Post-atheïst | Botsende categorieën
COLUMN - Seksuele identiteiten zijn, om eens een open deur in te trappen, moderne constructen. In de negentiende eeuw vielen erotische verlangens, ideeën en handelingen onder de moraaltheologie, de psychiatrie, het strafrecht en de biologie. Pas betrekkelijk recent werd seksualiteit bevrijd uit de religieuze, morele, medische, juridische of biologische sfeer, ontstond seksualiteit als zelfstandige categorie en begonnen mensen te zeggen dat ze hetero of homo waren.
Iets dergelijks gebeurde in de vierde eeuw, toen religie als categorie kwam te ontstaan. In mijn vorige column wees ik erop dat ze ontstaan móest om ruimte te maken voor een christelijke identiteit. Tot dan toe bestonden er wel religieuze ideeën en handelingen, maar je deelname daaraan was onderdeel van bijvoorbeeld je nationale identiteit. Pas toen de christenen meer invloed kregen, wijzigden de categorieën die in het debat werden gebruikt. In universiteitsbargoens: het discours veranderde.
Helaas is het mensen eigen om wél te kunnen omgaan met informatie die zich in bepaalde hokjes laat passen maar geërgerd te raken als dat niet lukt. De Joden pasten niet goed in de nieuwe, door het christendom bepaalde categorieën, en ergernis hierover moet een gedeeltelijke verklaring zijn voor het feit dat de Joden in de Middeleeuwen en de Nieuwe Tijd werden vervolgd. Niet als aanleiding of oorzaak, maar wel als versterkende factor. Eerdere generaties christenen, die hadden geleefd voordat de categorieën waren aangepast, zouden het hebben herkend.