Help! Een vragenlijst…
Heel, heel lang geleden was ik patiënt in een vruchtbaarheidkliniek. Het was onbekend waarom ik niet zwanger kon raken. Waarschijnlijk lag het een beetje aan mijn man en een beetje aan mij, maar keihard bewijs was er niet. Ik wilde geen IVF, dat leek me een draaimolen waar ik nooit meer uit zou durven stappen.
Op mijn veertigste was voor mij de kans om zwanger te raken gedaald tot 3%; de specialist had geconstateerd dat ik al in de overgang aan het raken was. Desalniettemin wilde hij me een nieuwe methode aanbieden: IUI. Het zaad van mijn man werd wat opgewerkt en dat werd bij mij ingebracht op een geschikt tijdstip. We ondergingen de behandeling enkele keren, maar het leverde niets op. De laatste behandeling waar ik recht op had liet ik schieten. Zo nam ik afscheid van de wens om zwanger te raken, want je kunt niet blijven verlangen naar iets wat toch niet mogelijk is.
Alle inspanningen van de vruchtbaarheidskliniek hadden niets opgeleverd. Of toch wel? Drie maanden na mijn besluit werd ik niet meer ongesteld. De overgang, dacht ik. Na twee positieve zwangerschaps-testen belde ik toch maar even met de kliniek. Hoe serieus kon je zo’n test van de drogist eigenlijk nemen? was mijn vraag. Heel serieus, ik moest onmiddellijk komen. Op de scan was duidelijk te zien dat ik al bijna zeven weken zwanger was.



“Niet alleen vanwege onze opvatting dat God de Schepper is en dat wij geen enkel leven mogen beëindigen. Op deze manier lopen we het risico dat ziek zijn straks haast verwijtbaar wordt. ’Je ouders hadden er toch iets aan kunnen doen?’, kan dan worden gezegd. Doe daar de commercialisering van de zorg bij en de gedachte dat ziek zijn onnodig is, kan gaan heersen. (..)