Een maand geleden noemde Jan Marijnissen de jongste plannen rond het te realiseren Nationaal Historisch Museum een ‘postmoderne hutspot, hipdoenerij van museumbobo’s‘. Marijnissen was naar eigen zeggen nog wel de mede-initiator van zo’n Nationaal Historisch Museum. Niet alleen de inhoud van het plan is gewijzigd, ook de lokatie. Minister Plasterk van OCW ziet heil in een museum naast de John Frost brug in Arnhem. Tegenstanders wilden dat het museum op zijn minst náást het Openlucht Museum komt te liggen, en anders moet het plan maar verhuizen naar een andere stad. Flauw. De directie in Arnhem en minister Plasterk hebben het bij het juiste eind.
Schoolmeester Marijnissen fulmineerde vorige maand nog: ‘Een nationaal museum moet een chronologie bieden. Zo simpel is het, heel veel mensen kennen die niet. Dat is het grote manco, we hebben geen tijdsbalk in ons hoofd. Het idee was: de chronologie moet je horen, zien, meemaken. Dat moet de hoofdzaak zijn. Al het andere komt later wel.’
Heel Nederland staat eigenlijk al vol met historische musea. Van pannenlap tot tinnen soldaat, gebroken kelk tot stillevens van ui en versteend brood: elke gemeente kan je erover vertellen. Ieder museum heeft eenzelfde opzet, kent dezelfde uitleg in meerdere talen en biedt wellicht nog een audiotoer. Een gebrek aan chronologie? Die ontbreekt hooguit in het hoofd van Marijnissen. De verplichte geschiedeniscanon op school geeft ons (gelukkig) aardig wat kennis over die chronologie. Marijnissen wil ongetwijfeld de geur opsnuiven in een replica van een boerderij waar-ie zelf kan turfsteken.
Een pan koolsoep op een nepvuur
Doet Marijnissen het (nieuwe) idee van losse thema’s zoals “water en verstedelijking” en “rijk en arm” nog af als hipdoenerij, een veel groter gevaar zie ik in sentimentele dijkenlikkers die al zoethout kauwend in een mottig kabinet een pop van Willem van Oranje willen aanschouwen. Een museum waar decors van kruidenierswinkels staan en het liefst ook nog een draaiorgel dat ergens oorverdovend loeit terwijl beelden van de watersnoodramp de grootouders incontinent maakt. Hup, naar de volgende kamer: Ach, daar staat vadertje Drees op sterk water naast een pan koolsoep op een nepvuur. Dat is geen museum. Dat is leuk voor een aflevering van Willem Wever, schooltv. En voor een deel zie je zoiets al in het Openlucht Museum. Ook Frits van Oostrom, nota bene initiatiefnemer van de nationale canon vertelde gisteren: ‘Het eerste wat ik heb gezegd toen ik werd gevraagd voor de Raad van Toezicht, is dat ik er niet ben om de canon te stutten. Laat die teugels toch vieren, heb ik bepleit. De canon is een goede inspiratiebron, maar geen museaal concept.’