Loveboat naar ons Indië

In de roman De passagiers van ‘De Rembrandt’ (1919) van Thérèse Hoven (1860-1941) is een verpleegster openlijk uit op een one-nightstand. Ze manipuleert een knappe officier naar een afgezonderde ruimte, maar als blijkt dat hij verliefd is op een ander wordt ze kwaad: En ’t pleegzustertje is woedend en uit eenige invectieven, niet bepaald complimenteus voor haar onwilligen cavalier, maar evenmin getuigende van een goede opvoeding of een liefderijk gemoed. […] ‘Hè, wat een mispunt! Zoo’n ongelikte beer! Ik had juist zoo’n dollen zin in een beetje pret. ’t Is een miserabele reis. Hè, toen wij uitgingen, die Deli-planter! Ik wou, dat ik er weer zoo een ontmoette. Uit de archieven diepte de leraar Nederlands Coen van ’t Veer tientallen romans op zoals De passagiers van ‘De Rembrandt: boeken waarin de boottocht tussen Nederland en Nederlands Indië een belangrijke rol speelde en die verschenen tussen 1850 (ongeveer het moment waarop die reis een intree doet in de Nederlandse letterkunde) en 1940 (rampspoed geboren). Het resultaat van dat onderzoek is een boeiend proefschrift, De kolonie op drift, dat door uitgeverij Verloren voorbeeldig is vormgegeven: een boek dat laat zien hoe Nederland zijn koloniale samenleving verbeeldde in de vorm van romans over de kleine koloniale kosmos die zo’n schip was.

Door: Foto: copyright ok. Gecheckt 28-02-2022
Foto: copyright ok. Gecheckt 02-11-2022

Van Imhoff in de doofpot

OPINIE - Nabeschouwing van een indrukwekkende documentaire.

In 1965 mocht VARA’s Achter het Nieuws geen uitzending wijden aan de ramp met het schip Van Imhoff in 1942 in Nederlands Indië. De documentaire  ‘De ondergang van de Van Imhoff’, waarvan zondag het laatste deel is uitgezonden, laat na 52 jaar zien wat er toen is gebeurd en waarom niemand dat mocht weten.

In 1942 wordt het Nederlandse stoomschip Van Imhoff, met aan boord 477 Duitse burger-gevangenen bij Sumatra door een Japans vliegtuig tot zinken gebracht. De kapitein besluit om de voltallige Nederlandse bemanning te redden, maar hij laat de Duitsers over aan het noodlot. Een ander passerend Nederlands schip weigert de schipbreukelingen op te nemen als blijkt dat het Duitsers zijn. Slechts 65 van hen weten de ramp te overleven en spoelen aan op het Nederlands-Indische eiland Nias. Na de oorlog brengen overlevenden vanuit Duitsland de zaak bij de Nederlandse autoriteiten onder de aandacht. Er volgt een onderzoek, maar Justitie seponeert de zaak na verhoor van de kapitein die, al dan niet ingefluisterd door andere betrokkenen, een valse voorstelling van zaken geeft. Een van de Duitse overlevenden schakelt de pers in. Het krantenartikel komt onder de aandacht van Herman Wigbold van Achter het Nieuws. Hij vraagt aan Dick Verkijk de zaak te onderzoeken voor een item in zijn nieuwsrubriek. Verkijk neemt daarvoor contact op met verschillende autoriteiten. Die weten VARA-voorzitter Rengelink zover te krijgen dat hij de uitzending van de documentaire verbiedt. Verkijk publiceert zijn bevindingen op 16 april in Het Parool en wordt dan op staande voet ontslagen. Achteraf gezien is het wel opmerkelijk en lovenswaardig dat deze krant zich heeft losgemaakt van het politieke establisment dat koos voor de doofpot.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Foto: IISG (cc)

Nederlandse SS’ers in Indonesië en Korea

RECENSIE - Ondanks dat hen het recht om in de krijgsmacht te dienen was ontnomen hebben Nederlandse SS-soldaten na de oorlog voor het vaderland en tegen het communisme gevochten in Nederlands Indië en Korea.

‘Maak van onze jongens geen SS’ers’ was de leuze waarmee de communistische jeugdbeweging onder leiding van Marcus Bakker actie voerde tegen het uitzenden van dienstplichtigen naar de oorlog in Indonesië. De woede over die uitzending zou nog vele malen groter geweest zijn als ook toen al circulerende geruchten bevestigd waren geweest dat er zich onder de Nederlandse soldaten in Indonesië daadwerkelijk ex-SS’ers bevonden. Dat gebeurde pas in de jaren tachtig toen Chris van Esterik in de NRC een getuige opvoerde die als dienstplichtige geconfronteerd was met soldaten die enkele jaren eerder in dienst van de nazi’s hadden gevochten. Geert Mak schreef op basis van dat artikel in De eeuw van mijn vader dat het om vijftien- à dertigduizend man ging. Dat was een pijnlijke vergissing die hij later moest rectificeren.

In Vechten voor vijand en vaderland doet historicus en ex-PvdA Kamerlid Gerrit Valk verslag van zijn onderzoek naar hoe het in werkelijkheid allemaal is gelopen. Hij beschrijft de inzet van voormalige SS’ers in Nederlands Indië en in de Korea-oorlog op grond van zorgvuldig archiefonderzoek en gesprekken met betrokkenen. De miskleun van Mak komt pikant genoeg voort uit een memorandum uit 1945 van de Rooms-Katholieke Kerk aan toenmalig premier Schermerhorn. Volgens de katholieke schrijvers, die de goedkeuring kregen van kardinaal De Jong, waren de meeste SS’ers geen oorlogsmisdadigers, maar idealisten, aanhangers van de Groot-Nederlandse gedachte en anticommunisten. Vanuit christelijk oogpunt bezien zou hen de gelegenheid gegeven moeten worden ‘goed te maken wat zij hebben misdreven’. ‘Een groot voordeel, aldus de schrijvers van het memorandum, was dat er 15.000 en misschien wel 30.000 geoefende en ervaren militairen beschikbaar waren voor de strijd.’ De regering Schermerhorn is om begrijpelijke redenen niet op deze suggestie ingegaan. Dat wil echter niet zeggen dat de deur naar de krijgsmacht voor alle voormalige SS’ers gesloten bleef in de naoorlogse jaren. Zowel in de oorlog in Nederlands Indië als in de Korea-oorlog enkele jaren later waren soldaten actief die ervaring hadden opgedaan in het leger van nazi-Duitsland.

Foto: copyright ok. Gecheckt 09-02-2022

Snouck Hurgronje

RECENSIE - Wie in Leiden over het Rapenburg naar het Academiegebouw wandelt, passeert op nummer 61 het huis waar Christiaan Snouck Hurgronje heeft gewoond. Afgezien van de in steen gebeitelde naam herinnert er weinig aan de geleerde, die leefde van 1857 tot 1936 en tot op de dag van vandaag ietwat omstreden is. Snouck was namelijk de islamoloog die de strategie ontwierp waarmee generaal Van Heutsz tussen 1898 en 1903 de bevolking van Atjeh onderwierp. Niet iedereen kan, om het zacht uit te drukken, waardering opbrengen voor de architect van een koloniale oorlog.

Er is echter meer. Snouck Hurgronje had zich in 1885, minimaal in naam, bekeerd tot de islam en had enige tijd in Mekka en gewoond en gestudeerd. Voor menig moslim gold hij als vertrouwenspersoon, ja als leraar. Tegelijk schreef hij rapporten voor de Nederlands-Indische autoriteiten, waarin hij doorgaf wat hem was verteld. Was het, zoals Snouck Hurgronjes biograaf Philip Dröge in zijn onlangs verschenen boek Pelgrim opmerkt, wel eerlijk van de Nederlandse geleerde om de mensen die hem bewonderden, zó te belazeren? Was hij niet in feite gewoon een spion?

Dröge beantwoordt de vraag door de rol van Snouck Hurgronje te contextualiseren. De Leidse wetenschapper staat in de traditie van de participerende observatie, zoals die eind negentiende eeuw populair was onder cultureel antropologen. Hierbij probeerde de onderzoeker als het ware één te worden met het onderzochte volk. Snouck Hurgronje

Nederland wordt aangeklaagd voor martelen en verkrachten in Nederlands-Indië

Nu.nl:

Twee mensen die zeggen dat ze zijn gemarteld en verkracht door Nederlandse militairen in het voormalige Nederlands-Indië willen de Nederlandse Staat aanklagen.

Het is voor het eerst dat dit gebeurt voor andere oorlogsmisdaden dan executies.

Het gaat om een man die in 1947 zou zijn gemarteld om een bekentenis los te krijgen en een vrouw die in 1949 thuis zou zijn verkracht. Het Comité Nederlandse Ereschulden (KUKB) bereidt de zaken voor.

Foto: copyright ok. Gecheckt 21-02-2022

De Kroonboekenclub | Vrouwen lief en leed in de tropen

COLUMN - Het was geen pretje in Nederlands-Indië. In ieder geval niet volgens Thérèse Hoven, die in 1892 het boek Vrouwen lief en leed in de tropen publiceerde. Bij de titel van dat boek kun je je afvragen wat het woord lief daar doet, want voor vrijwel alle vrouwen in het boek is het een en al leed wat de klok slaat.

Hoven kruidde haar verhaal op het eerste gezicht met een behoorlijke scheut onbekommerd kolonialisme en seksisme.

De hoofdlijn gaat over de Nederlandse Nelly die verliefd raakt op de koloniaal Theodoor en met hem mee terug naar Indië gaat vanuit Den Haag. hove006vrou01_01_tpgDaar eenmaal aangekomen, wordt Theodoor heel afwerend, stuurs en nors. Wanneer Nelly zwanger is, stuurt Theodoor haar alleen naar de stad. Als ze terugkomt, blijkt dat Theodoors inlandse minnares, die al voor Nelly Theodoor leerde kennen een kind van hem heeft gebaard, het heft in handen te hebben genomen. Uiteindelijk vergiftigt die minnares Theodoor per ongeluk (eigenlijk was het de bedoeling Nelly te doden) en zichzelf expres. Het komt met Nelly allemaal goed – ze trouwt een degelijke, Hollandse man. Maar dat ‘lief’ gebeurt al eigenlijk niet meer in de tropen.

Javaanse vrouw

Behalve Nelly hebben ook vrijwel alle andere vrouwen te maken met het verwilderende effect dat de tropen op de Nederlandse mannen hebben. Een inlandse bijslaap nemen is in ieder geval al heel gewoon. Verschillende mannen deinzen er daarnaast niet voor terug zich bij gezonde blonde vrouwen op te dringen. Dat leidt allemaal vanzelfsprekend tot enorme ellende.

Foto: copyright ok. Gecheckt 23-11-2022

Gratis meesterwerk: Het land van herkomst

RECENSIE - Deze zomer bespreekt Marc van Oostendorp elke donderdag een gratis te downloaden meesterwerk uit de Nederlandse literatuurgeschiedenis. Deze week: ‘Het land van Herkomst’ van E. du Perron, uit 1935.

Wie ben ik? Hoe kan ik dat uitzoeken? Moet ik niet op zijn minst een beetje rust hebben om daarover na te denken? Rust in mijn privé-leven, rust in mijn omgeving, rust in mijzelf?

Nee! Wie gaat wachten tot de omstandigheden ideaal zijn, komt nooit toe aan een beetje nadenken over zichzelf. Dat moet E. du Perron gedacht hebben toen hij in de vroege jaren 1930 aan Het land van herkomst begon. Hij had net een nieuwe liefde. Zijn moeder was onverwacht overleden en bleek vooral ellende te hebben nagelaten. De nazis rukten op in Europa. Du Perron besloot in zijn jeugd te gaan graven.

Hij besloot alle onrust ook in dat boek op te nemen. In de roman – de hoofdpersoon heet Arthur Ducroo, maar er is vermoedelijk nog nooit ook maar één lezer geweest die dacht dat dit iemand anders was dan Du Perron – vertelt de schrijver twee dingen tegelijk: over de jeugdjaren van Ducroo, die zich vooral in Nederlands Indië afspeelden, en over zijn heden waarin hij probeert de nalatenschap van zijn moeder geregeld te krijgen, verslag doet van het opkomend nationaal-socialisme en het communisme, en allerlei gesprekken voert met vrienden – over de liefde, over de politiek en zelfs ook over het boek Het land van herkomst.

Quote du Jour | Verjaard?

Het belangrijkste argument daarvoor van de Staat is dat de misdrijven verjaard zouden zijn. De slachtoffers vinden dat Nederland zich hier in redelijkheid niet op kan beroepen. Vorderingen van slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog worden immers nog steeds in behandeling genomen.” – Liesbeth Zegveld.

62 jaar na het bloedbad van Rawagede wordt de Nederlandse staat aangeklaagd door (een aantal van) de weduwen van honderden vermoorde mannen. De Nederlandse soldaten waren op zoek naar een verzets/vrijheidsstrijder en brachten bijna alle mannen in het dorp om. (150 tot 431*) Ter vergelijking: in Putten ging het destijds om 552 mannen die omkwamen. De VN betitelde de actie in Rawagede als : “opzettelijk en meedogenloos” .

Doneer!

Sargasso is een laagdrempelig platform waarop mensen kunnen publiceren, reageren en discussiëren, vanuit de overtuiging dat bloggers en lezers elkaar aanvullen en versterken. Sargasso heeft een progressieve signatuur, maar is niet dogmatisch. We zijn onbeschaamd intellectueel en kosmopolitisch, maar tegelijkertijd hopeloos genuanceerd. Dat betekent dat we de wereld vanuit een bepaald perspectief bezien, maar openstaan voor andere zienswijzen.

In de rijke historie van Sargasso – een van de oudste blogs van Nederland – vind je onder meer de introductie van het liveblog in Nederland, het munten van de term reaguurder, het op de kaart zetten van datajournalistiek, de strijd voor meer transparantie in het openbaar bestuur (getuige de vele Wob-procedures die Sargasso gevoerd heeft) en de jaarlijkse uitreiking van de Gouden Hockeystick voor de klimaatontkenner van het jaar.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Volgende