Geen wetenschappelijke basis voor biobrandstofbeleid

Het verplicht bijmengen van biobrandstof bij benzine, nog steeds beleid van de Europese Unie, moet afgeschaft worden, vinden wetenschappers op een conferentie in Noordwijkerhout over voedselzekerheid. Joris Tielens was erbij en doet verslag. Deze week kwamen 600 wetenschappers uit 70 landen bij elkaar in Noordwijkerhout op een conferentie over voedselzekerheid. Ze presenteerden drie dagen lang onderzoek over hoe we de 842 miljoen mensen die met honger naar bed gaan kunnen voeden, en hoe we in 2050 negen miljard mensen te eten kunnen geven. Landbouwkundigen, economen, voedingskundigen en sociale wetenschappers, presenteerden oplossingen zoals het verbeteren van de huidige landbouwproductie, maar ook het kweken van algen, landbouw op zee, kweekvlees of meer insecten eten. Of bijvoorbeeld minder voedsel weggooien, maar het afval voeren aan insecten om daarna de insecten op te eten. Minder technisch was de aanbeveling om landbouw en gezond voedsel op te nemen in de nieuwe ontwikkelingsdoelen van de Verenigde Naties in de post-2015 agenda. Verder concludeerden de wetenschappers dat er een mondiaal orgaan ontbreekt dat de resultaten van wetenschappers op dit gebied onder de aandacht van de wereldpolitiek brengt. Zoals er voor het klimaat het Intercontinental Panel on Climate Change (IPCC) is, zo zou er ook voor het wereldvoedselprobleem een orgaan moeten zijn.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Conclusies FAO studie voedselprijzen niet eenvoudig

China en India consumeerden de laatste jaren minder graan, het is de vraag naar (graan voor) biobrandstof in het Westen die juist enorm toenam. Dit is één van de observaties die een high-level expertpanel van de Wereldvoedselorganisatie (FAO) deed in haar onderzoek naar voedselprijzen. De wereldwijde voedselcrises in 2008 die volgden op een scherpe stijging van de voedselprijzen gaven aanleiding voor onderzoek naar de oorzaak van prijsvolatiliteit op de voedselmarkt. Deze prijsvolatiliteit, oftewel beweegelijkheid van de prijs, wordt bepaald door uiteenlopende factoren waaronder: handelsregels, voorraden, speculatie, vraag, productie en investeringen. Dit complexe systeem laat zich lastig vatten in one-liners. Daarom zijn de conclusies in het rapport (.pdf) van dit FAO expertpanel – waar ook de Nederlandse hoogleraar Rudy Rabbinge aan deelnam – op voorhand niet eenvoudig. De Britse kwaliteitskrant de Guardian koos ervoor om in het kader van dit FAO rapport de conflictueuze verhouding tussen voedsel- en energiegewassen te belichten. De constatering dat de opkomende economieën China en India, tegen de algemene perceptie in, juist minder graan consumeerden is opvallend.

De verwachting is juist dat er steeds meer welvarende consumenten in die landen bijkomen die meer vlees gaan eten en voor vleesproductie is immers (veel) graan nodig. Dat de sterk groeiende vraag naar biobrandstoffen in Europa en de Verenigde Staten in toenemende mate beslag legt op voedselgewassen als maïs en soja was al langer bekend. Maar wie het rapport leest ziet dat dit aspect slechts een deel van de problematiek verklaart.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Toekomstvisie op transport in Europa mist focus?

In 2050 mogen benzine- en dieselauto’s niet meer de Europese steden in. Dit is één doel uit de toekomstvisie op transport in de Europese Unie. Het moet koolstofarmer, efficiënter en minder afhankelijk van het buitenland. De transportsector is de enige sector die achterloopt bij de Kyoto reductiedoelen. De Europese wegen slibben langzaam dicht en de EU haalt 84% van haar olie van buiten Europa [check die facts]. De Roadmap to a Single European Transport Area in 2050 moet hier verandering in brengen met doelen als: vliegtuigbrandstof minstens 40% koolstofarm, een 40% emissiereductie in de scheepvaart en de helft van het vracht- en personenvervoer van de weg af naar het spoor en water. Het overkoepelende einddoel is 60% minder CO2 uitstoot in 2050. Het bijbehorende white paper [pdf] kiest echter nog regelmatig voor een middle of the road strategie. Zo mogen individuele lidstaten niet volledig overschakelen op elektrisch rijden of juist biobrandstof want dan zijn ze niet meer compatibel met de rest. Klinkt redelijk maar er mist een overtuigende eensluidende visie en bij divergentie dreigt het verlies aan kracht op de afzonderlijke paden. Belangengroepen tuimelen inmiddels over elkaar heen om hun zaak te bepleiten. Zo ziet autofabrikant Ford niets in het verbod op benzineauto’s in steden en claimt ePURE de brancheorganisatie van Europese ethanolproducenten nu juist grote kansen voor biobrandstoffen. Wordt vervolgd…

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Biodiesel gigant Neste Oil meest schadelijke bedrijf 2010

Dit is een gastbijdrage van Suzanne Kröger van Greenpeace.

Neste Oil is verkozen tot het bedrijf dat in 2010 op sociaal en milieugebied de grootste wanprestatie heeft geleverd. Het kreeg hiervoor in Davos de Public Eye People’s Award 2011. Neste Oil produceert zogenaamd duurzame biodiesel, maar doet dat op basis van palmolie, waarvoor het regenwoud op grote schaal wordt gekapt. Neste Oil bleef oliegigant BP net voor in de verkiezing die parallel aan het World Economic Forum wordt gehouden. De online verkiezing werd mede georganiseerd door Greenpeace.

Toch zal Neste vanaf mei dit jaar haar ‘groene diesel’ op de Nederlandse markt gaan brengen. Neste Oil bouwt op dit moment een fabriek in Rotterdam met een capaciteit van 800.000 ton biobrandstof. Burgemeester Aboutaleb van Rotterdam reageerde in 2009 nog verheugd dat Neste Oil zich in Rotterdam vestigde en sprak over de “hoogst ontwikkelde technologie van hernieuwbare diesel”. Hoe Aboutaleb het tanken van eetbare oliën, wat tot ontbossing en voedseltekorten leidt als hoogst ontwikkelde technologie kan zien, is mij een raadsel.

Inmiddels is duidelijk dat biodiesel op basis van palmolie een schijnoplossing is voor het klimaatprobleem. Diverse onderzoeken hebben uitgewezen dat er met palmolie-diesel helemaal geen klimaat winst valt te halen. Integendeel, het verergert het probleem: regenwouden worden gekapt om plaats te maken voor palmolie-plantages voor auto’s. De extra vraag naar plantaardige oliën zoals palmolie zal direct of indirect een groot beslag leggen op bossen en landbouwgronden wereldwijd. Door het kappen van bos komt veel CO2 vrij, desastreus voor het klimaat.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Palmolie plannen Nederlandse industrie schieten tekort

Dit is een gastbijdrage van Suzanne Kröger, campagneleider bossen Greenpeace. Ze is in Jakarta aanwezig op de RSPO meeting voor duurzame palmolie. Zij constateert twee ontwikkelingen. Ten eerste de Maleisische en Indonesische industrie gooien hun gewicht in de schaal om de RSPO standaard omlaag te trekken. Ze willen af van het principe dat je eerst je concessie moet onderzoeken op waardevolle stukken bos voordat je kapt. De hele essentie van de RSPO. Ten tweede de RSPO wil graag de duurzaamheidsstandaard zijn voor de biobrandstoffen richtlijn van de EU voor palmolie. Alleen neemt de RSPO broeikasgasuitstoot helemaal niet mee in de duurzaamheidscriteria.

Update: zie onderaan

Gisteren is in Jakarta de jaarvergadering van de ronde tafel voor duurzame palmolie (RSPO) gestart. Dit omstreden keurmerk blijkt in praktijk niet de grootschalige kap van bossen voor de aanleg van palmolie plantages tegen te gaan. Maar de Nederlandse industrie zet vol in op de RSPO: vorige week presenteerden ze hun ambitieuze plannen om vanaf 2015 alleen nog RSPO palmolie in hun producten te gebruiken aan staatssecretaris Bleker (EL& I). Het woord ambitieus is hierop nauwelijks van toepassing. Het is “too little, too late”.

De aanleg van palmolie plantages alleen al in Indonesië en Maleisië kost 170 voetbalvelden tropisch bos per uur. De Sumatraanse tijger en orang-oetans verliezen hun leefgebied en worden met uitsterven bedreigd. De lokale bevolking wordt ervoor van hun land verdreven. Sinar Mas, het grootste palmolie bedrijf van Indonesië, is wereldwijd berucht om zijn illegale kap en het verwoesten van orang-oetan leefgebied. Het uitsluiten van dit soort bedrijven, die zonder enige scrupules te werk gaan, zou de kern van het plan moeten zijn, in plaats van te langzaam inzetten op een te vrijblijvend certificeringssysteem.

Volgende