Wanhopige Partido Popular ondermijnt Spaanse democratie
ELDERS - In Spanje blokkeert de rechtse Partido Popular benoemingen van hoge rechters. Het tekent de verrechtsing van de partij, schrijft gastauteur Nick Ottens.
De Spaanse oppositie heeft het land in een grote institutionele crisis gestort, volgens linkse media zelfs de grootste sinds de gefaalde legercoup van 1981. Premier Pedro Sánchez spreekt van een ‘ongekende situatie in onze democratie.’
Wat is er aan de hand? Het Constitutionele Hof van Spanje, het best te vergelijken met de Raad van State in Nederland, heeft de Senaat verboden om hervormingen van het hof te debatteren. Premier Sánchez wil het makkelijker maken om hoge rechters te benoemen. Daar is, afhankelijk van het soort rechters, nu een meerderheid van drie vijfde tot driekwart van de zetels in zowel het Congres als de Senaat voor nodig. De linkse Sánchez heeft die meerderheid niet. De rechtse Partido Popular (PP) blokkeert al vier jaar zijn benoemingen.
Dat is ongekend. In het verleden had de PP ook niet altijd zo’n grote meerderheid, maar de PSOE, de partij van Sánchez, hield benoemingen van conservatieve rechters niet tegen.
Dat de PP zo ver gaat, tekent de verrechtsing van de partij. De christendemocraten voelen de hete adem van Vox in hun nek, een nieuwe partij die in Europa samenwerkt met Forum voor Democratie en in eigen land volhoudt dat de misdaden van Franco door links worden overdreven.