Olie-luchtbel?
De Telegraaf spreekt vandaag van een historisch dieptepunt. De benzineprijs van een liter benzine is meer dan 1,50 Euro. In Nederland bleven autorijders vooralsnog onaangedaan doorboemelen in hun heilige koe, in tegenstelling tot bijvoorbeeld België alwaar de hogere pompprijzen wel tot een afname van het autogebruik leidden. En dat terwijl de benzineprijzen in Nederland het allerhoogste zijn van West-Europa. Zoals gebruikelijk wordt er naar de overheid gewezen om het probleem op te lossen en eist men het kwartje van Kok terug. Niet onbegrijpelijk nu de overheid met de hoge accijnzen een grote invloed op de prijs uitoefent. Maar misschien kan de aandacht beter even uitgaan naar een andere betrokken partij: de speculanten. Op de beurs wordt driftig gespeculeerd op een nog verdere verhoging van de olieprijs. Wellicht omdat er na de schijnbaar voorgoed voorbije vette jaren op de aandelenmarkt door snelle beursjongens nu een nieuw doel voor woekerwinsten wordt gezocht. Zo hitsen ze elkaar op met verhalen over peak oil en voorspellingen dat 100 dollar per vat niet ondenkbaar is. Er valt weinig tegen te doen, behalve misschien luisteren naar mensen met echt verstand van economie. Zoals tijdschriftgigant Steve Forbes, die stelt dat de wetten van vraag en aanbod niet eeuwig kunnen worden ontweken. Genoeg aandacht voor zijn gezonde redenering kan de speculanten nerveus maken. Want ze willen natuurlijk wel hebben verkocht voordat de olieluchtbel in hun portefeuille uiteenspat.