RECENSIE - Aan het eind van zijn boek Mecca. The Sacred City, gaat Ziauddin Sardar wérkelijk los. Na ruim driehonderd pagina’s geschiedenis van Mekka, een verhaal vol oorlog, bloedvergieten, machtsstrijd en op gezette tijden een restauratie van de Grote Moskee, komt Sardar bij het huidige bewind, en spuwt hij zijn gal.
De geschiedenis van Mekka is heel interessant, maar ook wat eentonig. Mekka lag nu eenmaal altijd in het hart van de islamitische wereld, maar ook ver verwijderd van de wereldgeschiedenis. De strijd was altijd lokaal. Totdat de clan van de Saoedi’s aan de macht komt. Dan zijn we beland rond pagina driehonderd.
De Saoedi’s, afkomstig uit Centraal-Arabië, zijn aanhangers van de extreme sekte der wahhabieten. De Mekkanen wisten die fanatiekelingen een eeuw lang buiten de deur te houden, maar in 1924 was er geen houden meer aan. De eerste Saoedische heerser, Abdoel Aziz, veroverde de stad en zorgde ervoor dat in Mekka alleen nog maar de wahhabitische versie van de islam te horen was. De stad die toch al niet bekend stond als een intellectueel centrum, werd daarna in rap tempo nóg conservatiever en achterlijker.
Sardar betreurt het, maar het is in zijn ogen niet eens het ergste. In 1938 werd er olie ontdekt onder het Saoedische zand. De achterdochtige, bekrompen, arme Saoedi’s veranderden in achterdochtige, bekrompen miljardairs. En ze stortten een groot deel van hun geld in Mekkaanse bouwputten.