Michel, Rutte en het struikelen over migratie
COLUMN - van Fauke Deceuninck
Dat premier Rutte zijn kabinet uitgerekend over het thema migratie liet vallen, kwam onverwachts, en niet in de laatste plaats voor zijn coalitiepartners. Een soortgelijk scenario speelde zich in december 2018 bij de zuiderburen af, toen de Belgische regering-Michel I viel na een impasse over het VN-migratiepact. Ook al is België op politiek vlak geen rolmodel voor Nederland, de VVD had kunnen leren van die Belgische kabinetsval over migratie.
De val van de regering-Michel leidde bij de eerstvolgende verkiezingen in mei 2019 tot de zwaarste afstraffing voor coalitiepartijen in 20 jaar. De Vlaams-nationalistische N-VA, die uit de federale regering stapte omwille van haar verzet tegen het Marrakesh-pact, verloor het meeste aantal zetels. De partij had gehoopt te cashen op een harde strijd rond het thema migratie, maar moest uiteindelijk een groot deel van haar stemmen afstaan aan het radicaal-rechtse Vlaams Belang.
Van crisis naar crisis naar … val
De gelijkenissen tussen het kabinet-Rutte IV en het kabinet-Michel I, en vooral de manier waarop beide aan hun eind kwamen, zijn opvallend. Beide kabinetten wisten zich ondanks meerdere crises overeind te houden. Rutte IV viel niet omwille van de onenigheid over stikstofbeleid, het geklapte Landbouwakkoord, de vertraging in de afhandeling van de Toeslagenaffaire, de inflatie en hoge energieprijzen, klimaat of de gevolgen van de aardgaswinning in Groningen. Een meningsverschil over gezinshereniging voor oorlogsvluchtelingen bleek na anderhalf jaar uiteindelijk de ultieme splijtzwam.