Van je ploeggenoten moet je het hebben
GeenCommentaar heeft ruimte voor gastloggers. Deze keer een bijdrage van Harry Zevenbergen dat ook als column verschijnt op de site van SUB. Voor het achtste jaar volgt hij onder de naam Tour de ZevenBal de Tour de France met columns en gedichten.

De voortekenen kunnen bedriegen, maar voorlopig maak ik me op voor een broederstrijd in de Astana-ploeg. Eén van mijn favoriete Tours was in 1986. In 1985 won Bernard Hinault zijn vijfde Tour, hij deed dat met de steun van zijn jonge ploegmaat Greg Lemond, zijn gedoodverfde opvolger. Hinault had het zwaar en het was Lemond die hem er doorheen sleepte. De vraag die bij iedereen speelde was of Lemond eigenlijk niet veel sterker was en de Tour had kunnen winnen? Het antwoord van de meeste kenners was Ja.
Lemond had zich ingehouden. Hij eindigde als meesterknecht op de tweede plaats op 1m42s. In 1984 was hij al als derde geëindigd, 1m14s achter de nummer twee Hinault. De hulp leverde Lemond de belofte van Hinault op dat deze hem het jaar erna aan zijn eerste Tourzege zou helpen. In 1986 was Hinault echter in veel betere doen en probeerde hij tijdelijk geheugenverlies te faken. De mogelijkheid om als eerste renner zes keer de Tour de France te kunnen winnen was te aanlokkelijk. Hinault kwam niet openlijk terug op zijn belofte, maar deed er alles aan om Lemond van zijn stuk te brengen. Hoogtepunt van deze strijd tussen ploegmaats was de aankomst op Alpe d’Huez waar de twee ver voor alle anderen hand in hand over de finish gingen en het was Hinault die zijn wiel net iets eerder over de finish reed. Iedereen hoorde Hinault grommen, de Tour was beslist. Maar niet afgelopen voordat Hinault ook nog de laatste tijdrit won. De zesde zege zou er nooit komen, maar de psychologische oorlog en de aanvallen in de rug hadden de Tour gekleurd.