De geboorte van de Amerikaanse hoogmoed
RECENSIE - ‘The world, and North Korea in particular, has lost a great opportunity for lasting peace and great prosperity and wealth. This missed opportunity is a truly sad moment in history.’
Aldus Donald Trump in zijn brief aan Kim Jong Un, waarin hij het voorgenomen overleg met de Noord-Koreaanse leider afblaast. Noord-Korea weigerde te ‘denucleariseren’ en had daarmee een geweldige kans op wereldvrede laten schieten.
Het mag duidelijk zijn dat de Verenigde Staten niet vanwege hun eigen belangen, hun eigen machtspositie, aan de onderhandelingstafel zaten. Nee, ze zaten daar voor de hele wereld. Amerika is het land dat die dankzij zijn open visie, zijn vreedzaamheid en niet te vergeten zijn morele superioriteit, de wereld kan verheffen. Het is een verleidelijke gedachte, zeker wanneer je ook nog denkt dat je, in geval van koppige domheid van de tegenstander, je gelijk ook met een beetje geweld mag opleggen – alles voor de goede zaak, nietwaar? Zoals Trump in dezelfde brief, op adembenemend botte wijze schrijft:
‘You talk about your nuclear capabilities, but ours are so massive and powerful that I pray to God they will never have to be used.’
Maart 1917
Trumps pose is natuurlijk kenmerkend voor de Amerikaanse politiek van de afgelopen eeuw. Sinds president Woodrow Wilson hinkt de buitenlandse politiek van de Verenigde Staten op twee gedachten. Enerzijds: we hebben niemand nodig; anderzijds: de wereld heeft ons nodig. Tot 1917 overheerste het eerste sentiment. (Denk aan de Monroe-doctrine.) maar in het voorjaar van 1917 sloeg dat radicaal om. In zijn boek Maart 1917 beschrijft Will Englund de lange reeks van toevalligheden en misverstanden die daarvoor hebbe gezorgd.