NSC: Nieuw Sociaal Contract of Nieuw Sociaal CDA?

van Prof. Dr. Gerrit Voerman en dr. Léonie de Jonge, eerder verschenen bij het Montesquieu Instituut. Op 19 augustus richtte Pieter Omtzigt bij de notaris officieel zijn eigen partij op, het NSC. Hoewel er nog weinig bekend is over het programma en de kandidatenlijst, lijkt het er sterk op dat zijn nieuwe partij aanzienlijke elementen van het CDA heeft overgenomen, zowel op het gebied van ideologie en programma als wat betreft het personeel. De vraag is dan ook: staat NSC, de afkorting van Omtzigts partij, voor Nieuw Sociaal Contract of Nieuw Sociaal CDA? 1. Ideologische uitgangspunten Het document Grondgedachten & Uitgangspunten biedt inzicht in het ideologische profiel van het NSC. Hierin staan termen als ‘de overheid als schild voor de zwakken’, ‘solidariteit’, ‘goed rentmeesterschap voor de schepping’, ‘persoonlijke verantwoordelijkheid’, ‘gespreide macht en verantwoordelijkheid’, het belang van het ‘maatschappelijk middenveld’ – allemaal kernbegrippen van het CDA. Ook het begrip ‘subsidiariteit’ wordt inhoudelijk in de uitgangspunten van het NSC aangeduid, zij het niet letterlijk genoemd. Het is duidelijk dat de partij van Omtzigt zich baseert op het christendemocratische gedachtegoed. Daarnaast wordt er rijkelijk geput uit de katholieke sociale leer, met als centraal uitgangspunt de personalistische mensvisie die de mens beschouwt als een onderdeel van de gemeenschap. Deze opvatting staat in de Grondgedachten & Uitgangspunten van het NSC centraal en wordt gezien als ‘ons alterna­tief voor het heersende individualisme’. Verder is het docu­ment doordrenkt van confessionele noties. Hoewel het woord ‘God’ nergens te bespeu­ren is, zijn de standpunten vaak expliciet gebaseerd op christelijke waarden en (katholieke) deugden zoals rechtvaardigheid, dienstbaarheid, naastenliefde en barmhartigheid. Al met al kun­nen de uitgangspunten van het NSC, die in grote mate overeenkomen met die van het CDA, worden gekarakteriseerd als communitaristisch. Niet de staat of de markt is het ver­trek­punt maar de samen­leving, die wordt opgevat als een waardengemeenschap. 2. Programmatische elementen Een uitgewerkt programma heeft het NSC nog niet, maar op grond van de hierboven genoemde rudimentaire beginselverklaring en het basisdocument Politieke lijn Groep Omtzigt (dat voorstellen bevat die Omtzigt in de afgelopen jaren in de Tweede Kamer heeft gedaan) kan wel een indruk worden verkregen van de politieke positionering van deze nieuwe partij. Op sociaaleconomisch gebied neemt het NSC centrumlinkse standpunten in. Zo is er scherpe kritiek op het neoliberale beleid van de afgelopen jaren en wordt er volop ingezet op het verster­ken van de be­staanszekerheid en sociale zekerheid, zoals een eventuele verhoging van het sociaal minimum, te beginnen met gezinnen. De bewoordingen zijn soms antikapitalistisch en zelfs mar­xistisch: in het basisdocument is bijvoorbeeld sprake van een nieuwe ‘maatschap­pe­lijke orde­ning’ waarin ‘de overheid burgers tegen marktexcessen in het kapitalisme’ beschermt, en dat ‘de pro­ductie­middelen’ (!) niet beheerst dienen te worden door enkele partijen. Daarentegen kan het NSC op sociaalcultureel vlak eerder als rechts worden beschouwd. Zo schenkt de partij veel aan­dacht aan gezin, familie, gemeenschap, identiteit en traditie. Artikel 3 van de statuten be­nadrukt de waarde van ‘de Nederlandse taal, culturele identiteit en sociale traditie als uitdrukking van de gemeenschap en als bijdrage aan gerechtigheid, vrede en behoud van de schepping’. Wat betreft migratie streeft het NSC naar het ‘beheersen van verschillende stromen van migratie’, bijvoorbeeld door het belemmeren van studiemigratie en het verminderen van ‘royale belastingvoordelen’ voor arbeidsmigranten. Het beperken van migratie is volgens Omtzigt overigens één van de oplossingen voor de wooncrisis. 3. Personeel Dat de grondslagen en het program van het NSC – voor zover bekend althans – veel weg hebben van het CDA behoeft geen verrassing te zijn: Omtzigt heeft immers niet het CDA verlaten om inhoudelijke verschillen, maar vanwege ernstig verstoorde persoonlijke verhoudingen. Bovendien wordt hij bijgestaan door een kernteam bestaande uit vier voormalige CDA-leden, van wie er drie eerder Tweede Kamerlid waren voor het CDA. Zij vervullen sleutelfuncties in het NSC: partijvoorzitter, schrijver van het verkiezingsprogramma en woordvoerder. Hoewel er nog geen officiële bekendmaking is over de lijst van kandidaten, is het aannemelijk dat een substantieel aantal van hen uit het CDA afkomstig zal zijn. Omtzigt liet bij de oprichting van het NSC doorschemeren dat er op dit vlak nog veel moet gebeuren. Gezien de krappe tijdsspanne – op 9 oktober moeten de kandidaten­lijsten bij de Kiesraad worden ingeleverd – is het zeer waar­schijnlijk dat hij en zijn vertrouwelingen (ook) in hun eigen netwerk zullen zoeken naar potentiële kandidaten. Het is zeker niet onwaarschijnlijk dat ze dan ook (voormalige) CDA-leden zullen benaderen. De naam van oud-staatssecretaris en voormalig kandidaat-CDA-lijst­trekker Mona Keijzer bijvoorbeeld gaat al rond, nadat zij begin augustus haar lidmaatschap van het CDA heeft opgezegd. Rekru­te­ring onder ex-CDA’ers heeft enkele voordelen: de kandidaten zijn bekend bij het kernteam en hun inhoudelijke profiel sluit naadloos aan bij het NSC-programma – althans voor zover dat nu al is uitgewerkt. 4. Machtsstreven In één opzicht lijkt het NSC in het geheel niet op het CDA, namelijk als het om macht gaat. Omtzigt heeft meermaals duidelijk gemaakt dat het niet zijn doel is om zijn partij de grootste in de Tweede Kamer te maken. ‘We willen onze idealen verwezenlijken, niet de macht om de macht’, zij hij daarover in een interview met het regionale dagblad Tubantia. Omtzigt moet er niet aan denken dat zijn NSC de door I&O-research eerder gepeilde 46 Kamerzetels zou behalen (inmiddels staat het NSC op 31 virtuele zetels: met een verwijzing naar de LPF en FVD vond hij dat ‘onverantwoord’ voor een nieuwkomer. Aan de traditionele bestuurders- en machtspartij CDA zijn dat soort overwe­gingen niet besteed, waaraan natuurlijk moet worden toegevoegd dat die partij nooit from scratch moest beginnen als Omtzigt nu (het CDA is immers ontstaan als fusiepartij). Verder heeft Omtzigt te kennen gegeven dat hij het premierschap aan zich voorbij zal laten gaan mocht het NSC de grootste partij worden. CDA-lijsttrekkers peinsden daar niet over: wanneer het mogelijk was, grepen Van Agt, Lubbers en Balkenende de kans om premier te worden. Het is overigens merkwaardig dat Omtzigt teneinde een ‘verantwoorde groei’ van zijn partij te realise­ren, overweegt om niet in alle kieskringen mee te doen. In het politieke proces staat ‘de gewone burger… vaak effectief buitenspel’, zo schrijft hij in de Grond­gedachten & Uitgangspunten, en daarom moet de bestuurscultuur veranderen. Daartoe bepleit hij onder meer een nieuw kiesstelsel om ‘de band tussen kiezers en gekozenen te versterken’. In dat licht bezien kan het NSC zich het toch moeilijk permitteren om bij de verkiezingen een deel van de ‘gewone burgers’ effectief buitenspel te zetten en die teleur te stellen. 5. Nieuwe receptuur als succesformule? Op basis van wat er nu inhoudelijk bekend is, kan het NSC worden gekarakteriseerd als een sociaal-conservatieve partij – een soort partij trouwens dat ook de nieuwe CDA-lijsttrekker Bon­ten­bal voor zijn partij voor ogen staat. De opkomst van zowel de BBB als het NSC werpt echter een schaduw van onzekerheid over de toekomst van het CDA. Dit wordt onderstreept door de recente peilingen van I&O, waarin het CDA slechts op drie zetels uitkomt. Het NSC combineert het sociaal-conservatisme met de wens om een eind te maken aan het ‘onbekwaam bestuur’ van de afgelopen decennia en het geschon­den vertrouwen in de overheid te herstellen. Daarvoor grijpt Omtzigt opmerkelijk genoeg naar een leerstuk uit de liberale traditie: het sociaal contract. Echt duidelijk wordt het niet wat hij er pre­cies mee bedoelt, maar het moet leiden tot ‘een nieuwe maatschappelijke ordening waar­bij de burger in een democratische rechtsstaat richting geeft aan de economische en sociale ont­wikkelingen’. Concreet moet het bestuurlijk stelsel op de schop door de invoering van een con­stitutioneel hof en hervorming van het kiesstelsel, waarmee de rechtsbescherming en de verte­gen­woordiging van burgers wordt bevorderd. Of deze vormen van institutional engineering voldoende zijn om het gedrag van politici te veranderen en een nieuwe bestuurs­cultuur te verwezenlijken is nog maar zeer de vraag. Het NSC vertoont in vele opzichten gelijkenissen met het CDA, maar lijkt wel socialer – in ieder geval in retorische zin (afgewacht moet worden wat het verkiezingsprogramma concreet te bieden heeft). Uit kiezersonderzoek blijkt dat er een aanzienlijk electoraal potentieel is dat het NSC kan aanboren: in Nederland zijn er veel kiezers die sociaaleconomisch linkse opvattingen met cultureel rechtse standpunten combineren. De partij van Omtzigt kan daarnaast met haar scherpe kritiek op de oude bestuurscultuur ook inspelen op het grote wantrouwen ten opzichte van de overheid dat in de maatschappij leeft. Zo bezien is de NSC én een sociaal CDA én de partij van het ‘sociaal contract’ – en met die combinatie is zij een geduchte electorale concurrent van bijna alle in de Tweede Kamer zitting hebbende partijen. Gerrit Voerman is directeur van het DNPP en hoogleraar aan de Rijksuniversiteit Groningen. Léonie de Jonge is politicoloog aan de Rijksuniversiteit Groningen en onderzoeker bij het Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen (DNPP).

Foto: Sjoerd Luidinga (cc)

Doorpakken met stikstofreductie

ANALYSE - Het belangrijkste signaal van de afgelopen verkiezingen is dat de kiezer een hekel heeft aan onduidelijkheid en getreuzel

Na de afgelopen verkiezingen horen we velen beweren dat het nu gepast zou zijn pas op de plaats te maken met het stikstofbeleid voor de landbouw. Dat is echter precies de verkeerde conclusie.

Uitgesproken voor- en tegenstanders van stikstofreductie in de landbouw hebben zich in de eerste kamer volkomen gelijkwaardig verdeeld. Tegenover de 16 zetels in de eerste kamer voor BBB, die graag het beleid wil afzwakken, staan er bijna evenveel van GroenLinks en de PvdA, voor wie het allemaal niet snel genoeg gaat. Tegenover de 4 zetels van Wilders, die zijn hakken in het zand wil zetten, staat met hetzelfde aantal zetels de partij voor de Dieren, die het liefst de bio-industrie morgen helemaal wil afschaffen. En de SGP, die vooral niets wil veranderen, heeft één zetel minder dan Volt, die ook op dit dossier vooral juist veel en snel wil veranderen.

De zetels van Ja21, die geen verandering wil, staan qua aantal weer gelijk aan die van de SP, die de megastallen wil sluiten. En dan hebben we nog 50+ en de onafhankelijken, die beide over het hele stikstofvraagstuk zo vaag mogelijk verkiezen te doen. Kortom, uitgesproken voor- en tegenstanders van harde maatregelen in het stikstofdebat staan er na deze verkiezingen links en rechts van het kabinet precies even sterk voor.

Doe het veilig met NordVPN

Sargasso heeft privacy hoog in het vaandel staan. Nu we allemaal meer dingen online doen is een goede VPN-service belangrijk om je privacy te beschermen. Volgens techsite CNET is NordVPN de meest betrouwbare en veilige VPN-service. De app is makkelijk in gebruik en je kunt tot zes verbindingen tegelijk tot stand brengen. NordVPN kwam bij een speedtest als pijlsnel uit de bus en is dus ook geschikt als je wil gamen, Netflixen of downloaden.

Quote du Jour | Personeelsbeleid van anderen

Partijen moeten zich niet met personeelsbeleid van anderen bemoeien.

Deze geprikkelde reactie van Mark Rutte komt nadat Gert-Jan Segers van de Christen Unie heeft gezegd niet meer met hem, maar nog wel met zijn partij te willen samen werken. Dezelfde Mark Rutte dus die een paar dagen lang ontkende over een ‘functie elders‘ voor Pieter Omtzigt te hebben gesproken met de verkenners voor de formatie van een nieuwe regering. Hoeveel boter heb je dan op je hoofd? De hele boterberg van de jaren ’60 en ’70?

Foto: Roel Wijnants (cc)

Meer of minder zelfstandige boeren?

De afgelopen twintig jaar is door schaalvergroting één op de twee zelfstandige boerenbedrijven gestopt – de afgelopen zeventig jaar zelfs zes op de zeven. Van wat zich nu nog ‘boer’ noemt, is een groot deel de mega-investeerders die voor platte winst de plattelandsgemeenschappen kapot hebben gemaakt. Het gevolg van staand beleid.

Deze investeerders hebben minder verstand van dieren dan van leningen, subsidies en spreadsheets. De stal zien ze nooit, het schoonmaken, melken, voeren en slachten laten ze over aan machines en dagloners. Voor het eigen land produceren ze niet: het voer wordt geimporteerd en het vlees wordt weer geexporteerd. Daarbij: de boer melkt het vee, de agro-industrie en de bank melken de boer. Een heel verdienmodel. De boer van nu zit gevangen in het systeem, de boeren van toen zijn in meerderheid al lang stadsbewoner geworden.

Nu wil ‘de boerenstand’ in de waterschappen het grondwater zo laag mogelijk hebben, zodat meer vee kan grazen. Maar als dat gebeurt, verzilt het land, zodat we over een decennium op een zoutkorst zitten waar niets meer op groeit. Daarnaast raakt onze bodem vertieft, niet alleen met ammoniak (stikstof), maar ook met bestrijdingsmiddelen – die we vervolgens zelf binnenkrijgen, de boer voorop.

Foto: Directie Voorlichting (cc)

Voorstel CDA voor onderscheid tussen vluchteling en asielgerechtigde is verlies-verliessituatie

OPINIE - Gastauteur Gerdjan Kipping bespreekt het voorstel van de CDA-fractie om in Nederland, net als in België en Duitsland, statushouders in twee categorieën op te delen: permanente vluchtelingen, en mensen die tijdelijk bescherming zoeken. “Een verslechtering voor zowel de mensen met een subsidiaire beschermingsstatus als voor de IND.”

Mensen die tijdelijk bescherming zoeken moeten van het CDA minder bescherming krijgen. Nieuw is dit niet, ook voor de wijziging van de Vreemdelingenwet in 2001 bestond de mogelijkheid om mensen die niet als vluchteling waren erkend minder rechten toe te kennen, dan asielverzoekers die een vluchtelingenstatus hadden gekregen. Dat onderscheid in rechten is destijds om goede redenen afgeschaft. Het leidde tot veel doorprocederen voor een vluchtelingenstatus wat weer een enorme werkdruk bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) veroorzaakte.

Aanzuigende werking bestaat niet

Na de relatief rustige coronajaren is het aantal vluchtelingen dat Nederland bereikt, toegenomen als gevolg van oorlogen, onderdrukking en uitzichtloosheid, de voornaamste redenen waarom mensen vluchten. Een constante in meer dan dertig jaren is de roep om steeds strengere maatregelen om de komst van vluchtelingen tegen te gaan. De Nederlandse politiek heeft daaraan bijgedragen. Strengere maatregelen in Nederland en omringende landen hebben in de regel hooguit een tijdelijk (waterbed)effect en het bestaan van aanzuigende werking als gevolg van vermeende soepelere asielwetgeving is nooit bewezen. Desondanks volharden politici in schijnoplossingen. De aangekondigde motie van het CDA om onderscheid in rechten te maken op grond van de reden waarom iemand bescherming heeft gekregen, is daar een voorbeeld van.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Foto: Pedro Szekely (cc)

Staatsrecht als campagnestrategie

COLUMN - Tijdens het debat over het AD-interview met Hoekstra (officieel ‘De uitspraken van de minister van Buitenlandse Zaken over de stikstofafspraken uit het regeerakkoord en over de koopkracht‘) schreef Rutte nieuw staatsrecht waar de komende tijd college over zal worden gegeven, mogelijk scripties over geschreven en waarnaar misschien wel kloek promotie-onderzoek wordt gedaan.

Dat het kabinet niet met één mond sprak, gaf Rutte tijdens het debat ruiterlijk toe. Lastig ontkennen ook: er ligt een coalitieakkoord en er is een AD-interview; beide ‘schuren’. NOS-verslaggeefster Nienke de Zoeten noemde het AD-interview gekscherend een bijlage bij het dat akkoord; een knap staaltje medialogica waarbij het interview van het AD als decor voor de parlementaire reprimande diende. De Kamer kwam niet terug voor de torenhoge inflatie of de opvangcrisis in Ter Apel, maar wel om premier en minister van Buitenlandse Zaken op de vingers te kunnen tikken.

Dat terzijde.

Het stikstofdossier liep Hoekstra de afgelopen weken allemaal electoraal dun door de broek en daarom besloot hij in Neerlands voetbalkrant (blijkbaar het kruispunt tussen CDA en agrarische achterban) een natte scheet te laten. Daar is gisteren collectief aan gesnuffeld en goed bevonden: de coalitie gaat in ieder geval drie weken door met elkaar, want dan komt Remkes met … Ja, ook dat bleef volstrekt onduidelijk. Rutte hield zelfs de mogelijkheid open dat Remkes met helemaal niks komt: hij is immers geen onderhandelaar, maar slechts zichzelf, vatte Rutte het samen.

Foto: Roel Wijnants (cc)

Gedoe in de coalitie hoeft geen probleem te zijn

ANALYSE - De coalitiepartijen VVD, D66, CDA en ChristenUnie hebben gedurende Rutte III meermaals en over diverse onderwerpen in de clinch gelegen. Menig keer werd dan gesproken over een potentiële kabinetscrisis. Terwijl deze incidenten juist ook bij kunnen dragen aan behoud van het electoraat van deze partijen, een analyse van bestuurskundige Aron van Balveren.

Na maanden van onderhandelen presenteerden VVD, D66, CDA en ChristenUnie op 15 december het nieuwe regeerakkoord: ‘omzien naar elkaar, vooruitkijken naar de toekomst’. Sceptici stelden nog tijdens de formatie dat de kans groot is dat de regeringsperiode van kabinet Rutte IV niet zo lang gaat duren. Want zijn de tegenstellingen tussen de politieke partijen niet enorm groot, en scheerde het kabinet Rutte III niet al een aantal keer langs de rand van de afgrond voordat het uiteindelijk ten val kwam?

Discussie, onenigheid en perikelen rondom (het oplossen van) het stikstofprobleem, het kinderpardon en het klimaatakkoord. Een drietal voorbeelden van onderwerpen waarbij sprake was van een botsing tussen de coalitiepartijen in Rutte III. Deze voorbeelden zijn in de afgelopen jaren breed uitgemeten in de media. Gesuggereerd werd dat deze gebeurtenissen zo maar eens zouden kunnen leiden tot een kabinetscrisis. De termen ‘bijna-crisis’ en ‘de rand van de afgrond’ vielen. De vraag is of deze botsingen daadwerkelijk de potentie hadden om een val van het kabinet te kunnen veroorzaken, of dat dit juist onderdeel is van een gezamenlijke politieke strategie om electoraal te kunnen overleven als regeringspartijen?

Doneer!

Sargasso is een laagdrempelig platform waarop mensen kunnen publiceren, reageren en discussiëren, vanuit de overtuiging dat bloggers en lezers elkaar aanvullen en versterken. Sargasso heeft een progressieve signatuur, maar is niet dogmatisch. We zijn onbeschaamd intellectueel en kosmopolitisch, maar tegelijkertijd hopeloos genuanceerd. Dat betekent dat we de wereld vanuit een bepaald perspectief bezien, maar openstaan voor andere zienswijzen.

In de rijke historie van Sargasso – een van de oudste blogs van Nederland – vind je onder meer de introductie van het liveblog in Nederland, het munten van de term reaguurder, het op de kaart zetten van datajournalistiek, de strijd voor meer transparantie in het openbaar bestuur (getuige de vele Wob-procedures die Sargasso gevoerd heeft) en de jaarlijkse uitreiking van de Gouden Hockeystick voor de klimaatontkenner van het jaar.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Foto: Ministerie van Buitenlandse Zaken (cc)

Wie was het meest succesvol aan de onderhandelingstafel?

ANALYSE - door Simon Otjes (eerder verschenen bij Stuk Rood Vlees)

Het regeerakkoord ligt er. Na een formatie van negen maanden zijn VVD, D66, CDA en ChristenUnie eruit. We hebben het eindresultaat van de onderhandelingen. Een cruciale vraag voor politicologen is wie daar de meeste invloed op heeft kunnen uitoefenen. Journalisten stellen al de vraag: heeft de VVD niet te veel weggegeven? Volgens de Telegraaf ademt het akkoord D66. Kunnen we een beeld krijgen van welke partij aan het langste eind getrokken heeft? En kunnen we een beeld krijgen van onder welke voorwaarden een partij succes boekt?

Het meten van onderhandelingssucces

Papier is geduldig. Vage formuleringen kunnen veel conflicten afdekken. Ook dit akkoord blinkt daarin uit: “We bezinnen ons op de positie van het lokale bestuur en de positie van de burgemeester daarbinnen om het toekomstbestendig te maken.” Tussen de partijen die de burgemeester in huidige vorm willen behouden en de partijen die een directer democratisch mandaat willen, is hier een wazig compromis gesloten. Bovendien worden sommige beslissingen uitgesteld in verband met de nieuwe bestuurscultuur.

De financiële paragraaf van het regeerakkoord is een stuk preciezer. De coalitiepartijen committeren zich aan bepaalde bedragen. Bovendien: partijen hebben ook bij de doorrekening hun programma in eenzelfde mal aangeboden. Die twee, de programma’s en het regeerakkoord, zijn zo direct te vergelijken. Deze financiële paragraaf bevat het overgrote deel van het akkoord: klimaat, economie, zorg, onderwijs veel van deze voornemens hebben financiële implicaties, maar zelfs de rol van de Tweede Kamer staat in de budgettaire bijlage.

Foto: Fossielvrij NL (cc)

Klimaat: doorrekeningen verkiezingsprogramma’s door PBL

ANALYSE - Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) heeft ook dit keer de verkiezingsprogramma’s van verschillende politieke partijen doorgerekend. Dit keer hebben slechts zes partijen hun verkiezingsprogramma laten doorrekenen door PBL, terwijl er 10 meedoen aan de doorrekening van het Centraal Planbureau (CPB). Ter vergelijking in 2017 deden 7 politieke partijen mee. In 2017 haakte het CDA af, dit keer de VVD. Daarnaast doet de Vrijzinnige Partij dit keer niet mee aan de Tweede Kamerverkiezingen. Hierbij een poging tot duiding van het boekwerk dat PBL heeft afgeleverd, waarbij ik deze constatering van het CPB-directeur Pieter Hasekamp in het achterhoofd hou:

Vrijwel alle partijen vergroten de overheidsuitgaven en geven een impuls aan de economie. Daarnaast zien we dat alle partijen de lasten voor bedrijven verhogen en dat de meeste partijen financiële lasten verschuiven naar toekomstige generaties.”

Want als er één onderwerp is waarin Nederlandse politici al jaren de rekening doorschuiven naar toekomstige generaties dan is het klimaatbeleid, want Nederland is een trage starter op het gebied van klimaatbeleid. Als politieke partijen dan nu de financiële kosten van hun beleid naar de toekomst schuiven hoop je dat dat gepaard gaat met goed milieu- en klimaatbeleid, zodat dat deel van rekening voor toekomstige generaties lager wordt.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Foto: © Sargasso

Het probleem dat politieke partij heet

ANALYSE - De hoofdrolspelers in ons politieke stelsel zitten niet in de Tweede Kamer of het kabinet. Ze hebben daar wel afgevaardigden die als woordvoerder fungeren en hun standpunten naar voren brengen. Ze hebben een bestuur zonder mandaat van de Nederlandse kiezer. En ze bepalen op wie wij in maart mogen stemmen. Die hoofdrolspelers zijn de politieke partijen. Over hen gaat de reeks waar dit het startpunt van is. En over een alternatief. Want zou het niet fijn zijn om niet op een partij te hoeven stemmen?

OPMAAT

Een korte terugblik op 2020. Van politieke partijen zou je kunnen denken dat ze zich ophouden in de coulissen van het politieke toneel. Maar ook in het afgelopen jaar waren ze weer regelmatig op het hoofdpodium te vinden. Voor sommige van hen was het een turbulent jaar. Partijfolklore in vijf bedrijven.

50 Plus

Voorjaar 2020. Terwijl Nederland druk bezig is overrompeld te worden door een pandemie, zit 50 Plus niet stil. Vanaf eind 2019 wordt er samengewerkt met Femke Merel van Kooten-Arissen, het afgesplitste kamerlid van de Partij voor de Dieren. Een op het oog constructieve samenwerking, wat ongebruikelijk is in ons partijpolitieke landschap. Versplintering komt als tijdverdrijf vaker voor, zeker onder ouderenpartijen. Maar het duurt niet lang voordat 50 Plus zich herpakt en Henk Krol, zijn grote talent aanwendend, de partij vakkundig de sloot in begint te fietsen. De vele episodes van persoonlijke onmin en kinnesinne die volgen zijn de vergetelheid waardig. Het heeft met politiek weinig van doen.

Volgende