hun kasboekje. (Iets met visie.)