Toiletpapier
COLUMN - ‘Mama, ik moet poepen.’
…
‘Mam? Ik moet heel erg poepen.’
‘Nee, dat moet je niet.’
‘Jawel.’
‘Niet.’
‘Wel.’
‘Dat kan nu even niet.’
‘Maar ik moet heel erg!’
‘We zitten midden in het bos!’
‘Maar ik moet heel erg!’
‘Ik ben de zakdoekjes vergeten, kun je echt niet ophouden?’
‘Nee, ik moet echt heel erg!’
‘Blaadjes, we pakken blaadjes. Natuurmensen zijn wij, kleine sloper. Het komt goed.’
…
‘Waarom vloek je mama? Dat mag niet hoor. Ik mag dat woord nooit zeggen van jou.’
‘Het is een dennenbos…’
‘Mam, ik ga zo heel erg in mijn broek poepen.’
‘Wacht! Wacht!’
‘Ik kan niet meer! Mam!’
‘Ik heb een papiertje in mijn zak! Even ontproppen. Een oud boodschappenlijstje. Heel klein, dus je moet precisiepoepen, manneke. Geen smeerboel van maken, anders hebben we wel een probleem.’
‘Ik ga NU poepen.’
‘Wacht! Je broek moet nog uit. Ga maar achteruit aan mijn armen hangen.’
…
‘Waarom lach je mama?’
‘Ik heb je billen afgeveegd met een pak melk, avocado´s, peperkoek, wasmiddel, fruit, toiletpapier en raketjes.’