De stenen van Stonehenge

Ergens halverwege de jaren ’80 ging ik met een vriendin voor een weekje naar Engeland. Zij had in Londen gewoond en wilde wat vrienden opzoeken, ik had Oxford en Stonehenge op mijn bucketlijstje staan. Behalve dat je links moet rijden, het belabberde eten en de Britten zelf natuurlijk, is het best een aardig land. Londen vond ik niks, behalve het Hampstead Heath park, en Oxford was geweldig, maar vooral die paar uur bij Stonehenge zijn 30 jaar later nog steeds een aangename herinnering. Al wist ik er nauwelijks veel meer van dan de gemiddelde toerist, het maakt indruk en smaakte eigenlijk naar meer. Ik zag weliswaar nog een paar andere steencirkels en had daarvoor al eens een verdwaalde hunebed in Drenthe gespot, je rijdt daarna weer naar huis en bent al snel weer met andere dingen bezig. Gelukkig is een mens nooit te oud om te leren en attendeert iemand je wel eens op een interessant boek. Zo las ik een tijdje terug een uitstekende recensie van ‘Een paleis voor de doden’ van de Belgische wetenschapsjournalist Herman Clerinx. Kijk, die man neemt geen halve maatregelen. Als er ergens in Nederland, België, Frankrijk of Engeland een interessante steen staat, dan staat die in het boek en vertelt hij je niet alleen een korte geschiedenis en de nodige anekdotes, maar ook waar je dat ding precies kunt vinden. Een veldgids. Om blij van te worden.

Door: Foto: Hunebed D15 copyright ok. Gecheckt 21-02-2022
Foto: Dordrecht: het Hof, voormalig Augustijnenklooster, waar de Staten van Holland in 1572 misschien vergaderden. copyright ok. Gecheckt 06-11-2022

Opgedrongen herdenking

OPINIE - Ik word niet gauw boos, maar als ik een collega-wetenschapper onzin hoor beweren over een zaak waar ik wat vanaf weet, dan is het zover. Ik heb het over Herman Pleij. Pleij is een emeritus (gepensioneerd) hoogleraar historische Nederlandse letterkunde, met als specialisme de heel Late Middeleeuwen, eigenlijk meer de Vroegmoderne Tijd. Hij is vooral geïnteresseerd in wat genoemd wordt “de cultuurhistorische achtergronden van de nationale identiteitsvorming” en heeft daar ook diverse boeken over geschreven. Waaronder Moet kunnen, dat ik hier besproken heb.

Hij houdt zich dus ook bezig met de moderne volkscultuur en probeert te duiden waar die vandaan komt. Dat doet hij (meestal) leuk, want hij heeft de gave van het woord, waardoor hij pakkend kan vertellen en puntig en toch komisch kan duiden. Vandaar ook dat hij veel op tv te zien is als het weer eens over onze identiteit gaat en ook een graag gezien spreker is. Je kunt hem dan ook voor zoiets huren.

De organisatoren van het Feest van de Vrijheid, afgelopen woensdag 19 juli 2017 in en om het Hof in Dordrecht hadden dat ook gedaan. Hij heeft zijn praatje daar gehouden, neem ik aan, en werd later geïnterviewd door Thijs Blom van RTV Rijnmond. In een later op internet te vinden artikel werd hij geciteerd met deze zin:

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Hoe economie een religie werd

LONGREAD - Economie is geen echte wetenschap, maar een religie:

Economics offers a comprehensive doctrine with a moral code promising adherents salvation in this world; an ideology so compelling that the faithful remake whole societies to conform to its demands. It has its gnostics, mystics and magicians who conjure money out of thin air, using spells such as “derivative” or “structured investment vehicle”. And, like the old religions it has displaced, it has its prophets, reformists, moralists and above all, its high priests who uphold orthodoxy in the face of heresy.

Recensie Zomergasten met Rosanne Hertzberger

RECENSIE - Zomergasten met Rosanne Hertzberger eindigde met de overpeinzing dat het goed is om zo nu en dan uit de kudde te stappen en je eigen weg te gaan. Aanleiding was Whitney Houston die tijdens de Superbowl van de Star Spangled Banner een powerballad in vierkwartsmaat had gemaakt in plaats van het driekwartswalsje dat het hoort te zijn.

De kudde was de rode draad van deze aflevering. De avond begon met een fragment van Dances with Wolves waarin Kevin Kotsemmer samen met een stel Sioux-indianen op een kudde bizons jaagt. Tegelijk ging dat fragment vooral over het kuddedier waarover het de rest van de avond ging: de mens. Die, zo doceerde Rosanne Hertzberger ons in haar eerste poging ons wereldbeeld een klein zetje te geven, al sinds het begin der tijden pas stopt met het doden van een bepaalde dierensoort als het laatste exemplaar op z’n bordje ligt. De indianen hebben meerdere bizonsoorten doen uitsterven en het was volgens Hertzberger ook geen toeval dat de mammoet ophield met bestaan toen de mens voet aan wal zetten in Europa. Oftewel: de jager-verzamelaar die volgens de overlevering zo in harmonie met de natuur leefde, had een broertje dood aan die natuur. Goed dat het eens gezegd is. 

Foto: copyright ok. Gecheckt 09-02-2022

Hulspas weet het | Mijn robot-arm heeft het gedaan!

COLUMN - Het is de eerste van de drie ‘Wetten van de robotica’,  bedacht door SF-schrijver Isaac Asimov. Een robot mag een mens geen letsel toebrengen (of door niks te doen, toestaan dat een mens letsel oploopt). De tweede wet luidt dat een robot een mens altijd moet gehoorzamen (tenzij de robot daarmee de Eerste Wet schendt).

Asimov klinkt logisch, maar in de praktijk zijn deze vaak geciteerde wetten natuurlijk onbruikbaar. Zo wordt een (intelligente) operatierobot hiermee onmogelijk. Want ook al opereert hij tien keer beter dan een mens, letsel zal hij altijd kunnen veroorzaken. En wat dat gehoorzamen aan de mens betreft: daar ga je toch anders over nadenken wanneer een buitenstaander jouw robot (of bionische arm) probeert te commanderen.

De ontwikkeling van robots gaat dan ook een heel andere kant op. Het worden geen individuen die door hun programmeurs van een rudimentaire ethiek moeten worden voorzien. Het worden louter verlengstukken van managers, generaals, dokters en mensen met (zonder robot) een beperking. En het is aan hen dat robots absolute gehoorzaamheid verschuldigd zijn, anders heeft de ‘eigenaar’ er immers niets aan. De generaal wil een robot die kan doden; de dokter een robot die durft te snijden, de ‘mens met beperking’ een been dat flink kan schoppen, et cetera.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Hoe scepsis over menselijk invloed op klimaatverandering verandert in iets gevaarlijkers

LONGREAD - Een uitgebreide analyse in The Guardian over het mogelijk bijeffect van de voortdurende geventileerde scepsis over de menselijke invloed op klimaatverandering:

Doubts about the science are being replaced by doubts about the motives of scientists and their political supporters. Once this kind of cynicism takes hold, is there any hope for the truth?

Foto: Blondinrikard Fröberg (cc)

Status van beroep leraar

ACHTERGROND - Al een aantal jaren publiceert de AOb zeer interessante analyses over de status van het beroep leraar. Robert Sikkes, die naam maakte als onderwijsjournalist, schreef in 2015 nog een prikkelende analyse, met een mooi plaatje van de beroepenstatusladder. Daar laat hij zien dat de status van beroepen als hoogleraar, leraar gymnasium en leraar basisonderwijs sinds 1956 is gedaald.

Ondanks die overtuigende analyse, kan een beleidsmaker een dergelijke publicatie terzijde schuiven, simpelweg omdat de boodschapper een bepaald belang heeft. Een recenter rapport, uitgevoerd onder regie van de NRO door vier wetenschappers, is lastiger te negeren. En veel van de boodschappen van de AOb, komen in dit rapport terug.

In het onderzoek is vanuit diverse invalshoeken gekeken naar de status van het beroep. Naast subjectieve indicatoren, gemeten via enquêtes, is een aantal objectieve maatstaven onderzocht.

klik voor groter beeld

Bron: Cörvers, F., Mommers, A., Van der Ploeg, S. & Sapulete, S. (2017). Status en imago van de leraar in de 21ste eeuw. Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA), Maastricht en Ecorys, Rotterdam

Ook in het recente onderzoek zijn de figuren over de beroepenstatusladder zeer interessant. En de toelichting is op enkele punten behoorlijk hard:

Dat betekent dat lerarenberoepen redelijk wat maatschappelijk aanzien wordt toegedicht maar dat deze beroepen zeker niet tot de top behoren. Vergeleken met de meer klassieke professies als professionals in de gezondheidszorg of juristen (notariaat / advocatuur) staat de leraar in heel wat minder aanzien. De leraar basisonderwijs laat zich eerder vergelijken met een secretaresse, boekhouder of verzekeringsagent en een leraar in de bovenbouw van havo/vwo met een verloskundige of dominee.

Foto: Carissa Rogers (cc)

Financiële geletterdheid jongeren

DATA - Globalisatie en digitalisering hebben financiële diensten en producten toegankelijker gemaakt, maar tegelijkertijd ook complexer. 15-jarigen worden tegenwoordig vaker geconfronteerd met situaties waarin ze moeten beslissen over hun uitgaven, ze moeten oppassen voor fraude, ze moeten weten dat sommige aankopen gekoppeld zijn aan langdurige verplichtingen of dat sommige aanbiedingen te mooi zijn om waar te zijn.

Vlaanderen publiceerde vorige week een eigen landenrapport over financiële geletterdheid onder 15-jarigen: gebaseerd op resultaten uit het PISA2015-onderzoek. Een uitgebreide website gaat in op de resultaten. De publicatie viel samen met het wereldwijde OESO-rapport. Het Nederlandse rapport van de OESO verscheen ook op dezelfde dag. Een vergelijkbaar rapport als in Vlaanderen met een verdere verdieping op het OESO-rapport, kon ik zo snel nog niet vinden.

In Vlaanderen behalen 15-jarigen in PISA2015, net als in PISA2012, een gemiddelde score van 541 punten. Dat is, zowel in PISA2015 als in PISA2012, de hoogste score van de OESO-landen die deelnamen aan financiële geletterdheid in PISA2015.

Het tweede vaardigheidsniveau wordt binnen PISA gezien als het basisniveau dat nodig is om te kunnen functioneren in de maatschappij. 1 op 8 Vlaamse leerlingen haalt dit basisniveau niet en beschikt dus niet over de basisvaardigheden voor financiële geletterdheid. In Nederland haalt 1 op de 5 leerlingen het basisniveau niet.

De 15-jarigen in Vlaanderen hebben een hogere financiële geletterdheid dan de Nederlanders. Waarschijnlijk hangt de hogere financiële geletterdheid samen met de expliciete aandacht die het onderwerp in het curriculum krijgt (via zogenaamde vakoverschrijdende eindtermen, afgekort VOETEN). Het NIBUD is verontrust over de resultaten voor Nederland en pleit ook voor structurele inbedding van het onderwerp in het curriculum.

Ook in andere opzichten is er nog veel te verbeteren: zowel in Vlaanderen als in Nederland. De verschillen tussen autochtonen en leerlingen van buitenlandse afkomst zijn in beide landen veel groter dan het OESO-gemiddelde. Dat lijkt me een serieus probleem – en de vraag is hoe het komt dat de verschillen in andere landen veel kleiner zijn.

klik voor groter beeldBron: Financiële Geletterdheid Bij 15-Jarigen Vlaams Rapport Pisa 2015.

Een manier om alle leerlingen de kans te geven om kennis over de financiële wereld te verwerven, los van de kennis die ze meekrijgen van hun ouders of vrienden, is financiële geletterdheid opnemen in het schoolcurriculum. De school kan op die manier de sociale ongelijkheid verkleinen en een meer genuanceerd beeld scheppen over financiële kwesties dan de berichten die 15-jarigen mee krijgen uit reclame en media. In Vlaanderen werd met de nieuwe VOETEN bewust gekozen om financiële kennis op te nemen in alle curricula.

Via Onderwijs in grafieken.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Foto: thierry ehrmann (cc)

Hoe de parapsychologie de nek werd om gedraaid

RECENSIE - ‘We hebben gewoon geen zin meer in gedonder.’ Aldus decaan Wim Koops van de Utrechtse faculteit Sociale wetenschappen in 2009. Nu zijn faculteiten vanouds broedplaatsen van geroddel, afgunst en kinnesinne – kortom van gedonder, maar waar Koops niets meer mee te maken wilde hebben, was de bijzondere leerstoel voor parapsychologie. Die had een halve eeuw lang alleen maar gedonder gegeven. De vraag is alleen wie daarvoor verantwoordelijk mag worden gehouden.

In ‘Wetenschap van gene zijde’ (de handelsuitgave van haar proefschrift van vorig jaar – een merkwaardige titel overigens) beschrijft Ingrid Kloosterman de geschiedenis van de Nederlandse parapsychologie. Althans, dat is de ondertitel van de handelseditie.

Volgens de inleiding gaat het echter vooral om de vraag ‘hoe we de ontwikkelingsgang van de Nederlandse parapsychologie kunnen begrijpen in relatie tot de ontwikkelingen in de gehele academische psychologie.’ En inderdaad speelt de relatie tussen die twee in het boek de hoofdrol. Maatschappelijke ontwikkelingen worden summier aangestipt; het parapsychologisch onderzoek wordt keurig vermeld maar komt er in wezen bekaaid van af. Lezers op zoek naar spectaculaire verhalen komen dan ook bedrogen uit. In plaats daarvan is er veel aandacht voor de voortdurende strijd rond die ene Utrechtse leerstoel; het ‘gedonder’ van Koops.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Vorige Volgende