articletype

Data

Foto: ANALYSE - De Twentse Courant Tubantia vroeg lijsttrekkers naar hun voorspelling van de uitslag van de verkiezingen. Nadere data-analyse van de uitkomsten laat zien dat linkse lijsttrekkers gemiddeld twee keer zo optimistisch zijn als rechtse.
Foto: ANALYSE - De Twentse Courant Tubantia vroeg lijsttrekkers naar hun voorspelling van de uitslag van de verkiezingen. Nadere data-analyse van de uitkomsten laat zien dat linkse lijsttrekkers gemiddeld twee keer zo optimistisch zijn als rechtse.

Linkse lijsttrekkers grootste optimisten

DATA - De Twentsche Courant/Tubantia vroeg lijsttrekkers naar hun voorspelling van de uitslag van de verkiezingen. Nadere data-analyse van de uitkomsten laat zien dat linkse lijsttrekkers gemiddeld twee keer zo optimistisch zijn als rechtse.

Bas Paternotte van HP/de Tijd had al opgemerkt dat als de lijsttrekkers de voorspelling van hun eigen partij goed zouden hebben, er 44 extra kamerzetels nodig waren.

Dat riep onmiddelijk de vraag op wie nou de grootste optimist was.
Daartoe hebben we eerst het gemiddelde (afgerond weergegeven) genomen van hun uitslagen:
VVD – 32
PvdA – 27
PVV – 18
CDA – 15
SP – 26
GroenLinks – 5
D66 – 14
ChristenUnie – 6
PvdD – 3
SGP – 2
50PLUS – 2
DPK – 0
Overig – 0

Om het optimisme te peilen nemen we het verschil tussen de schatting van de lijsttrekker van zijn of haar eigen partij en de gemiddelde schatting en delen dat ook daardoor. Dan krijg je een procentuele afwijking. Zo is Jolande Sap 85% optimistischer dan het gemiddeld en is Arie Slob spot on.
Nemen we weer het gemiddelde van de linkse partijen die in de kamer zitten, komen we op een optimisme indicator van 49%. Doen we dit bij de rechtse partijen komen we op slechts 23% uit.

Conclusie: linkse lijsttrekkers zijn twee keer zo optimistisch als rechtse lijsttrekkers. En er zitten geen pessimisten onder de lijsttrekkers.

Foto: copyright ok. Gecheckt 01-03-2022

Is de verkiezingsuitslag te voorspellen met Twitter?

DATA - Kun je met behulp van twitter een betrouwbare voorspelling van de verkiezingsuitslag maken? Waarschijnlijk wel.

Peilingen zijn net lantaarnpalen. Ze moeten licht geven, maar alleen dronkemannen houden zich eraan vast (dixit Tom van Doormaal). Iedere verkiezing weer is er de verzuchting dat peilingen er altijd naast zitten, maar ondertussen wel het electorale proces beïnvloeden. Er is zelfs een kleine discussie gaande of het publiceren van peilingen vlak voor de verkiezingen verboden moet worden. Misschien is deze discussie reeds achterhaald. Peilen kun je wellicht ook anders doen. Met Twitter bijvoorbeeld.

De coders achter Kamertweets.nl hebben een applicatie ontworpen die Twitterverkeer analyseert en omzet in een zetelvoorspelling. En hun voorspelling komt behoorlijk overeen met die van de grote peilers.

Boris Geheniau van maakte de peiling met zijn bedrijf fundament.nl. ,,We hebben gekeken naar hoe vaak een aantal zoektermen, zoals de partijnaam, langs kwam op twitter. Ook keken we naar de hoeveelheid tweets die werden gedaan door mensen die met de politieke partij verbonden zijn. Als je die volumes afzet tegen 150 kamerzetels, kon je tot een peiling die vrijwel identiek is aan die van opiniepeilers.’’ Het aantal tweets wordt over vier dagen gemeten om eventuele excessen door bijvoorbeeld een debat te voorkomen.

Foto: copyright ok. Gecheckt 10-02-2022

Scheurende christenen

DATA - Tot aan de verkiezingen publiceren we iedere dag een niet al te serieuze correlatie tussen stemgedrag en een verschijnsel. Vandaag: partijvoorkeur versus motorbezit.

Wie had dat kunnen bevroeden? Ik dacht zelf als je op gemeenteniveau naar het gemiddelde motorbezit kijkt en naar partijvoorkeur, dan zul je bij D66 een sterke correlatie zien. Vrij oude kiezers, mannen met geld, pragmatisch in het leven, maar ja, het zijn vooral de pragmatici die met een dijk van een midlife crisis rondlopen. En zeg nou zelf, wie zie je eerder op een motor: Pechtold of Haersma Buma?

Maar niets is minder waar.

Onze christelijke CDA-vrienden blijken grotere motorvrienden te zijn dan D66’ers en PvdA’ers. Neem Dalfsen. Veel motoren (80 per duizend inwoner) en maar liefst dertig procent stemt CDA. Of Boekel: 74 motormuizen per duizend inwoners en 28 procent voor het CDA.

Kom daar met D66 maar eens om. D66-bolwerk Wageningen (vijftien procent stemt liberaal) en 23 motoren per duizend inwoners. Amsterdam: 12 procent voor D66, 21 motoren per duizend inwoners. Maar ja, misschien rijden de mensen daar liever op een Holleeder-brommer.

Het PvdA-stemvee zit lekker door het midden.

<a href=”#”><img alt=”Dashboard 6 ” src=”http:&#47;&#47;public.tableausoftware.com&#47;static&#47;images&#47;co&#47;correlaties2&#47;Dashboard6&#47;1_rss.png” style=”border: none” /></a>
Foto: copyright ok. Gecheckt 08-09-2022

Waar wonen de grillige kiezers?

DATA - Kiezers zijn niet trouw, maar in sommige gemeenten lijken ze ontrouwer dan in andere. Waar wonen de meest grillige stemmers? En waar is als partij veel te winnen en te verliezen?

Dit wordt een vreemd verhaal. We kunnen de hierboven gestelde vragen namelijk (nog) niet beantwoorden. We hebben prachtige data, we  hebben prima analyses en we hebben een trend gevonden. Maar wat zegt deze trend? Dat levert ons dermate veel hoofdbrekens op, dat we uw hulp inroepen. Bij deze.

Wat is er aan de hand?

Het lijkt erop dat de zuidelijke gemeenten – Brabant, Limburg –  grilliger kiesgedrag vertonen dan de noordelijke en oostelijke gemeenten. Grillig betekent in dit verhaal dat partijen veel kiezers winnen en verliezen in het zuiden dan in het noorden. Een grillige kiezer is niet per se een zwevende kiezer: een grillige kiezer kan immers heel doelbewust stemmen.

Dit is een hypothese met een belangrijke implicatie. Als het klopt, zou je kunnen concluderen dat partijen hun campagnestrategie meer op het zuiden moeten richten: mogelijk winst en verlies zijn daar namelijk groter. Zie onderstaande kaart die de mate van ‘grilligheid’ aangeeft. Daarom spreken we op onze burelen van ‘swing-gemeenten’. 

Een links conservatieve bitch fight

DATA - Tot aan de verkiezingen komen we dagelijks met een opmerkelijke, niet al te serieuze correlatie, of zetten we een aantal partijen tegen elkaar af op gemeenteniveau. Vandaag: wat valt waar te halen voor SP, PvdA en PVV?

Een interessante stemmenstelerij speelt zich af tussen drie partijen, met SP in het midden. De PvdA lijkt stemmers weg te zuigen ter ‘rechterzijde’ van de SP. De SP op zijn beurt lijkt weer stemmers weg te zuigen bij de linkse PVV’ers. Er kan nog een paar dagen campagne gevoerd worden. Als we de partijen tegenover elkaar projecteren, krijgen we een idee waar de laatste inzet nut heeft, want sommige gemeenten lijken zeer stevige voorkeuren te hebben. Die kun je wellicht beter links laten liggen.


In onderstaande interactieve grafiek heb ik de SP afgezet tegen PVV en tegen de PvdA. Als je een denkbeeldige lijn trekt van linksonder naar rechtsboven, zie je in welke gemeenten meer voor de ene partij dan voor de andere wordt gestemd. Wat in het midden zit, verreweg de meeste gemeenten, is mogelijk interessant. Een aantal gemeenten echter kun je met je campagnebus zo voorbij rijden.

De PVV heeft bijvoorbeeld weinig te zoeken in Boxmeer. In 2010 stemde 34 procent van het electoraat op de SP. Niet zo verwonderlijk, het is de thuisbasis van Roemer. Twaalf procent stemde PVV. Ook Sint-Anthonis is een SP-bolwerk: 24 procent voor de rooien, 10 voor de bruinen.

Wassenaarse PVV’ers

DATA - Tot aan de verkiezingen komen we iedere dag met een opmerkelijke, maar niet al te serieuze, electorale correlatie. Vandaag: stemgedrag per gemeente versus woningwaarde. Zijn er een hoop wannebe-VVD’ers?

Wie een eigen huis bezit, doet er goed aan om VVD te stemmen. Ook al mort het binnen de partij, er zijn maar weinig partijen die zo standvastig achter de hypotheekrente blijven staan.

Op gemeentelijk niveau gaat het adagium dat huizenbezitters rechts stemmen wel op. Er is een duidelijke correlatie tussen gemiddelde woningwaarde per gemeente (grote regionale verschillen) en het percentage dat VVD stemt. Een paar zaken vallen op.

Het mag geen verbazing wekken dat in Laren (gemiddelde woningwaarde, proest, 630.000 euro) veel VVD wordt gestemd: 46 procent in 2010. In Blaricum (gemiddelde woningwaarde 633.000 euro) wordt relatief iets minder VVD gestemd 39 procent. We komen die Blaricumnezen weer later tegen bij de PVV.

Opvallend is ook dat de gemeenten boven en onder de trendlijn tot verschillende regio’s behoren. Boven de trendlijn (relatief veel VVD-stemmers, afgezet tegen woningwaarde) bevinden zich veel Randstad-gemeenten. Onder de lijn de rest van Nederland.

De GroenLinks gemeenten zijn minder duidelijk verdeeld. Daar lijkt nauwelijks een correlatie te zijn tussen gemiddelde woningwaarde en partijvoorkeur. Er is wel een aantal outliers. Rozendaal heeft relatief veel GroenLinks-stemmers, maar ook een hoge gemiddelde woningwaarde. Dat geldt ook voor Heemstede en Bergen (N.H.).

VVD meest te winnen bij kiesdrempel en districtenstelsel

DATA - Stel dat we in Nederland een kiesdrempel of een districtenstelsel hebben, dan heeft de VVD daar het meest bij te winnen. Sargasso zet een aantal scenario’s op een rij.

Het politieke landschap is versplinterd. In hoeverre onderscheiden partijen zich nu echt van elkaar? En leidt die versnippering niet tot waterige (regeer)akkoorden en hopeloze formaties? Bij iedere verkiezing wordt weer gepleit voor een ander partijstelsel. Ofwel partijen moeten over hun schaduw stappen en fuseren. Dat gaat voorlopig niet gebeuren. Ofwel het kiesstelsel zelf leidt tot een uitslag waar een overzichtelijk aantal partijen mee uit de voeten kan.

We hebben een aantal scenario’s bekeken voor de vorige verkiezingen. Hoe zou het politieke landschap eruit zien als we een districtenstelsel hebben en als we kiesdrempels zouden hanteren. Heel anders in ieder geval.


Nu heeft iedere analyse een hoog wat-als gehalte. We hebben geen kiesdrempel of een districtenstelsel, dus we moeten zelf onze regels formuleren.

Laten we beginnen met het districtenstelsel. We kiezen hier voor het Amerikaanse systeem: the winner takes all. Het maakt niet uit hoeveel partijen er in een bepaald gebied zijn, de grootste krijgt alle stemmen. Maar welk gebied neem je dan? De kieskringen? Weet u überhaupt tot welke kieskring u behoort? We hebben ervoor gekozen om het herkenbaar te houden: gemeenten en provincies.

Foto: copyright ok. Gecheckt 27-09-2022

CDA-stemmers houden niet van verhuizen, PvdA’ers wel

DATA - Tot de verkiezingen presenteren we dagelijks een opmerkelijke, maar niet al te serieuze correlatie. Vandaag kijken we naar hoe vaak er in gemeenten wordt verhuisd, vergeleken met de populariteit van CDA en PvdA. Hoe honkvast zijn ze?

In sommige gemeenten wordt (veel) meer verhuisd dan in andere. Het CBS hanteert een cijfer die alle verhuizingen op gemeenteniveau vangt: de verhuismobiliteit. Dit bestaat uit verhuizingen in een jaar tussen gemeenten en binnen gemeenten. Hoe hoger het cijfer, hoe meer er verhuisd wordt. In studentenstad Groningen werd in 2010 bijvoorbeeld 173,5 x per 1000 inwoners (volgt u het nog) verhuisd. In Edam-Volendam 44,1 x per 1000.

Zou er een correlatie zijn tussen voorkeur voor PvdA of CDA en de hoogte van de verhuismobiliteit?

Ja. Onderstaande grafiek lijkt een vormloze wolk van gemeenten, maar onze eigen HAL kan er een patroon in ontdekken. Voor het CDA geldt in grote lijnen: hoe meer stemmen voor het CDA hoe honkvaster men is. Voor de PvdA geldt dat andersom.

Wat voorbeelden. Tubbergen: 43 procent CDA, een verhuismobiliteit van rond de vijftig. Dinkelland 38 procent CDA, verhuismobiliteit van 53. Omgekeerd geldt: Amsterdam, CDA drie procent, verhuismobiliteit van 138.

Foto: copyright ok. Gecheckt 10-03-2022

Waar is het Barneveldse kippenbevrijdingsfront?

DATA - Tot de verkiezingen presenteren we dagelijks een opmerkelijke, meestal niet al te serieuze electorale correlatie. Vandaag: aantal kippen per gemeente en partijvoorkeur.

Hoe meer kippen per gemeente, hoe meer CDA-stemmers. Voor de meest diervriendelijke partij op de verkiezingslijst is dat juist precies omgekeerd.

Het CBS houdt jaarlijks bij hoeveel kippen er rondlopen op gemeenteniveau. Via de Kiesraad hebben we de partijvoorkeuren per gemeente per verkiezingsjaar bekeken en die twee waarden (van 2010) met elkaar vergeleken.

Wat zegt dit? De eerste conclusie mag geen verbazing wekken. In gemeenten waar veel kippen aanwezig zijn, wordt ook veel CDA gestemd. In Nederweert kakelden bijna in 2010 bijna drie miljoen kippen en ving CDA een kwart van de stemmen. Boxtel had maar 20.000 kippen en het CDA moest het doen met 16 procent van de stemmen.

Toch is het meer geweest. Onder de ‘kippenstemmers’ zitten veel Limburgse gemeenten en die zijn de laatste twee verkiezingen aardig van kleur verschoten (van CDA naar PVV). De correlatie kippen-CDA wordt dunner. En in het huidige verkiezingsprogramma wordt met geen woord gerept over onze gevederde vriendjes. Zo win je het zuiden niet terug, CDA.

Ik vind de dierenpartij interessanter. Hier is een negatieve trend te zien, dus hoe meer kippen in een gemeente, hoe minder er Partij voor de Dieren gestemd wordt.

Steile versus hiephiephoera christenen

DATA - Tot de verkiezingen presenteren we dagelijks een opmerkelijke, meestal niet al te serieuze electorale correlatie. Vandaag vechten christenen het onderling uit.

Urk moet wel de meest prettige plek van Nederland zijn om te wonen, want als God het met Urk niet goed voor heeft, dan zijn we allemaal verloren. De christelijke stem weegt zwaar. In 2010 haalde de SGP er bijna veertig procent van de stemmen en de ChristenUnie bijna twintig. Daarmee lijkt Urk de meest godvruchtige – of liever gezegd godvrezende – gemeente van Nederland.

Nu is het ene christen de andere niet (het zijn net moslims). Daar waar SGP’ers de bijbel van kaft tot kaft letterlijk nemen en denken dat verkrachting eigenlijk niet tot zwangerschap kan leiden, zijn de ChristenUnionisten van het vrolijker soort. Ik zie altijd die olijke André Rouvoet voor me, met een knapzak met boterhammen op pad in de boze buitenwereld om een sprankje hoop in deze cynische tijden te brengen. En ik zie hem in mijn geestesoog (al probeer ik dat te vermijden) ook vaak met zijn gitaar, vrolijke opwekkingsliederen zingend.

Ik heb de verkiezingsuitslagen van 2010 per gemeente van deze partijen eens met elkaar vergeleken. Het aardige is dat je goed kan zien hoe het christelijke territorium is verdeeld. Het is een wonderlijke verdeling want moeilijk te regionaliseren. Alles onder de trendlijn is op SGP-hand. Alles daarboven stemt meer ChristenUnie. Het kaartje is superdeluxe aanklikbaar, dus leef je uit.

Foto: DATA - De benzineprijs bereikt weer een nieuw record. We plaatsen de prijs in historisch perspectief en laten gelijk de relatie met de olieprijs zien.

Weer nieuw record voor benzineprijs

DATA, DATA - Het zat er al een tijdje aan te komen, maar vandaag heeft de benzineprijs dan toch weer een nieuw record gevestigd. Hij staat nu op € 1,887 € 1,889. Tijd voor een update van onze belangrijkste overzichten dus.

Allereerst de benzineprijs in historisch perspectief. Hieronder staat de maximumprijs per jaar van 1970 tot en met heden. De bovenste lijn is voor inflatie gecorrigeerd. De onderste lijn is de oorspronkelijke prijs aan de pomp, dan wel in euro’s uitgedrukt.


Bij dit soort gebeurtenissen roepen veel mensen dat hieruit duidelijk blijkt dat ze gepakt worden door de oliemaatschappijen. Immers, als de olieprijs stijgt dan merk je dat gelijk aan de pomp en als die daalt mooi niet.
Dat is dus een fabeltje. Hier daarom ook een update van onze grafiek waar de relatie tussen de olieprijs en de kale benzineprijs zichtbaar wordt. Bijgewerkt tot en met vorige week. Deze week hangt de olieprijs van zowel WTI als Brent op hetzelfde niveau als vorige week.

En voor u begint over de accijns en het kwartje van Kok, kijk eerst even naar deze post.

Eenzame D66’ers, gezellige CDA’ers

DATA - Tot de verkiezingen presenteren we dagelijks een opmerkelijke, meestal niet al te serieuze electorale correlatie. Vandaag toont het CDA zich de echte gezinspartij en lijken D66’ers vaker alleen te wonen.

Het kan natuurlijk zijn dat er veel CDA-stemmers in op Urk in communes wonen, keuken, drugs en liefde met elkaar delend, maar die kans is niet zo groot. We hebben voor vandaag eens de CBS-cijfers over eenpersoonshuishoudens vergeleken met het stemgedrag op gemeenteniveau (peiljaar 2010).

Het CDA toont zich hier de onbetwiste gezinspartij. Er is een duidelijke correlatie, veel sterker dan bij andere partijen, dat het aantal CDA stemmen in een gemeente hoger is naarmate er minder eenpersoonshuishoudens zijn. In Wageningen bijvoorbeeld haalde het CDA maar tien procent van de stemmen in 2010. Het aantal eenpersoonshuishoudens ligt boven de zestig procent. In Urk daarentegen scoort CDA een kwart van de stemmen, terwijl het aantal eenpersoonshuishoudens op nog geen twintig procent ligt.

Voor D66 is de trend precies omgekeerd: hoe meer eenpersoonshuishoudens, hoe meer stemmen op de partij. Met een beetje goede wil zou je Rozendaal nog als outlier kunnen benoemen, maar de afwijking is minimaal. Uiteraard heb ik ook even de andere liberale partijen bekeken: die vertonen een gelijke verdeling.

Vorige Volgende