Dit is een gastbijdrage van Marjolein van de Water van Noticias.nl.
Rijke landen gaan arme landen betalen om hun bossen te beschermen. En als alles volgens plan verloopt, kunnen bedrijven hier goed aan verdienen. Walmart, de Wereldbank en andere grote spelers op de klimaattop in Cancun, zijn laaiend enthousiast over REDD, een mechanisme waarbij men de co2 die in bomen ligt opgeslagen, inzet om klimaatverandering tegen te gaan. Boeren en sociale organisaties vrezen voor de gevolgen ervan.
REDD (Reducing Emissions from Deforestation and Forest Degradation) was een van de weinige punten op de agenda in Cancun, waar de VN landen redelijk unaniem achter staan. Het idee is simpel. Bomen en planten absorberen co2 en slaan dat op. Landen gaan eerst uitrekenen hoeveel co2 er precies ligt opgeslagen in hun bossen. Als ze deze bossen vervolgens niet kappen, telt dat als vermindering van uitstoot. Hiervoor worden de landen dan financieel gecompenseerd. Kortom, er komt een prijskaartje te hangen aan de co2 die opgeslagen ligt in bomen.
Bomen op de markt
De vraag is natuurlijk wie dat gaat betalen. Brazilië is groot voorstander van het opzetten van een fonds waar rijke landen geld in storten. Ontwikkelingslanden kunnen dit geld dan gebruiken om hun REDD programma’s te financieren. Maar de meeste landen, vooral de westerse landen, pleiten voor een systeem waarbij ze de co2 uit bossen op de emissiemarkt kunnen verkopen. Zo kunnen landen en bedrijven die meer uitstoten dan afgesproken, hun klimaatschuld aflossen.