COLUMN - De nieuwsberichten stonden terecht op dezelfde pagina in mijn ochtendkrant. Samen vormden ze het wrangste commentaar op de huidige wereld dat je je maar kunt voorstellen. Rechtsboven meldde de krant het besluit van de G20 om een wereldwijde winstbelasting voor multinationals in te stellen. Dat moest hun weergaloze belastingontduiking en vernuftige geschuif met bv’s ietwat tegengaan, en voorkomen dat het mega-grootkapitaal ’s werelds overheden en werknemers nog verder leegzoog.
Shell betaalt, zoals u weet, amper belasting in Nederland, maar eist wel op hoge toon investeringen, genoegdoeningen, compensaties en subsidies van de staat. En de gemiddelde Amazon-werknemer, die amper een minimumloon krijgt – en soms ook geen plaspauzes, zodat-ie in een fles moet pissen – betaalt verhoudingsgewijs meer belasting dan de baas van het bedrijf.
Daaronder stond een stuk over wat drie van de rijkste mannen ter wereld met hun achtergehouden geld doen: een wedstrijdje space race spelen. Wie het eerste boven is. Elon Musk (van PayPal en Tesla), Richard Branson (Virgin Records en Virgin Airlines) en Jeff Bezos (Amazon) streden om de eer, en dit weekend bleek dat Branson had gewonnen: hij was buiten de dampkring geweest en had vier minuten gewichtsloos in de cabine van zijn Unity kunnen zweven.
Branson wil te zijner tijd toeristenvluchten buiten de dampkring aanbieden, hij heeft al 600 kaartjes verkocht, à raison van 200 tot 250 duizend dollar. Musk plant intussen commerciële vluchten rond de aarde en om de maan. In een tijd dat we collectief moeten minderen met vliegen om als soort te kunnen overleven, is dit conspicuous consumerism gekruid met toxic masculinity. Ik koop, ik koop, ik koop wat jij niet kunt, en wat alles wat voor jou overblijft, maak ik lekker kapot.