Een soap, een komedie, een ramp
RECENSIE - Eind 2018 bereikte Brexit zijn absolute dieptepunt. Eerste minister Theresa May was er half november in geslaagd om een akkoord met de EU te sluiten. Bijna tweeënhalf jaar na het referendum, tweeënhalf jaar van oplopende verwarring, leek er dan eindelijk een akkoord te liggen voor een ordelijk vertrek van het Verenigd Koninkrijk uit de EU.
Er lagen afspraken over de rechten van expats, over de financiële afwikkeling (de Britten moesten nog 40 miljard pond betalen) en over een handelsakkoord. Althans, het Verenigd Koninkrijk zou op 29 maart 2019 uit de EU treden. Daarna hadden de Britten binnen de EU niets meer te vertellen. En daarna waren er nog 21 maanden, tot 1 januari 2021, om een dergelijk handelsakkoord op te stellen. Dat zou op zich al ongelofelijk snel zijn – maar dan was er nog het heikele punt van de Iers-Noord-Ierse grens. Die grens bestond niet meer maar zou in het geval van een handelsakkoord terugkeren – en als dat gebeurde, betekende dat het einde van de Goede-Vrijdagakkoorden die een einde hadden gemaakt aan de burgeroorlog in Noord-Ierland.
Maar wat de Britten ‘dus’ graag wilden, behoud van de open grens, was voor de EU ondenkbaar. Dat zou erop neerkomen dat zij ín de EU vrijhandelszone bleven met een brede baaierd aan zelfgekozen uitzonderingsposities die hen goed uitkwamen. Een dergelijke ‘oplossing’ was levensgevaarlijk voor de EU. Een sluwe oplossing was dus vereist. Als deze er op 1 januari 2021 nog niet was gevonden, zo had May afgesproken, dan trad de ‘backstop’ in werking: het Verenigd Koninkrijk bleef dan de facto tóch binnen de EU. Dan bleven alle EU-regels gelden tot er een oplossing was bereikt. Zonder dat de Britten binnen de EU nog iets te vertellen hadden.