Het manager-syndroom

(Onderwijs)bestuurders ontvangen, gezien hun positie in de organisatie, onvoldoende feedback en lijden daardoor aan stelselmatige zelfoverschatting, meent René Kneyber. Enige tijd geleden was ik uitgenodigd voor een lunch over onderwijs bij een politieke partij. Tegenover me zat een bestuurder, in pak - want dat zijn ze meestal - en voerde het hoogste woord – ook meestal zo. Dat klinkt wellicht wat generaliserend, maar ik schat zo in dat assertiviteit een belangrijke voorwaarde is om bestuurder te worden en te kunnen zijn. Het pak komt daar, zo neem ik ook aan, vanzelf bij. Hij vertelde tegen een overdreven nadruk op cijfers te zijn, ‘voor mijn middelbare scholen is het advies van de basisschool het meest zwaarwegend’. En zo had hij nog meer verhalen over hoe fantastisch hij en zijn scholen het deden, vooral die school ‘met kansarme kinderen waar leraren kei- en keihard moeten werken.’ Naast hem zat een schoolleider geduldig te wachten tot hij kon interrumperen – en eerlijk is eerlijk het duurde wel enige tijd voordat de bestuurder met zweet op zijn voorhoofd na zijn oratie een slok water nam.

Foto: Eu Council Eurozone (cc)

Jeroen Dijsselbloem en de schaduwkant van onze economie

OPINIE - Gisteravond was Minister van Financiën en voorzitter van de Eurogroep Jeroen Dijsselbloem te gast bij de Universiteit Utrecht om zijn visie te geven op de toekomst van de Europese economie. Vlak voor aanvang, was ik even in de gelegenheid een vraag aan hem te stellen. Dijsselbloems antwoord, samen met de daaropvolgende lezing, gaven een aardig inkijkje in het vermogen en onvermogen van een moderne minister van financiën.

Op mijn vraag of grote financiële crises, zoals we die de afgelopen vijf jaar hebben meegemaakt, een inherent onderdeel zijn van ons economisch systeem, antwoordde Dijsselbloem als volgt:

Iedere economie kent vette en magere jaren, maar een crisis van deze omvang hoeven we niet te accepteren. Door middel van betere regulering en beter bestuur kunnen we de reusachtige financiële bubbels, die de oorzaak van de huidige crisis zijn geweest, voorkomen. Strakker toezicht is een middel om de excessen in de financiële sector binnen de perken te houden. Niet alleen nu, maar in principe ook over dertig jaar.

Wel is het zo dat je als bestuurder altijd de vorige oorlog aan het uitvechten bent. Maar toch is het wel degelijk mijn ambitie om toekomstige crises, ook op de lange tot zeer lange termijn, te voorkomen.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.