Die verdraaide babyboom toch
Fel stuk op GeenStijl gisteren. Lees het eerst maar even hier.
***
Bent u er weer? Het gaat me niet om de concrete aanleiding (de affaire-Kinneging) en ook niet om Rutger Castricum, maar om de eigenlijke analyse. Wat mij daaraan opvalt, is dat ze nog zo sterk de sfeer uitstraalt van de jaren tachtig. De jongeren destijds analyseerden messcherp dat veel van de toenmalige bezuinigingsmaatregelen ten koste gingen van (a) jongeren en (b) de samenleving als geheel, en dat de generatie die de mond vol had gehad van idealen, haar eigen positie nooit ter discussie stelde. De babyboom was bezig met wat Rudi Dutschke de “Lange Mars door de Instituties” had genoemd, en was daarbij het hogere doel een beetje uit het oog verloren.
Het meest cynisch was, in mijn beleving, dat de babyboomers kortingen kregen op de aflossing van hun studieschulden, die werden gefinancierd door commerciële rente te rekenen aan de zittende studenten. De Utrechtse socioloog Becker rekende hen tot “de verloren generatie”, Doug Coupland schreef over Generation X, en een schitterend beeld van de ontgoocheling van die tijd is te vinden in Jan van Akens roman Het fluwelen labyrint.
GeenStijl beschouwt het optreden van Rutger Castricum als een goede manier om de hypocrisie van de babyboom te ontmaskeren. Dat roept twee vragen op. In de eerste plaats: wie moet daar dan nog van worden overtuigd? In elk geval niet de verloren generatie. In de tweede plaats: inmiddels verdedigt die verloren generatie hardnekkig en taai háár posities. We zouden een actuelere analyse verwachten, zo na een kwart eeuw.
Verstaan we de tekenen des tijds? Soms biedt een week televisiekijken veel moois. Ik bedoel niet de bordesscene van het nieuwe kabinet en al het wezenloze gekeuvel daar omheen. Maar het is wel mooie achtergrond, waartegen andere dingen zich scherp aftekenen. Ik heb het over Tegenlicht van 10 oktober, met de uitzending waarin Tony Judt optreedt en het tweegesprek van Blair en Bos, als Pauw en Witteman special (zie hieronder). Beide uitzendingen waren open, spannend en onbevredigend. Zij roepen vragen op die blijven rondzingen. Dat doet televisie maar weinig, dus als dat gebeurt mogen de zenders worden geprezen.


