Hoe financier je de warmtetransitie bij koopwoningen?

De afgelopen jaren hebben alle gemeenten een warmtevisie opgesteld. Een plan waarin ze aangeven hoe ze in de periode tot 2050 denken de woningen en gebouwen in hun stad over te schakelen van aardgas voor verwarming naar andere warmtebronnen. Een belangrijk discussiepunt is en blijft haalbaarheid en betaalbaarheid. De focus bij een deel van de Tweede Kamer ligt op de sociale woningbouwsector. Dat is nou net de enige sector waar gemeenten via de prestatieafspraken met woningbouwcorporaties afspraken kunnen maken. Veel lastiger zijn de vrije huursector en de koopsector. Uit gegevens van Jan Willem van de Groep blijkt dat in de koopsector veel meer CO2 uitstoot plaats vind dan in de sociale huursector, en dat het om veel grotere aantallen woningen gaat. Tegelijkertijd is het bij de huidige op hol gesloten huizen- en energieprijzen lastig om ook nog geld vrij te spelen voor verduurzaming van de woning. Onno Dwars, Ballast Nedam, stelde op LinkedIn voor om huizenbezitters te verplichten om verduurzaming uit hun overwaarde te financieren. Groot vraagteken daarbij is en blijft of dat past problemen met financierbaarheid oplost en voor de woningeigenaar: verdienen we onze investeringen wel terug bij verkoop van de woning? Daarom een proefballon, schiet hem gerust lek met een beter voorstel. Financierbaarheid verduurzaming Bij financierbaarheid van een extra lening spelen twee begrippen een rol: loan to value en loan to income. Beide bedacht om mensen te behoeden tegen onverantwoord grote schulden. Loan to value wil zeggen dat mensen hooguit een percentage van de waarde van het onderpand mogen lenen. Bij huizen ligt dat in Nederland vrij hoog, je mag tot 100% van de waarde van je woning lenen. Voor duurzame verbouwingen mag dit bij sommige hypotheekverstrekkers stijgen tot 106% van de woningwaarde. Als je de maximale waarde van de woning moet lenen, blijft er op moment van aankoop 6% van de woningwaarde over om te steken in het duurzaam verbouwen van je woning. De waarde van een woning fluctueert door de tijd, de laatste jaren zijn veel woningen in waarde gestegen. Waardoor de loan to value gedaald is en er meer ruimte kan zijn om extra te lenen om te verbouwen aan je woning. Loan to income wil zeggen dat je een maximaal percentage van je inkomen mag uitgeven aan rente en aflossing van de hypotheek. Dit percentage hangt af van inkomen, rentestand en de vraag of de lening al dan niet onder de hypotheekrenteaftrek valt. Deze regels liggen vast in de Tijdelijke regeling hypothecair krediet. Een derde uitdaging die speelt is dat investeringen in verduurzaming van de woning zich niet altijd terug verdienen, hoewel dat bij de huidige gas- en elektriciteitsprijzen een minder groot punt zal zijn. Financieren vanuit overwaarde Het voorstel van Onno Dwars om huizenbezitters te verplichten om verduurzaming van hun woning te financieren vanuit de overwaarde op hun woning oogt sympathiek. Het logische moment voor veel mensen is echter als ze een nieuwe woning kopen, alleen dan hebben ze in de huidige woningmarkt vaak al hun geld en leenvermogen nodig om een woning te kunnen kopen. Terwijl de verkoper een belastingvrije overwaarde incasseert. Een deel van de huizenbezitters zal die overwaarde inzetten om een nieuwe woning te kopen, een deel niet. Dat het om serieus geld gaat laten de indexcijfers van CBS zien. [caption id="attachment_337098" align="aligncenter" width="400"] Prijsindex bestaande koopwoningen. 2015 = 100. Bron: CBS, Kadaster[/caption] Hoe dan ook is het de vraag waarom we als maatschappij die belastingvrije overwaarde niet inzetten voor verduurzaming? Bij voorkeur via een heffing gebaseerd op het energielabel van de woning. Hoe slechter het energielabel, hoe hoger de heffing. Met een heffing van 0% voor woningen die NOM (Nul op de Meter) of ENG (Energie Neutraal Gebouw) zijn. De gemiddelde waarde van verkochte woningen is gestegen van Euro 230.194 in 2015 naar Euro 386.714 in 2021, een stijging van ruim Euro 150.000. Energie besparen is belangrijk, de hoogste heffing wil je dan ook zetten op de energielabels E, F en G. Dat zet meteen een rem op pandjesbazen en woningbouwcorporaties die proberen van hun slechte energielabels af te komen zonder deze energetisch aan te pakken. En het geeft de nieuwe eigenaar financiële ruimte om de woning te verduurzamen. Onderstaande percentages zijn een ruw voorstel, waarbij Energielabel Heffingspercentage Heffing bij verkoop na 7 jaar* Budget voor B nieuwe bewoner Budget voor A nieuwe bewoner ENG 0% € 0 A 5% € 7.826 B 10% € 15.652 € 7.826 C 15% € 23.478 € 7.826 € 15.652 D 20% € 31.304 € 15.652 € 23.478 E 30% € 46.956 € 31.304 € 39.130 F 40% € 62.608 € 46.956 € 54.782 G 50% € 78.260 € 62.608 € 70.434 Om te zorgen dat de heffing gebruikt wordt voor het verduurzamen van de woning wordt het geld gestort op een bouwdepot bij de hypotheekverstrekker. De hypotheekverstrekker keert het geld uit op basis van facturen van maatregelen. Wanneer de nieuwe eigenaar een energielabel A of beter van de woning overlegd wordt het volledige bouwdepot uitgekeerd, ongeacht de gemaakte kosten. Kosten verduurzaming woning De kosten om een woning te verduurzamen liggen veelal lager dan de heffing bij verkoop na 7 jaar. Een woning van voor 1930 (veelal energielabel G) naar energielabel B brengen vergt volgens de WoonWijzerWinkel een investering van ongeveer Euro 15.000. Woningen uit de periode 1930-1945 hebben nog steeds vaak label G, maar het bereiken van energielabel B kan volgens WoonWijzerWinkel voor ongeveer Euro 11.000. In de periode 1946-1964 werden nog weinig eisen gesteld aan isolatie van woningen, toch hebben ze volgens de WoonWijzerWinkel gemiddeld een iets beter energielabel F. Dat neemt niet weg dat de kosten voor het bereiken van energielabel B nog steeds zo'n Euro 11.000 bedragen. Er zijn ook andere aanpakken mogelijk, zo stelt Urgenda dat het mogelijk is om bestaande woningen voor Euro 35.000 energieneutraal te maken. Ook zijn er concepten zoals Nul-op-de-meter, passief bouw en active house, waarbij veel zwaarder ingezet op energiebesparing. In de heffingssystematiek kan je daar rekening mee houden door naast het energielabel ook voorwaarden te stellen aan de isolatiewaardes van de woning. Dat scheelt energie, of het nu elektriciteit, warmte of gas is. En laten we eerlijk zijn: hoeveel mensen worden blij van meer zonnevelden, windturbines, aardwarmteputten of restwarmte? De beste energievorm om op in te zetten blijft dus de NegaWatt. Kosten verduurzaming vs hoogte heffing De kosten voor het bereiken van energielabel B liggen vaak lager dan de heffing op basis van de gemiddelde overwaarde van een woning. Ook de kosten om energieneutraal te worden via de methode van Urgenda is goedkoper. NOM woningen zijn naar mijn weten vaak nog wat duurder, hoewel ik denk dat je voor bijna Euro 80.000 een eind kunt komen. Zeker huizenbezitters in het duurdere marktsegment. Het is daarmee interessant voor een huidige woningeigenaar om zijn woning te gaan verduurzamen, mits dat past binnen de loan to value en loan to income voorwaarden van de wet. Het budget voor energielabel A en energielabel B in bovenstaande tabel zijn namelijk de kosten die een huiseigenaar uitspaart door z'n woning te verduurzamen. Aangezien het slechts een percentage is is de kans groot dat loan to value geen probleem vormt. Bovendien blijkt uit verschillende onderzoeken dat de waarde van woningen toeneemt als het energielabel verbetert. Vooral buiten de Randstad heeft een beter energielabel een groot effect op de woningwaarde. In Amsterdam levert een energiesprong van energielabel G naar energielabel A een waardestijging van ruim 7% op. Loan to income kan wel een probleem vormen, dan resten een huiseigenaar twee opties: zelf klussen om de woning naar een beter energielabel te krijgen of accepteren dat een groter deel van de overwaarde van de woning naar de nieuwe eigenaar gaat om de woning te verduurzamen. Een derde optie is gebouwgebonden financiering via de gemeente, maar daarvoor moeten nog wat hobbels worden weggenomen. Openstaande punten Mijn voorstel is verre van compleet. Het systeem kan werken voor grondgebonden woningen. Voor appartementencomplexen en VvE's is het lastiger. Daar zullen veelal alle leden van de VvE mee moeten doen met de verbouwing, zeker als het om betere isolatie van de schil of de ramen gaat. Mogelijk dat in die gevallen de opbrengst van de heffing te koppelen valt aan financiering van maatregelen uit het duurzaam meerjarenonderhoudsplan van de VvE. Waarbij het bestuur van de VVE het geld uit het bouwdepot kan gebruiken voor verbetering van het energielabel van het hele complex. Niet helemaal eerlijk, want de verhuizer betaalt dan een groot deel van de verbeteringen. Aan de andere kant kan het wel voor de broodnodige versnelling zorgen en de broodnodige NegaWatts. Dat laatste scheelt weer in de hoeveelheid gasverbruik en de hoeveel duurzame energie die opgewekt moet worden.

“De verdeling van wetenschapsgeld is zo oneerlijk, laat een bingomolentje voortaan bepalen wie een beurs krijgt”

Hoogleraar Marleen Kamperman betoogt dat loten eerlijker is in het toekennen van onderzoeksbeurzen dan de huidige procedure met commissies.

Goed, dat was de intro. Dan komt nu mijn punt. De verdeling van wetenschapsgelden door middel van beurzen is een ondoorzichtige, oneerlijke, te veel door toeval gestuurde aangelegenheid.

Laat een commissie het kaf van het koren scheiden, al te gammele voorstellen ertussenuit filteren, en gooi de rest in een bingomolentje. Dat is arbitrair, zeker, maar eerlijker en duidelijker dan hoe het nu vaak gaat.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Foto: Alan Parkinson (cc)

“De financiële sector is het probleem, niet de oplossing”

ACHTERGROND - Investeren in een duurzamere wereld? Als het aan de aandeelhouders ligt, liever niet. In de serie lezingen ´Met het doel voor ogen´ legt onderzoeker Myriam Vander Stichele uit hoe de gouden greep van winstmaximalisatie het aanpakken van grote mondiale problemen, zoals ongelijkheid, armoede en milieuschade tegenhoudt.

De 17 duurzame doelen (SDG’s) van de Verenigde Naties vormen een ambitieus plan. Maar er is geld voor nodig, heel veel geld. Geld dat bovendien niet alleen door overheden opgehoest kan worden. Zonder een aanzienlijke bijdrage van de private sector, volgens schattingen zo’n 80% van het benodigde bedrag, zijn de plannen gedoemd te mislukken. Wat mogen we van het ‘grote private geld’ verwachten?

Myriam Vander Stichele (SOMO) onderzoekt al jaren de maatschappelijke en economische impact van multinationals en de financiële sector. Onder invloed van de globalisering is hun aandeel in de wereldeconomie de afgelopen decennia enorm toegenomen. En daarmee ook hun macht. Het is inmiddels duidelijk dat duurzaamheid niet op hun prioriteitenlijst staat. Sterker nog: het huidige financiële systeem, waar de wet van de hoogste winst geldt, werkt duurzame ontwikkeling tegen. Vander Stichele: “Op dit moment zijn ze het probleem, niet de oplossing.”

Van miljarden naar biljoenen

Foto: ydant (cc)

Gevaren voor de democratie

COLUMN - Oud-partijvoorzitter van het CDA Ruth Peetoom claimde vorige maand dat van alle Europese landen, Nederland het minste geld uitgeeft aan de democratie. Is dit waar? En is dat het grootste probleem voor onze democratie?

Vorige week trad Peetoom af als partijvoorzitter van het CDA. De politica deed haar uitspraak in een aansluitend afscheidsinterview met het AD. Daarin zei ze dat ze dit tekort aan financiële steun voor bestuurders als een groot probleem voor de democratie zag. Volgens Peetoom krijgen volksvertegenwoordigers namelijk te weinig geld om hun werk uit te voeren. Een woordvoerder van het CDA-partijbureau liet later weten dat Peetoom zich baseerde op een internationaal onderzoek naar de financiering van politieke partijen uit 2017. Dit onderzoek berekende het geld dat per inwoner aan hun democratie wordt besteed.

Dat gebeurde aan de hand van de hoogte van overheidssteun aan politieke partijen per land, gedeeld door het aantal stemgerechtigde inwoners van het land. Desalniettemin concludeerde het NRC in hun rubriek ‘NRC checkt’ dat Peetooms uitspraak niet te checken valt, al lijkt het er wel op dat Nederland met een luttele 1 euro per kiezer relatief weinig uitgeeft aan de democratie. Ter vergelijking: van de acht onderzochte landen in het betreffende onderzoek scoorde IJsland met € 9,70 per kiezer het hoogst. Onze zuiderburen werden tweede met € 7,80 per kiezer. Interessante cijfers, maar is het verhogen van deze 1 euro wel wat nodig is voor een betere democratie?

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Quote du Jour | Fundamentalistische financiën

The foreign funding for Islamist extremism in Britain primarily comes from governments and government linked foundations based in the Gulf, as well as Iran. Foremost among these has been Saudi Arabia, which since the 1960s has sponsored a multimillion dollar effort to export Wahhabi Islam across the Islamic world, including to Muslim communities in the West.

We wisten het natuurlijk wel, maar een rapport van het Britse Centre for the Response to Radicalisation and Terrorism (pdf) zet het nog eens op een rijtje. Saoedi Arabië is verreweg de belangrijkste financier van radicale moslimorganisaties in het Verenigd Koninkrijk (en de rest van de wereld).

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Overheid breidelt wetenschap

De NRC onderzocht de druk van de overheid op wetenschappelijk onderzoek. Ruim een kwart van de onderzoekers die met externe financiering te maken hadden, zei in de peiling dat ze met ongewenste druk te maken kregen. Bij bijna de helft daarvan (266 respondenten) kwam die druk van de overheid. Een paar citaten:

Onderwijsonderzoeker Don Westerheijden van de Universiteit Twente.

„We worden gevraagd om een evaluatie van het beleid. Eigenlijk zou je een experiment moeten opzetten, om verschillende situaties te vergelijken. Maar daar is dan geen geld of tijd voor. Dus eigenlijk word je alleen gevraagd het beleid te legitimeren.”


Paul Frissen, hoogleraar bestuurskunde Universiteit van Tilburg:

„Het is een evaluatieonderzoekindustrie. Het wordt de opdrachtgever veel te makkelijk gemaakt. Ook de onderzoekers zijn beleidsverslaafd.”

Harmen van der Wilt (hoogleraar internationaal strafrecht aan de Universiteit van Amsterdam) had een ‘rare ervaring’ met het ministerie van Buitenlandse Zaken. Ambtenaren vielen over zijn definitie van terrorisme.

„Daarmee zouden we op de zere tenen van die landen gaan staan, dus die definitie moest anders”.

Ook het vermelden van obstakels in het internationaal strafrecht riep problemen op:

„Daarbij had ik man en paard genoemd, maar dat vonden die ambtenaren veel te openhartig. „Voor een wetenschapper is dit lastig werken. Je krijgt opdracht om iets goed uit te zoeken, maar moet het vervolgens versluierd weergeven.”

Subsidieer geen blogs, maar aggregeer ze

OPINIE - Het fijne van een filterbubbel is natuurlijk dat je af en toe verschrikkelijk met zijn allen opgewonden kunt zijn over dingen die vreselijk belangrijk zijn en die niemand interesseren.

De aanleiding was vorige week een stuk waarin de wetenschapsjournalist Maarten Keulemans van de Volkskrant de wetenschap opriep om bloggers serieus te nemen. Hij richtte zich aan het eind van dat stuk specifiek tot de voorzitter van NWO:

Kom, Stan Gielen, stop je geld waar je mond is, om er ook eens een anglicisme tegenaan te gooien. Het is 2018, wordt het onderhand niet eens tijd de academische blogs fatsoenlijk te ‘waarderen en te belonen’ voor hun ‘maatschappelijke impact’? Met op zijn minst een vergoeding voor zaken als vormgeving en hosting, of beter: een beurs die wetenschappers kunnen aanvragen, net zoals ze dat doen voor hun onderzoek?

Oudheidswetenschapsblogger Jona Lendering kwam met enkele interessante kritische kanttekeningen (hoe behoud je de vrijheid als je je gaat onderwerpen aan een subsidieregime, met aanvragen, toetsingscommissies en criteria?)  Taalkundeblogger Marten van der Meulen was meer onverdeeld enthousiast, al pleitte hij ook voor subsidie voor andere vormen van wetenschapscommunicatie.

‘Populariseren’

Ik sta in dezen meer aan de kant van Jona. Een van de mooie kanten van het bloggen is de absolute vrijheid die het biedt. Marten wijst in zijn bijdragen terecht ook op de vele vormen die je er kwijt kunt – van een tabel tot een filmpje –, maar zoiets geldt ook voor de inhoud. Op een blog kun je ideeën kwijt die net wat te wild zijn voor publicatie in een officieel tijdschrift, naast keurige beschrijvingen van de methodologie. Je kunt er collega’s interviewen, je kunt er reageren op een onzinstuk dat gisteren in de krant staat, je kunt je er overgeven aan herinneringen aan de wetenschap van veertig jaar geleden. Er zijn maar weinig grenzen.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Newspeak

OPINIE - Bovenstaand plaatje haalde ik woensdag van Twitter. NWO, een van de voornaamste financiers van het wetenschappelijk onderzoek, heeft een strategisch plan aan de minister aangeboden en dat is, zo moeten we geloven, weer een stap om de wetenschap in Nederland en de impact ervan op een hoger niveau te brengen.

Mocht u denken “dat is newspeak”, dan krijgt u gelijk als u er wat meer over leest. Het komt erop neer dat er geld komt voor riskante voorstellen, waarvan het resultaat niet van te voren valt te voorspellen. Verder moet het onderzoek wat meer verbinding hebben met de samenleving. Anders gezegd: NWO verandert links en rechts wat formulieren en noemt het strategie.

Onze wetenschappers zijn zulke intelligente mensen. Zouden ze deze flauwekul nou echt geloven? Het is niet voor het eerst dat ik me dat afvraag.

Ik ben zo’n doctorandus onbenul uit de jaren tachtig. (Voor de jonge lezers: de lengte van de opleiding is toen tot vier jaar teruggebracht, wat minder is dan het noodzakelijke. Wie nadien is afgestudeerd, heeft het niveau van wat vroeger een kandidaat heette.) Maar ook al waren mijn medestudenten en ik onvolledig geschoold, wij wisten dat er tussen de mooie academische woorden en de praktijk nogal wat lucht zat. Als wij het al herkenden, dan zullen doctores en professoren de spanning tussen woordenkraam en praktijk zéker herkennen. Ik vraag me van NWO dus af – en ik schrijf dit zonder sarcasme – of ze nou werkelijk niet beter weten of dat ze cynisch liegen. Voor beide valt iets te zeggen en het kan ook zijn dat het allebei tegelijk waar is.

Foto: NiederlandeNet (cc)

Evaluatierapport Wfpp: nuttige heroverweging die vragen oproept

ANALYSE - van Prof.Dr. Ruud Koole

De door de minister van BZK ingestelde commissie die de Wet financiering politieke partijen (Wfpp) moest evalueren, heeft recentelijk een mooi, informatief rapport gepubliceerd.

De commissie (Kars Veling, voorzitter; André de Jong, Sarah de Lange en Gerrit Voerman, leden) betrekt al gelijk in de titel van het rapport, ‘Het publieke belang van politieke partijen‘, een duidelijke stelling. Verderop in het rapport (p. 25) wordt die als volgt omschreven: het is ‘een publiek belang dat politieke partijen zo optimaal mogelijk zijn toegerust voor hun rol en functies in het proces van politieke wilsvorming, en dat hun onafhankelijkheid daarbij is gewaarborgd.’

Tussen die optimale toerusting en onafhankelijkheid zit natuurlijk de nodige spanning. De commissie doet een verdienstelijke poging hiertussen het evenwicht te bewaren. Enerzijds meer overheidssubsidie voor partijen (van in totaal 15,1 miljoen euro naar 21,9 miljoen euro), anderzijds zo weinig mogelijk bemoeienis van de overheid met de organisatie- en oriëntatievrijheid van partijen. ‘Verstatelijking’ van partijen moet worden voorkomen, maar tegelijk worden strenge eisen gesteld aan de transparantie van partijen over hun inkomsten.

Dat evenwicht was ook de bedoeling van de Wet financiering politieke partijen, die in 2013 werking trad en die nu door de commissie is doorgelicht. Het rapport is veel meer een heroverweging dan een evaluatie. We vinden nauwelijks gegevens over hoe de wet in de praktijk heeft uitgepakt. Geen informatie, bijvoorbeeld, over wat de partijen de afgelopen jaren nu precies met de subsidie hebben gedaan of welk effect de transparantievereisten hebben gehad op het publieke debat of op het vermogen van partijen om fondsen te werven. Wel het opnieuw doordenken van onderdelen van de wet. Dat laatste is heel nuttig, maar staat los van praktijkervaringen in de afgelopen jaren.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Doneer!

Sargasso is een laagdrempelig platform waarop mensen kunnen publiceren, reageren en discussiëren, vanuit de overtuiging dat bloggers en lezers elkaar aanvullen en versterken. Sargasso heeft een progressieve signatuur, maar is niet dogmatisch. We zijn onbeschaamd intellectueel en kosmopolitisch, maar tegelijkertijd hopeloos genuanceerd. Dat betekent dat we de wereld vanuit een bepaald perspectief bezien, maar openstaan voor andere zienswijzen.

In de rijke historie van Sargasso – een van de oudste blogs van Nederland – vind je onder meer de introductie van het liveblog in Nederland, het munten van de term reaguurder, het op de kaart zetten van datajournalistiek, de strijd voor meer transparantie in het openbaar bestuur (getuige de vele Wob-procedures die Sargasso gevoerd heeft) en de jaarlijkse uitreiking van de Gouden Hockeystick voor de klimaatontkenner van het jaar.

Foto: Partij van de Arbeid (cc)

Politieke partijen en hun stichtinkjes

Financiering van politieke partijen is altijd goed voor gedoe, onlangs ook weer naar aanleiding van de summiere jaarrekening van de PVV en de wirwar van stichtinkjes waarvan de VVD het bestaan openbaarde. Omdat ik wel eens voorzitter van zo’n stichting geweest ben (Stichting Fractiebeheer GroenLinks Rotterdam) kan ik wat licht werpen op hoe dat zit.

Eerst maar landelijk. De onlangs gepubliceerde jaarverslagen zijn die van de verenigingen. Daarnaast hebben partijen een aparte stichting voor het wetenschappelijk bureau en een jongerenvereniging. Die splitsing is wettelijk afgedwongen, om te zorgen dat de bijbehorende subsidies transparant besteed worden. Deze geldstromen onttrekken zich dus aan de partij als vereniging (en zeker de jongerenvereniging laat doorgaans weinig inmenging toe).

Daarnaast kunnen er nog landelijke stichtingen en verenigingen zijn, die wel aan de partij gelieerd zijn maar er geen deel van uitmaken. GroenLinks, om maar weer het voorbeeld dat ik het beste ken uit de kast te halen, kent een platform voor geloof en politiek, De Linker Wang. Die organiseert bijeenkomsten en geeft een eigen blad uit, waarvoor het contributie ophaalt bij sympathisanten. Daarvoor is een vereniging opgericht, waarvan de geldstroom dus buiten GroenLinks om loopt.

Verder heeft iedere Kamerfractie een eigen stichting. Daarin is bijvoorbeeld het PvdA-personeel ondergebracht dat nu in opstand is tegen Khadija Arib. Deze stichting onttrekt zich principieel aan de controle van de partij. De volksvertegenwoordigers zijn immers zonder last of ruggespraak gekozen, dus mogen op geen enkele manier onderhorig zijn aan hun kiesvereniging.

Volgende