Behoorlijk links
OPINIE - De afgelopen tijd heb ik me eens neergezet aan de studie van het pamflet van ‘Vrij Links’, uit de Volkskrant van 17 mei 2018, geschreven door Asis Aynan, Femke Lakerveld, Eddy Terstall en Keklik Yücel. Een ronkend betoog dat begint met Spinoza en de Verlichting en eindigt met een pleidooi voor secularisatie en individuele mensenrechten. Daartussen zijn enkele pareltjes te vinden, ik citeer er een paar.
Twijfel en onderzoek zijn de stuwende krachten achter individuele ontplooiing; leerlingen moeten (zelf)kritisch leren nadenken en eigen inzichten kunnen ontwikkelen over alle religies en levensbeschouwingen.
Een open maatschappij staat of valt met de aanwezigheid van het vrije woord.
Geen enkel idee, religieus of profaan, is in de vrije wereld boven kritiek verheven. Ideeën hebben geen rechten. Burgers hebben rechten.
Dat zijn van die stellingen die zo zijn geformuleerd dat je het er onmogelijk mee oneens kunt zijn.
Nou ja, het kan wel, maar als je dat doet, heb je meteen voor een hele avond stof om je gesprekspartners uit te leggen hoezo en waarom. En niemand die de moeite neemt om zo lang naar je te luisteren. Dus het werkt: platitudes. Dat was de eerste barst in mijn enthousiasme.
De tweede barst was stilistisch van aard: het pamflet bestaat uit 52 zinnen. Daarvan zijn er 13 stellingnames, zoals: Vrij Links staat voor gelijkwaardigheid van de mens ongeacht geslacht, huidskleur, geaardheid en levensovertuiging (ook zo’n zin waar je maar beter geen kritiek op kunt hebben) en 39 beschrijvende oordelen, zoals de beginzin: Groepsdenken splijt het land.