Dit is de zevende gastbijdrage van Hoite Vellema, oud-student Internationale Betrekkingen aan de UvA.
Afgelopen week is voor de zoveelste keer de discussie over de hoofddoek opgelaaid. Dit alles naar aanleiding van de manifestatie “Eerlijke kansen op de arbeidsmarkt” van de Poldermoslima Hoofddoekbrigade. Op internet waren de usual suspects (Ephimenco, Elian c.s.) er weer als de kippen bij om één en ander streng te veroordelen. Een enkeling, zoals arabist Simon Admiraal, maakte het zelfs zo bont om een polemisch stuk in de Volkskrant geplaatst te krijgen waarin hij de indruk wekte bij de conferentie geweest te zijn, terwijl achteraf duidelijk werd dat dat helemaal niet zo was.
De vraag is dus wat er zo erg is aan poldermoslima’s die openlijk uitdragen graag een hoofddoek te dragen en voor gelijke kansen op de arbeidsmarkt pleiten. Ver van de Poldermoslima Hoofddoekbrigade sta ik niet als ze pleiten voor: “Loyaliteit aan de Nederlandse Grondwet, tegen vrouwenonderdrukking en voor gelijke rechten voor vrouwen, en voor alle mensen, ongeacht geloof, sekse, ras of afkomst. Poldermoslima’s zijn Nederlandse burgers die mee willen doen en ook een plek in de polder willen. Burgers die tegen geweld zijn en voor een vreedzame, tolerante samenleving.”
Dus waarom maken zovelen zich hier zo druk over?
Eerlijk gezegd heb ik ook lang geworsteld met de vraag wat ik nou van hoofddoekjes moest vinden. Is het een teken van onderdrukking van de vrouw aan de man of is het een uiting van een zelfbewuste moslima die haar geloof uitdraagt? Misschien ligt de waarheid er tussenin en wat moet ik er dan van vinden? Daarom is het goed dat de discussie nog maar weer eens gevoerd wordt.
Tijdens mijn werk bij een grote telecomaanbieder had ik een afdeling onder mijn hoede met vele nationaliteiten, ook met meisjes met hoofddoekjes. Destijds heb ik er nooit zo over nagedacht en bij de sollicitatiegesprekken die ik voerde is het nooit een factor geweest. Stiekem vond ik zelfs de Turkse meisjes met hun kleurige hoofddoeken en strakke rokken ergens juist aantrekkelijk. Het leverde een soort van mystiek op, een contradictio in vestebus, met hoofddoek, maar ook met een zeer secuur opgemaakt gezicht en een lange rok maar dan wel lekker strak zodat je haar vrouwelijke vorm niet kunt missen. De moslima’s (met of zonder hoofddoek) die ik daar leerde kennen waren zonder uitzondering zelfbewuste jonge vrouwen. De meesten werkten nagenoeg fulltime en studeerden daarnaast ook nog.