Teveel krampachtigheid in Europadebat
In het debat over Europa regeert de emotie zozeer over de ratio dat we in de sfeer van de ‘fact-free politics’ terecht zijn gekomen. De vraag is of ‘Europa’ en ‘de democratie’ elkaar nog wel vinden, of zich in hoog tempo van elkaar verwijderen om elkaar nooit meer tegen te komen? Een gastbijdrage van Ton van den Brink, universitair hoofddocent Europees Recht aan de Universiteit Utrecht.
Het debat over Europa en de democratie is vooral vrijblijvend, vaak komt het niet verder dan wat kreten over en weer. Dat is vooral vervelend omdat op die manier het zicht op de werkelijke problemen vertroebelt. Met het vooruitzicht dat Europa in de komende verkiezingen een belangrijk thema gaat worden, is het daarom tijd om de kwestie nader onder de loep te nemen.
Het is niet eenvoudig voor een jurist om uit te leggen wat de recente maatregelen in het kader van de eurocrisis (‘six pack’, Begrotingsverdrag, ESM) precies behelzen. Maar waar het feitelijk om draait, is de vraag of er sprake is van een machtsoverdracht aan de EU of – om een nog neteliger begrip te gebruiken – dat de nationale soevereiniteit geraakt wordt. En daar kan een jurist wat makkelijker iets over zeggen.