Hedonisme (2): Aristippos’ idee van vrijheid

Foto: bron: Livius.org
Serie:

Tijdens het Hellenisme kregen de Academie van Plato en de Peripatetische school van Aristoteles gezelschap van nieuwe filosofische stromingen, zoals het Cynisme. In deze vijfdelige reeks: de hedonisten. Het eerste deel was hier.

Aristippos, over wie we het gisteren hadden, gebruikte zijn spitsvondigheden en wijsheden om geld te verdienen en genotvolle ervaringen op te doen. Dit werd hem door andere volgelingen van Sokrates hoogst kwalijk genomen. Sokrates zette zich immers af tegen de sofisten, met het verwijt dat ze zich lieten leiden door geld in plaats van wijsheid.

Maar Aristippos wees erop dat ook Sokrates zich door rijkere vrienden liet onderhouden. Goed, was het antwoord: Sokrates kreeg soms wat aangeboden, maar dat is iets anders dan aan de deuren staan rammelen. Waarom kloppen filosofen als Aristippos dan wel aan bij huizen van rijke mensen, en is het niet andersom? Omdat filosofen weten wat zij nodig hebben, en rijke mensen niet, antwoordde Aristippos dan.

Slavernij

Hij vroeg hoge tarieven voor zijn onderricht, volgens eigen zeggen om zijn leerlingen bij te brengen hun geld aan verstandige dingen te besteden. Bij het vernemen van zijn tarief riep een rijk man ooit tegen hem: ‘Wat? Voor dat geld kan ik een slaaf aanschaffen!’ Waarop Aristippos zei: ‘Doe dat, dan heb je er voor die prijs gelijk twee.’

Een slaaf is volgens Aristippos namelijk iemand die afhankelijk is van aangeleerde zaken als eerzucht en schaamte. Zonder het onderricht van Aristippos zou de zoon niets meer dan een slaaf blijven. Het doel van het leven is genot, en zaken als taboes en sociale conventies staan dat alleen in de weg. Alleen degene die bevrijd wordt van eerzucht en schaamte is werkelijk vrij. In die zin kan een slaaf zelfs meer vrij zijn dan zijn meester.

Vernedering is niet erg

Aristippos verving schaamte en eerzucht door kalmte en waardigheid: die eigenschappen hielpen hem veel beter zijn genot na te streven. Naast die kalmte en waardigheid beschikte Aristippos ook over een gevat soort humor. Toen Dionysios II aan Plato een boek gaf en aan Aristippos geld, werd daar besmuikt om gelachen. Men vond het namelijk vernederend voor Aristippos. ‘Waarom?’ vroeg Aristippos hierop. ‘De tyran geeft ons gewoon wat we tekort komen: ik heb geld nodig, en Plato boeken!’

Geld stinkt niet, volgens Aristippos. Maar buigen voor geld deed hij nooit. Toen een rijk man met een slechte reputatie indruk op hem probeerde te maken door hem rond te leiden door zijn prachtige huis, spoog hij de man onverwacht midden in het gezicht. Toen de man vroeg waaraan hij dat had verdiend, antwoordde Aristippos dat hij nu eenmaal een fluim kwijt moest, en welopgevoed als hij was, koos hij de plaats in het huis die het minst waard was.

Vrijheid

Geld helpt ons genot te bereiken, maar wie verslaafd raakt aan geld, is zijn doel voorbij gestreefd. De filosofie van Aristippos draait om vrijheid. Volgens Aristippos leert de filosofie ons niet alleen hoe wij geen slaaf worden van conventies, ook hoort de filosofie ons te leren hoe we gebruik kunnen maken van genotsmiddelen zonder er een slaaf van te worden.

Hij koos in alle opzichten voor emotionele vrijheid. Wij dienen ons volgens hem niet te hechten aan het object of de situatie waardoor het genot ontstaat. Genot, en datgene wat genot in de eerste plaats veroorzaakt, zijn namelijk verschillende zaken. Als wij verslaafd raken aan de door ons begeerde objecten of situaties, leidt dat ons af van het genot zelf, en worden we even onvrij als wanneer we ons laten domineren door sociale conventies.

Consumptie zonder verslaving

Het gaat volgens Aristippos in het leven niet om geld, lekker eten of drank. Het gaat zelfs niet om onze geliefden. Wij mogen ons aan die zaken niet onderwerpen. Wij maken er slechts gebruik van, ten gunste van ons eigen genot.

Dat geldt uiteraard voor consumptiemiddelen, en zeker voor verslavende middelen, maar zelfs tegenover onze beminden mogen wij ons dus niet afhankelijk opstellen. Over een geliefde zei hij ooit: ‘Zij is soms van mij, maar zij bezit mij niet.’ Een goede relatie was volgens Aristippos een relatie waarin men onafhankelijk is van elkaar en niet de illusie heeft elkaar te bezitten.

Deze reeks is gebaseerd op het boek De wereld vóór God van Kees Alders. Het boek biedt een introductie tot de filosofische stromingen van de oude wereld en is hier te bestellen.

Reacties zijn uitgeschakeld