Afgezien van een paar mensen die moeten werken, bedelen of vechten om in leven te blijven, is de wereldbevolking momenteel te verdelen in twee groepen: mensen die onder een steen leven en mensen die Twitteren. Twitteraars houden elkaar in SMS-lengte op de hoogte van hun belevenissen. Saai? Nee! Maxime Verhagen doet het ook. Dus.
In een aardige column in De Pers van 36 uur geleden probeert Mark Koster het fenomeen te begrijpen. Wat bezielt de Twitteraar? Legitieme vraag, maar hij valt nogal zwaar op de tenen van de community.
Zo reageert een Twitteraar: “Twitter is nogal sociaal en lijkt een beetje op een kroeg. (…) Jullie hebben er totaal niets van begrepen en trekken conclusies die je na een paar uurtjes Twitteren echt niet kunt trekken.”
Die kroeg is een goede vergelijking: daar kun je na een paar uurtjes ook concluderen dat je geen bartype bent.
Koster ging zelf ook Twitteren en botste meteen tegen de grens van 140:
Mark Koster snapt het niet. De beperking van 140 karakters noopt tot oneliners (en het gebruik van woorden als ‘nopen’, maar dat terzijde) en die glijden makkelijk naar binnen bij onze overprikkelde hersens. Het succes zit ‘m in die hapklaarheid. Oneliners werken overal: wie zit er te wachten op een genuanceerde beschouwing over de islam? Een beetje politicus heeft genoeg aan 140 karakters.