De Leidse hoogleraar Ellian, toch een ietwat logge man van middelbare leeftijd, blijkt in staat tot een spagaat waar de gemiddelde veertienjarige, broodmagere turnkampioene met een skelet van louter kraakbeen jaloers op zou zijn.
Want, zo houdt hij zijn politiek correcte vrienden voor:
“Nu al wordt geroepen om te stoppen met de kritiek op de islam. Dat is bizar. Een antidemocratische logica! De moslimextremisten vormen nog steeds het grootste terroristische gevaar. Moeten we dan het verspreiden van de Koran verbieden omdat de moslimextremisten uit de Koran citeren en de Koran als de ideologische handleiding voor hun terreurdaden zien? Moeten we de Koran verbieden wegens de moord op Theo van Gogh, of vanwege de aanslagen in Madrid en Londen, de duizenden doden in Irak, New York en Afghanistan?”
Was het verbieden van de Koran niet een plannetje van de andere kant? Zegt hij nu met een omweg dat Wilders antidemocratische logica heeft toegepast? Het lijkt er verdacht veel op, maar hij kan natuurlijk altijd in zijn volgende column zeggen dat dat ironie was:
“De Noorse terrorist handelde in de geest van wat hij wil bestrijden, namelijk de politieke islam. Daarom schreef ik, (natuurlijk) ironisch dat hij een zelf-geïslamiseerd figuur is. Hij gebruikte immers methoden en de politieke denkwijze van zijn vijand: er zijn absolute vijanden, Hostes perpetui.”