Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.
Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.
Fatwa: niks mis met kerken
,,Er is niks mis met het bouwen van kerken voor christelijke burgers als daar behoefte aan is’’, zegt de gezaghebbende moslimgeleerde Yusuf Al-Qaradawi in de fatwa die hij deze week uitvaardigde. Een belangrijke boodschap nu koptische kerken in Egypte regelmatig belaagd worden.
De fatwa is een reactie op een vraag die aan Qaradawi werd voorgelegd nu er voor het eerst in de geschiedenis in het Golfstaatje Qatar een kerk gebouwd wordt. De grond daarvoor werd geschonken door de emir van Qatar, sheik Hamad bin Khalifa Al-Thani.
,,Er is niks mis met het bouwen van kerken voor christelijke burgers als daar behoefte aan is omdat hun aantal is gegroeid of omdat zij geen gebedshuis hebben, zolang dat maar is goedgekeurd door de autoriteiten’’, stelt Qaradawi, onofficieel leider van de Internationale Moslim Broederschap. ,,Dat geldt ook voor niet-moslims die naar een moslimland zijn gekomen om er te wonen of te werken, die in aantal gegroeid zijn en behoefte hebben aan een kerk.’’
De rechtvaardiging voor zijn besluit vindt Qaradawi in de aanwezigheid van een christelijke minderheid, of dat nu een lokale gemeenschap is of een gemeenschap van immigranten. ,,Het is absoluut toelaatbaar dat zij toestemming krijgen om een kerk te hebben.’’
De terugkeer van de geest
Voor de Groene Amsterdammer schreef ik de volgende reportage over Egypte.
Een paar dagen later stuurt ze – zoals ze had beloofd – per email het stukje dat ze nog net voor de val van Mubarak in de Weekly publiceerde. Over hoe ze ernaast zat op die zwarte woensdag. En ze citeert Tawfiq al-Hakim, de vader van alle Egyptische toneelschrijvers, die het in de jaren dertig had over ‘awdat al-ruh’ – de ‘terugkeer van de geest’ – toen hij wilde aangeven wat de revolutie van 1919, de revolutie waarin Egypte een status van semi-onafhankelijkheid onder de Engelse overheersing had bevochten, had betekend voor de sfeer in het land. Tijdens de 18 dagen van verzet op Tahrir had Egypte eveneens zijn ziel weer teruggevonden, zo is de strekking van haar stukje.
Awdat al-ruh. Ik vind het mooi gezegd. Dertig jaar lang had Egypte en president aan het hoofd was van een systeem dat niet meer was dan een façade. Een parlement dat deed alsof het echt was, een quasi-oppositie en media die namaak-nieuws brachten – Oosteuropees aandoende leugens over hoe goed alles ging en hoe Mubaraks mening belangrijk werd gevonden in de wereld. Het Westen hielp die leugens in stand houden en prees Mubarak om de ’stabiliteit’ die hij vertegenwoordigde en de zogenaamde ‘hervormingen’ die hij doorvoerde. Jarenlang verkeerde de ‘geest’ van politiek en sociaal Egypte daardoor in een Doornroosje-achtige sluimer, een deprimerend soort lethargie waarin creativiteit en vindingrijkheid eerder werden afgestraft dan beloond. De laatste paar jaar was dat allemaal nog erger. Tè erg, de corruptie te groot, de onderdrukking te voelbaar, de façade een belediging voor de intelligentie. Wie wil weten hoe het voelde, het Egypte van de laatste jaren van Mubarak, moet de ook in het Nederland vertaalde roman ‘Het Yacoubian’ lezen van de schrijver Alaa al-Aswani.
Maar nu, na de revolutie, is de ziel overduidelijk terug. Geen gesprek in Cairo dat niet gaat over het ‘nieuwe’ Egypte. Twee weken heb ik om een beeld te krijgen van hoe de Egyptenaren die geest weer tot leven hebben gebracht en wat ze denken ermee te gaan doen. Mijn eerste zegsman is Hani Enan. Hij is één van de voormannen van de Kefaya beweging, die in 2004/2005 werd opgericht als reactie op de toen duidelijker wordende dreiging dat Mubarak zou worden opgevolgd door zijn zoon Gamal. Kefaya (het naam betekent:’genoeg’) was een los verband van oppositie-figuren van de meest uiteenlopende politieke kleuren, van links, via burgerlijk liberaal tot islamist. Het had geen eigen politiek program, je zou het een ‘one issue’ beweging kunnen noemen. De belangrijkste eis die het formuleerde betrof nieuwe presidentsverkiezingen met de mogelijkheid om ongehinderd tegenkandidaten in te kunnen dienen. Het was de eerste beweging die – in 2005 – openlijk vroeg om het aftreden van Mubarak.
Hani ontvangt me tegen middernacht in de wijk Moqattam. De plek is een duur ingericht kantoor (Hani vertegenwoordigt onder meer Philips’ medische apparatuur in Egypte). hij biedt me dure Franse cognac aan. Het is niet wat je zou verwachten van een revolutionair. Toch is Hani’s loopbaan vooral bepaald door zijn carrière als opposant. Al in 1968 demonstreerde hij als medicijnenstudent tegen Nasser en in de jaren zeventig was hij een van de deelnemers aan het studentenverzet tegen Sadat, onder tijdens de onlusten in ‘77 die de geschiedenis in zouden gaan als ‘broodrellen’. Onder meer door de vele malen dat hij werd gearresteerd maakte hij uiteindelijk zijn studie niet af.
De harde kern van Kefaya, vertelt hij, werd gevormd door activisten uit het voormalige studentenverzet van de jaren ‘70 rond de legendarische, te vroeg overleden, studentenleider Ahmed Abdallah. Anderen kwamen via de comités van solidariteit met de in 2000 begonnen Tweede Intifada in de door Israel bezette gebieden. De meeste Kefaya-deelnemers waren intussen al over de zestig en zelf speelden ze niet echt een leidende rol bij de revolutie van Tahrir. Maar niettemin was het bestaan van Kefaya van doorslaggevend belang. De beweging fungeerde als een verzamelpunt, een soort katalysator van het verzet. Er was ook een jongerengroep en daaruit kwamen de vrije vakbeweging voort en de 6 Aprilbeweging, die beide een hoofdrol zouden gaan spelen bij de omwenteling. Kifaya leverde een plek voor hen om te vergaderen, en daarnaast geld en goede raad. ‘We kwamen regelmatig met ze samen en leverden ruimte en faciliteiten. En in januari 2011 hadden we een dagelijks bijeenkomend follow-up comité. Je zou kunnen zeggen dat we optraden als consultants van de revolutie.’
Ahmed Maher van de 6 April Beweging is mijn volgende gesprekspartner. Hani Enan, die me naar hem heeft toe geleid, beschreef hem als ‘waarschijnlijk de echte vader van de revolutie’. Maher was de eerste die bedacht te gaan demonstreren op 25 januari, de Nationale Dag van de Politie’. Ahmed is 30, civiel ingenieur, een onopvallende zacht pratende man, maar samen met dames als Asmaa Mahfouz en Esraa Abdel-Fattah van de onafhankelijke vakbeweging is hij intussen een soort nationale beroemdheid. De 6 April Beweging, vertelt hij, kwam voort uit de groep Youth for Change, de jeugdafdeling van Kefaya. De beweging werd in 2008 opgezet een maand na een grote staking op 6 april bij de textielfabrieken in Mehalla al-Kubbra .ten noorden van Cairo. Ahmed, die eerst een blog had, begon een Facebook-pagina en lanceerde oproepen om de stakers bij te staan met tenten, dekens, en advocaten. In korte tijd had de pagina 70.000 leden. Dat aantal daalde nadat Ahmed en anderen waren opgepakt en gemarteld. Niettemin volgden andere demo’s. Zoals een conferentie tegen de regeringspartij tijdens een Iftar in de Ramadan-maand van dat jaar, of een oproep tot een herhaling van de staking van 2008 en het dragen van zwarte kleding, die op 6 april 2009 – ook tot verbazing van de beweging zelf – resulteerde in een uitgestorven Cairo. Het was inderdaad ook de 6 April Beweging, vertelt Ahmed, die in 2009 en 2010 voor het eerst demonstreerde op de Nationale Politiedag – in 2009 waren er 500 deelnemers, in 2010 zo’n 1000 (en dit jaar werd het dus het begin van de revolutie). Nog een memorabel moment was er overigens toen de (internationale) ‘Gaza Freedom March’ op weg naar Gaza datzelfde jaar 2010 Cairo aandeed. Er werd met de Gaza-gangers samen gedemonstreerd, onder meer door van diverse kanten tegelijk naar het Talaat Harb-plein (vlakbij Tahrir) in downtown Cairo op te rukken.
Maar misschien het belangrijkste was dat Ahmed in 2008, kort na de oprichting van 6 April op een website stuitte, ‘Academy for Change’ geheten, waarin reclame werd gemaakt voor de methodes van geweldloos verzet, onder meer de methodes waarmee de ‘Otpor’ beweging in Servië Milosevic wist te verjagen. Het inspireerde hem om hetzelfde te doen. De gebalde opgeheven vuist van Otpor werd vanaf dat moment ook het symbool van 6 April. De beweging begon te experimenteren met een ander soort demonstraties en het mobiliseren van volkswijken. ‘We gingen de wijken in probeerden van alles, zingen, feesten organiseren, toneelstukjes opvoeren. Ook probeerden we een soort alternatieve demonstraties uit in plaats van de traditionele manier. Buiten Cairo experimenteerden we bijvoorbeeld met flash mobs. Zo gingen we zingen op het strand in Alexandrië en vliegers oplaten. We werden de volgende dag opgepakt. Maar het werd langzamerhand steeds meer een succes. In 2010 stonden we bekend als ‘al-Ahl al-magnoun’, dat stelletje gekken, en hielden we elke week wel ergens zo’n betoging.
In juli 2010 ontstond een nieuwe Facebook-groep, nadat in Alexandrië een zekere Khaled Said, die getuige was geweest van een drugsdeal van twee politiemensen, door hen werd doodgeslagen. De 6 April groep besloot tot samenwerking met deze groep die het werk was van een jonge manager van Google, Wael Ghoneim. ‘En daarna was er in december van dat jaar de omwenteling in Tunesië die een inspirerend voorbeeld werd, ‘ zegt Ahmed. ‘We besloten toen dat iedereen mee moest werken. Vanaf 15 januari waren er bijeenkomsten met allerlei groeperingen, zoals de groep van ElBaradei, de Khaled Said-groep, het Democratisch Front van Osma Ghazali Harb en de jongeren van de Moslim Broederschap. Op 20 januari besloten we dat we ons zouden opsplitsen en de demonstratie op 25 januari zouden beginnen vanuit verschillende armere buurten van Cairo, zoals Shubra, Bulaq, Imbaba, Bulaq al-Daqrour en nog meer andere.
En het verhaal is dat jullie de start in één van die volkswijken geheim wisten te houden voor de amn al-merkazi, de politie, zodat ze die ene groep niet zoals hun gewoonte is konden insluiten en immobiliseren en jullie met die ene groep konden doorbreken naar Tahrir?
Ahmed Maher, glimlachend: ‘Nee, het was anders. We publiceerden op Facebook dat de demonstratie om 14.00 zou beginnen. Maar we zorgden dat we er met de mensen uit de wijken al om 13.00 uur waren, dus vóór de politie.’
Een regime naar huis sturen is één ding ook al was dat misschien moeilijk genoeg, maar Egypte omvormen tot een democratie is waarschijnlijk nog veel ingewikkelder. Buiten Egypte is er geen gebrek aan sceptici die denken dat het dat nooit gaat lukken. Maar in Egypte zelf is dat anders. Daar is de vraag niet òf het zal gaan lukken, maar hoe lang het zal gaan duren. Althans dat is de vraag in Cairo. Wat het platteland denkt is minder duidelijk. ‘Dit was een typische stedelijke revolutie,’ zegt de journalist Hani Shukrallah, ‘en de helft van Egypte is platteland. Die andere 50% moet de veranderingen nog verwerken. Dat kan jaren gaan duren.’
Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.
Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.
Sargasso is een laagdrempelig platform waarop mensen kunnen publiceren, reageren en discussiëren, vanuit de overtuiging dat bloggers en lezers elkaar aanvullen en versterken. Sargasso heeft een progressieve signatuur, maar is niet dogmatisch. We zijn onbeschaamd intellectueel en kosmopolitisch, maar tegelijkertijd hopeloos genuanceerd. Dat betekent dat we de wereld vanuit een bepaald perspectief bezien, maar openstaan voor andere zienswijzen.
In de rijke historie van Sargasso – een van de oudste blogs van Nederland – vind je onder meer de introductie van het liveblog in Nederland, het munten van de term reaguurder, het op de kaart zetten van datajournalistiek, de strijd voor meer transparantie in het openbaar bestuur (getuige de vele Wob-procedures die Sargasso gevoerd heeft) en de jaarlijkse uitreiking van de Gouden Hockeystick voor de klimaatontkenner van het jaar.
Egypt: The Last Choice
Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.
De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.
Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.