Heb je wel eens het vliegtuig gepakt en dit vervolgens verzwegen voor vrienden of familie? En zoiets gedacht als: “Ik schaam me wel een beetje hoor, maar ik ben natuurlijk wel vegetarisch. Dan is het niet zo erg, toch?” Hoe komt het dat we massaal blijven vliegen, ook al weten we dat het slecht is voor het milieu? Terwijl een gevoel van schaamte je bekruipt, boek je een ticket.
Een vakantie in een ver oord maar wel het milieu belasten, óf het vliegtuig links laten liggen en dichter bij huis blijven: het is een moreel dilemma. Dat je dan misschien toch kiest voor de vliegreis, komt doordat je de gevolgen van vliegen niet meteen voelt. De impact van jouw specifieke vlucht is niet direct meetbaar. Maar dit maakt niet dat vliegen ook minder schadelijk is, vertelt filosofe dr. Naomi van Steenbergen. “De uitstoot van broeikasgassen die gepaard gaat met vliegen, heeft wel degelijk negatieve impact op de aarde en op volgende generaties.” Met vliegen doe je dus indirect schade aan anderen, daarom moet vliegen een morele overweging zijn.
“Het effect is indirect, maar daardoor niet minder waar,” aldus Van Steenbergen. Door te vliegen draag je onder andere bij aan het mislukken van oogsten, het verspreiden van ziektes en de opwarming van de aarde. De schade is dan misschien pas in de toekomst merkbaar, of niet groot, maar toch: “Schade doen aan anderen, daar moet een zwaarwegend iets tegenover staan,” beargumenteert Van Steenbergen vanuit een ethisch perspectief. Minder ver op vakantie kunnen is géén zwaarwegende reden, een urgent familiebezoek kan dat wel zijn.