Hedonisme (4): De tuin van Epikouros
Tijdens het Hellenisme kregen de Academie van Plato en de Peripatetische school van Aristoteles gezelschap van nieuwe filosofische stromingen, zoals het Cynisme. In deze vijfdelige reeks: de hedonisten.
Een eeuw na Aristippos, omstreeks 305 voor Christus, kocht de filosoof Epikouros een huis met een grote ommuurde achtertuin in Athene. In die tuin onderwees hij zijn versie van het hedonisme, dat daarmee pas echt een grote stroming werd. Dat zou zo zijn in de hele hellenistische wereld en ook in de eeuwen daarna.
Zo’n hedonistische tuin spreekt natuurlijk tot de verbeelding, maar wie hoopt dat die epicurische tuin het toneel was van woeste orgieën wordt teleurgesteld. Zoeken naar genot op korte termijn leidt volgens Epikouros niet tot bevrediging. Integendeel. Wie teveel eet wordt ongezond. Teveel drinken leidt tot een kater. Kortzichtige genotzucht leidt tot verslaving. En daarbij moeten we soms nu eenmaal minder leuke dingen doen om leuke dingen te bereiken.
De hedonistische calculus
Epikouros weegt het genot op kortere en langere termijn dus tegen elkaar af. Dit staat bekend als de hedonistische calculus. En al rekenend komt Epikouros tot de conclusie dat het ware genot neerkomt op gematigd genot. Echt genot is volgens hem tevredenheid, en dat valt het makkelijkst te bereiken door weinig te verlangen, en je te vrijwaren van angst en pijn. Luxe is onnodig. Het streven ernaar of het willen behouden ervan leidt alleen tot ongeluk en angst. Wie genoeg te eten heeft, en daar tevreden mee is, slaagt er beter in psychisch in evenwicht te blijven.