Kunst op Zondag | Koude Spelen – warme banden

Het lijkt wel of het Nederland-Ruslandjaar nog lang niet is afgelopen. Officieel eindigde het vorig jaar november. Een jaar vol incidenten dat maar door  lijkt te gaan, omdat we nog wat moeten Spelen in Sotsji. Ook op kunstgebied worden er kritische vraagtekens gezet bij samenwerking met de Russen. Zoals bij de sport het geval is, zo is er bij de kunst blijkbaar geen enkele behoefte de innige band met Rusland wat losser te maken. Tot en met 25 mei 2014 loopt in het Teylers Museum te Haarlem de tentoonstelling 'De Romantische ziel, schilderkunst uit Rusland en Nederland'. Met 52 schilderijen die de afgelopen maanden in de Tretjakov Galerij in Moskou gehangen. Op 4 maart opent het Dordrechts Museum de tenstoonstelling ‘Willem II – Kunstkoning’. De schilderijen komen uit de Hermitage in St. Petersburg, daar in bezit omdat ooit tsaar Nicolaas I ze op een veiling kocht. Die veiling was nodig om de  schulden te betalen, die Willem II na zijn dood naliet. De jubileumeditie van Manifesta zal dit jaar in St.Petersburg plaatsvinden. AICA Nederland (de Nederlandse afdeling van de Internationale Vereniging van Kunstcritici) vind de locatiekeuze uiterst ongelukkig, gezien de Russische anti-homo wet. In een brief aan Manifesta wees AICA er op dat “in de omstandigheden van de onderhavige Russische wetgeving zijn wij tevens van mening dat van vrije artistieke uitingen geen sprake kan zijn”. De ijskoude Spelen in Sotsji gaan, zoals gebruikelijk, gepaard met een cultureel programma. Reken er niet op één van de volgende Russische kunstenaars in dat programma te zien.

Voina in actie

Kunst als actie, daar weet de groep Voina alles van. Eén van de voormalige leden van de groep, Nadezhda Tolokonnikova, is nu lid van Pussy Riot en onlangs veroordeeld tot twee jaar gevangenisstraf voor een geintje in een kerk. De oprichters van Voina, Oleg Vorotnikov en Natalia Sokol zijn ruim een jaar geleden naar Italië gevlucht wegens bedreigingen van ultrarechtse groeperingen.
Voina moet het wat rustig aan doen omdat leden van de groep op een Interpollijst staan van gezochte verdachten. Hier een filmpje over Voina, waarin de groep het aan de stok krijgt met de organisatoren van een tentoonstelling in Rusland (2009).

Filmpje bij Kunst op Zondag | Koude Spelen – warme banden, van zondag 9 februari 2014.

Foto: Grant Condit (cc)

Rijke communistische landen winnen meeste medailles

ACHTERGROND - De Olympische Winterspelen van Sotsji zijn eindelijk begonnen. De infrastructuur zal ook voor de volgende Winterspelen van 2018 in PyeongChang nog niet klaar zijn, maar dat mag de pret niet drukken voor de 2800 atleten uit 88 deelnemende landen.

Maar wat ligt ten grondslag aan Olympisch succes? Kunnen we succes bij de Spelen verklaren aan de hand van economische, politieke en geografische kenmerken van een land? Daniel Johnson en Ayfer Ali hebben alle Olympische Spelen van 1952 tot 2000, zowel Winter- als Zomerspelen,  onderzocht en komen met een aantal interessante inzichten (voor een vergelijkbare analyse van alleen de Zomerspelen, zie hier).

Deelname

We kennen allemaal dat verschrikkelijke Olympische credo dat deelnemen belangrijker is dan winnen. Johnson en Ali onderzoeken dan ook eerst de factoren die het aantal deelnemers per land verklaren voor de Zomer- en Winterspelen tussen 1952 en 2000. Laten we eerlijk zijn, met slechts 88 deelnemende landen zullen hele continenten nauwelijks iets meekrijgen van Poetins prestigeproject.

Welvaart speelt een belangrijke rol voor deelname aan de Spelen. Voor de Zomerspelen is er een tamelijk lineair effect van welvaart, wat betekent dat rijkere landen proportioneel meer atleten afvaardigen. Het welvaartseffect voor de Winterspelen is sterk kwadratisch, dus arme landen sturen nauwelijks atleten, terwijl rijke landen relatief grote delegaties uitzenden. Het aantal inwoners is ook van belang, maar alleen voor de Zomerspelen. Voor de Winterspelen verklaart het inwonertal niet hoeveel atleten worden afgevaardigd.

Foto: alphadesigner (cc)

Europa’s meerwaarde

ANALYSE - Britse universiteiten komen af en toe met mooie cadeautjes. Op mijn bureau ligt zo’n geschenk, dit keer zelfs aan de hele Britse samenleving. De Regent’s University besloot het Britse volk een 244 pagina’s tellend rapport cadeau te doen, waarin deskundigen proberen vast te stellen wat nu de ‘Costs and Benefits’ van Europa voor het Britse eiland zijn. 23 deskundigen, sommigen vanuit de praktijk en anderen vanuit universiteiten, schreven korte essays over 23 onderwerpen van transport tot en met politiesamenwerking, van de Londense City tot en met de visserij.

Aardig is al de eerste vaststelling dat de Britse nettobijdrage aan de EU nog geen 1 procent is van de totale Britse overheidsuitgaven. Dit om maar aan te tonen dat ‘Brussel’ niet zo’n alles opslurpende moloch is, zoals de Britse populaire pers graag wil doen geloven. ‘Brussel’ geeft nog geen zesde uit van wat ‘Londen’ uitgeeft en van dat bedrag vloeit nog een forse portie terug naar de lidstaten.

Ik ben allereerst geïnteresseerd in ontwikkelingssamenwerking, een hoofdstuk van Mikaela Gavas, programmamanager EU bij van een van de meest invloedrijke denktanks op het terrein van ontwikkelingssamenwerking, het Overseas Development Institute in Londen. Sommige lidstaten – die weinig hulp geven, zoals Griekenland en Italië – geven meer dan de helft van hun ontwikkelingshulp via Brussel. Collega’s in Washington zien dat als een blijk van ‘ontwikkelingsvriendelijkheid’, maar het is natuurlijk slechts uitdrukking van een laag hulpbudget, gecombineerd met verplichte lidmaatschapsbijdragen. Bij Luxemburg en Zweden ligt het percentage dat naar Brussel gaat onder de 10 procent.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Alexander Brener – Loves me, loves me not, 1994

Van Alexander Brener hoor je weinig meer. In Nederland beroemd-berucht geworden omdat hij in 1997 vijf maanden cel kreeg wegen het spuiiten van een dollarteken op Malevitch´ schilderij ‘Suprematisme 1920-1927’ in het Stedelijk Museum. Voor Brener is kunst vooral actie en zal zeker in Rusland geen geliefd kunstenaar zijn. In dit filmpje een performance uit 1994: Loves me, loves me not.

Filmpje bij Kunst op Zondag | Koude Spelen – warme banden, van zondag 9 februari 2014.

Foto: FaceMePLS (cc)

Gregoriaans

COLUMN - In de Volkskrant van afgelopen 27 januari pleit hoogleraar internationale politiek en geschiedenis Olaf van Boetzelaer ervoor om in de katholieke eredienst “de gregoriaanse gezangen weer eens een plaats” te geven, “zodat hun unieke sacrale werking weer gevoeld kan worden”. In combinatie met gedegen geloofsonderricht op katholieke scholen door competente docenten en de herinvoering van de Tridentijnse mis (ook in het Nederlands) zou dit het tij voor de katholieke kerk kunnen keren. Dat tij lijkt die kerk niet gunstig gezind: in 1961 ging nog 84% van de katholieken ter kerke, nu is dat nog maar 6%.

Van Boetzelaers analyse over de oorzaken van de teruggang die hij zo betreurt daargelaten, denk ik dat de die herinvoering van het Gregoriaans een onzalig idee is. Ik zing zelf Gregoriaans, twee keer per week, dus ik weet waar ik over spreek. Ik herken me in van Boetzelaers karakterisering van het Gregoriaans als een rijke en kostbare traditie. Vrijwel de gehele westerse klassieke muzikale traditie is begonnen met en gebaseerd op het Gregoriaans.

Maar het Gregoriaans is ook – en vooral – een traditie voor hard-core katholieken. Die hard-corekatholieken hebben de tijd en de kennis om zich in een dode taal als het Latijn te verdiepen. Ze zijn muzikaal genoeg ingewijd om toonsoorten die al sinds de Middeleeuwen niet meer gebruikelijk zijn te verteren. Ze worden niet horendol van melodieën die van ieder metrum verstoken zijn. En ze zijn geschoold genoeg om zich iets te kunnen voorstellen bij muzikale ‘tekstuitbeelding’.

Foto: FaceMePLS (cc)

Geluk gelukkig grotendeels gelukt

VERSLAG - De tijd van spelen lijkt voorbij. Jongeren beginnen steeds eerder met het uitstippelen van hun carrière. Het is typerend voor onze samenleving, die alsmaar meer van ons verlangt. Zijn we met zijn allen aan het doordraven? Leven we tegenwoordig in een prestatiemaatschappij? Welke torenhoge verwachtingen gaan daarmee gepaard? En wat als je niet mee kan komen in deze race? Mensen zoeken al gauw hun heil in middeltjes, pilletjes, psychologen en psychiaters. Het aantal diagnoses neemt toe. Het lijkt soms alsof Nederland in de greep is van gevoelens van angst en zinloosheid. Volgens socioloog Paul Schnabel valt het echter wel mee. Hij legt in de eerste lunchlezing van de reeks Waanzin van Studium Generale Utrecht uit dat ‘geluk gelukkig grotendeels gelukt is.’
Scoren op geluk

We leven in een bijzondere samenleving, zegt Schnabel. We hebben ons geluk georganiseerd naar onze eigen persoonlijke voorkeur. De wereld ligt aan onze voeten, zo schijnt. Onderzoekscijfers beamen dat. Nederland belandt steevast in de top vijf bij indexen die zich bezighouden met geluk. Dat maakt van ons, aldus Schnabel, ‘het meest zuidelijke Scandinavische land.’ Dat is positief. Bijzonder aan deze Scandinavische landen, die stuk voor stuk hoog scoren op de index, is namelijk dat ze een verregaande individualiteit combineren met een collectieve zorgzaamheid. Ieder mag zich weliswaar ontplooien naar eigen inzicht, maar als dit even een keer niet slaagt kan diegene rekenen op het warme nest van de verzorgingsstaat. Oftewel: het is hier nog lang zo slecht niet. Stiekem weten we dat eigenlijk ook wel. Uit gegevens van de Europese Unie blijkt dat inwoners van Nederland beseffen dat zij het, vergeleken met bepaalde andere Europese landen, toch best oké hebben.

Doneer!

Sargasso is een laagdrempelig platform waarop mensen kunnen publiceren, reageren en discussiëren, vanuit de overtuiging dat bloggers en lezers elkaar aanvullen en versterken. Sargasso heeft een progressieve signatuur, maar is niet dogmatisch. We zijn onbeschaamd intellectueel en kosmopolitisch, maar tegelijkertijd hopeloos genuanceerd. Dat betekent dat we de wereld vanuit een bepaald perspectief bezien, maar openstaan voor andere zienswijzen.

In de rijke historie van Sargasso – een van de oudste blogs van Nederland – vind je onder meer de introductie van het liveblog in Nederland, het munten van de term reaguurder, het op de kaart zetten van datajournalistiek, de strijd voor meer transparantie in het openbaar bestuur (getuige de vele Wob-procedures die Sargasso gevoerd heeft) en de jaarlijkse uitreiking van de Gouden Hockeystick voor de klimaatontkenner van het jaar.

P183 – streetart als protest

De Russische equivalent van Banksy, zou vorig jaar zijn overleden. Operende onder de naam P183 gaf hij in 2011 Russische burgers een symbolische gelegenheid een keertje de politie terug te slaan.

Filmpje bij Kunst op Zondag | Koude Spelen – warme banden, van zondag 9 februari 2014.

Russische politie neemt schilderijen in beslag, Konstantin Altoenin vlucht

Konstantin Altoenin besloot vorig jaar uit Rusland te vluchten nadat in St. Petersburg een paar schilderijen van hem in beslag werden genomen en de politie hem voor zijn huis stond op te wachten. Het ging o.a. om een schilderij waarop Poetin en premier Medvedev in damesondergoed stonden afgebeeld. In dit filmpje te zien.

Filmpje bij Kunst op Zondag | Koude Spelen – warme banden, van zondag 9 februari 2014.

Wetsvoorstel Californië voor “kill switch” in mobiele telefoons

NIEUWS - Niet alleen in Europa wil men e.e.a. op afstand uit kunnen zetten. In Californië is er nu een wet ingediend die van vereist dat iedere verkochte telefoon is voorzien van een mogelijkheid om deze op afstand uit te kunnen zetten. Het gevaar dat de overheid zo’n “kill switch” ook voor andere zaken dan het tegengaan van diefstal in wil zetten is niet geheel ondenkbaar.

Vorige Volgende