Niet zwijgen over ‘de islam’ maar debatteren over de islam
Terrorismedeskundigen zien in de eeuwige discussie over de islam als oorzaak van radicalisering een struikelblok voor terrorismebestrijding. Toch is zo’n discussie hoognodig. Onder moslims zelf dan.
´Als je een wig wilt drijven tussen extremistische moslims en de rest van de samenleving, is het onverstandig om niet-extremistische moslims van je te vervreemden door te doen alsof de islam het probleem is.’
– Gerard de Vries, oud-terreurbestrijdingscoördinator van de EU (NRC, 2 april 2016)
De boel bij elkaar houden en dan de extremisten isoleren. Het is een nobel streven, vooral voor een terrorismebestrijder. Want als er een ‘wig’ ontstaat tussen niet-moslims en ‘gewone’ moslims, hebben de inlichtingendiensten weinig kans om informatie vergaren.
En één van de manieren om zo’n wig te voorkomen, aldus De Vries, is te zwijgen over ‘de islam’. Net doen alsof extremisme niks met ‘de islam’ te maken heeft. Of zoals hij het in de NRC formuleerde: we moeten niet ‘doen alsof de islam het probleem is.’
Maar op deze goedbedoelde redenering valt heel veel af te dingen. Ze is gebaseerd op simplificaties, en werkt uiteindelijk averechts. Zwijgen over ‘de islam’ (de term is vals, maar daarover straks) zorgt er juist voor dat er géén wig ontstaat tussen gewone en extremistisch moslims. (Maar die ‘wig’ moeten we ook niet willen hebben, daarover straks).