Baard en boerka zijn niet verdacht
In een samenleving die geobsedeerd lijkt te zijn door het voorkomen van aanslagen en criminaliteit ligt discriminatie op de loer. Er zijn alternatieven: kijk naar het individuele gedrag in plaats van afkomst of laat een objectieve computer zoeken. Maar zo simpel is dat nog niet.’In onze samenleving is er de laatste jaren de sterke neiging om problemen van een etnisch label te voorzien’
Toegegeven, Utrecht Centraal Station is een makkelijk doelwit. Maandagavond tijdens spitsuur wurmt de forensenkudde zich door de traverse van Hoog Catharijne naar de stationshal. Op een verhoging schuin onder het blauwe bord met vertrektijden zit een man met een grote, splinternieuwe koffer. Hij heeft een lichtbruine huidskleur, ik vermoed Indiaas, of Pakistaans. Zijn kleding is sjofel. Hij staart strak voor zich uit en prevelt iets. Een gebed? Of is hij verward? Waarom trekt deze man de aandacht? Is het zijn gedrag? Zijn huidskleur? De nieuwe koffer in combinatie met de versleten kleren? Kun je uit zijn uiterlijk en gedrag opmaken wat zijn intenties zijn?
Veiligheidsdiensten en beleidsmakers worstelen met deze ongemakkelijke vragen. De druk om aanslagen te voorkomen, is groot. Liever een internationale trein ontruimen omdat een passagier ‘iets verdachts’ zag, dan het risico van een aanslag lopen. De overheid is daarom hard op zoek naar voorspellers, informatie die iets zegt over de kans dat iemand de fout in gaat, of iemand in een verdacht profiel past.

De streepjescode van het nieuwe Egypte, zoals iemand vanavond twitterde, temidden van talloze typisch Arabische grapjes met als voorlopig hoogtepunt de website
Facebook was natuurlijk belangrijk: de pagina ‘We are all Khaled Said’ mobiliseerde jongeren, en vanaf die pagina werd de oproep gedaan om op 25 januari te gaan demonstreren. Weblogs waren belangrijk: al jarenlang bloggen veel Egyptenaren over de politiek. Reporters Sans Frontières meldt al jarenlang dat nergens zoveel burgerjournalistiek wordt bedreven als in Egypte, maar ook: dat nergens zoveel bloggers gevangen zitten als daar. En Twitter was belangrijk: een geweldig medium om informatie snel door te geven.
Het Nederlands Olympisch Comitee (NOC*NSF) heeft de ambitie uitgesproken om Nederland bij de top-10 van beste topsport-landen van de wereld te brengen. Als kikkerlandje met slechts 16 miljoen inwoners moeten we daarvoor wat harder ons best doen dan landen als Canada en de VS, die uit een veel grotere vijver van talenten kunnen vissen. Maar, wie niet sterk is moet slim zijn! Eén van de slimme maatregelen om deze ambitie te bereiken is om wetenschappers zich met de sport te laten bemoeien. Hiervoor richtten NOC*NSF en TNO in 2006 de Stichting InnoSportNL op, die samenwerkingen heeft met onder andere de TU Delft, chemieconcern DSM en de Faculteit Bewegingswetenschappen van het VUMC.