Nieuw jaar, nieuwe VVD: van xenofoob populisme naar fiscaal populisme

door Bram van Gendt Sinds 2023 probeerde de VVD kiezers aan zich te binden met ferme taal over asielmigratie. De partij liet het kabinet Rutte IV vallen om een verkiezingscampagne te voeren die volledig om dit marginale thema moest draaien (we hebben het over slechts enkele tienduizenden asielmigranten per jaar). Deze roekeloze en machtsbeluste koers heeft de VVD, zoals inmiddels duidelijk is, niets opgeleverd. De PVV zette de toon op dit onderwerp en behaalde een klinkende overwinning met de inhoudsloze leus “De Nederlander op 1”. Hiermee werd gesuggereerd dat oorspronkelijke Nederlandse burgers benadeeld worden door een links-liberale elite, die vooral prioriteit gaf aan linkse hobby’s zoals ‘klimaatgekte’ en het verspillen van geld aan ‘asieltuig’. Vooral dat laatste sentiment sloeg aan bij kiezers, nu asielmigratie hoog op de politieke agenda stond: de uitgeknepen burger die zijn zuurverdiende geld ziet verdwijnen in de zakken van asielzoekers. Het gevolg was dat de VVD ervoor zorgde dat de PVV van 17 naar 37 zetels steeg. Door deze politieke crisis, mede veroorzaakt door Brekelmans (die in een stuk in EW Magazine de deur voor de PVV op een kier zette) en Yesilgöz, zitten we nu opgescheept met het meest radicale kabinet in de parlementaire historie. De rampzalige gevolgen voor de kwaliteit van het openbaar bestuur zijn al zichtbaar: onder asielminister Marjolein Faber wordt de gehele asielketen de komende jaren ontmanteld, terwijl wekelijks symboolpolitiek wordt opgevoerd. Ik vermoed dat historici haar over enkele decennia zullen aanwijzen als een van de slechtste, zo niet dé slechtste minister ooit. Een andere bewindspersoon die die de twijfelachtige eer kan verdienen, en waarvoor de VVD eveneens verantwoordelijk is, is minister Femke Wiersma. Haar ministerschap is dan ook als volgt samen te vatten: het geld voor boeren om de omslag te maken is verdwenen, en nu wordt er maar wat geïmproviseerd. De VVD gooit het over een andere boeg De VVD heeft dus met haar hardere asielmigratiekoers helemaal niets bereikt, behalve dat het hele debat over asiel en migratie naar rechts is opgeschoven. Hierdoor heeft de partij op dit punt wel nieuwe bondgenoten gevonden. Andere middenpartijen pleiten immers nu ook voor keiharde maatregelen om ‘grip op migratie’ te krijgen – het eeuwig terugkerende mantra. De verrechtsing van het politieke midden werd bovendien zichtbaar toen mevrouw Becker het midden achter haar opzienbarende motie wist te scharen over het in kaart brengen van de opvattingen van mensen met een migratieachtergrond. Maar afgezien van dergelijke ophef heeft het de VVD niets opgeleverd: de PVV is nog altijd veruit de grootste partij in de peilingen. Om die reden gooit de VVD het over een andere boeg in 2025: er moet nu populistische prietpraat gebezigd worden langs de fiscaal-economische as. Eind december berichtte NRC al dat VVD’ers in de Haagse wandelgangen hintten op het laten vallen van het kabinet in het kader van de voorjaarsnota. De VVD wil zich gedurende deze voorjaarsnota profileren als de partij die de portemonnee bewaakt van ‘hardwerkend Nederland’. In tegenstelling tot partijen zoals BBB en NSC zou de VVD dé partij zijn die ‘hardwerkende Nederlanders’ beschermt tegen de almaar uitdijende overheid die het geld maar als water uitgeeft. Deze maand zien we daar al de inleidende beschietingen van, met name fractievoorzitter Dilan Yesilgöz en minister van financiën Eelco Heinen worden naar voren geschoven om flink wat kabaal te maken. Zo schreef Dilan Yesilgöz Op 12 januari  een opiniestuk op de officiële VVD-website met de titel: “Een kleinere, moderne overheid is geen keuze, maar pure noodzaak.” Hierin stelt ze dat de overheid een logge, bureaucratische machine is met te veel ambtenaren en een verstikkende regeldruk. Er moet dringend worden gesneden in dit uitdijende overheidsapparaat, dat volgens haar burgers en ondernemers vooral hindert. Yesilgöz haalt daarnaast inspiratie uit het buitenland en noemt het beleid van de Argentijnse libertariër Javier Milei ‘interessant’. Milei wist weliswaar de torenhoge inflatie van honderden procenten te beteugelen door de collectieve sector drastisch uit te kleden. Maar deze shocktherapie heeft vooral ook desastreuze gevolgen: inmiddels leeft de helft (!) van de Argentijnse bevolking onder de armoedegrens. Wat Argentinië nodig had, was een Schritt-für-Schritt-aanpak waarbij sociale regelingen intact bleven, terwijl bureaucratie en staatsuitgaven stapsgewijs werden teruggebracht. Dat de VVD-fractievoorzitter Milei’s kettingzaagbeleid ‘interessant’ noemt, is ronduit verontrustend. De VVD vindt het klaarblijkelijk een interessante gedachte om als een neoliberale olifant door de porseleinkast te razen. De hoge inflatiecijfers (4,1%) boden Yesilgöz tevens een ideaal moment om fel uit te halen naar de spilzieke en almachtige overheid. Volgens haar is het hoog tijd om te bezuinigen, zodat burgers meer geld in hun portemonnee overhouden. In haar eigen woorden:“Bezuinigingen zijn nooit een doel op zich, niemand wil bezuinigen om het bezuinigen. Althans, dat zou raar zijn. Maar als je ziet dat dingen anders moeten en dat je minder geld moet uitgeven omdat je mensen meer ruimte in hun portemonnee gunt, dan is de VVD niet de partij die zegt: ‘we verhogen de belastingen.’ Wij zijn de partij die zegt: ‘waar kan het bij de overheid minder.’” Eelco Heinen kwam met vergelijkbare oplossingen om de inflatie te bestrijden. Tegen een journalist van BNR Nieuws zei hij dat er een aantal maatregelen nodig waren: de begrotingsdiscipline moest worden hersteld en de overheidsuitgaven teruggebracht tot een acceptabel niveau. Daarnaast pleitte hij voor belastingverlaging. Heinen wist ook te concretiseren hoe hij de overheid kleiner wilde maken: “Minder subsidies en minder ambtenaren.” In de meest recente uitzending van WNL kreeg de minister van Financiën de kans om zijn neoliberale visie voor Nederland verder toe te lichten. Daar deed Heinen een klassieke uitspraak die goed in de smaak zal vallen bij zijn anti-overheid kiezerspubliek. Hij vergeleek de overheid met het bedrijfsleven: terwijl ondernemers iedere dag vroeg opstaan om geld te verdienen, wordt de Nederlandse overheid niet geprikkeld om spaarzaam om te gaan met het zuurverdiende geld van ‘hardwerkend Nederland’. Ze geeft het maar rücksichtslos uit. ‘Gelukkig’ is er de VVD om hier een stokje voor te steken en een efficiencyprikkel in het overheidsapparaat in te bouwen. Verder wierp Eelco Heinen zich bij WNL op Zondag op als beschermheer van de arme burger tegen de spilzieke overheid. De minister beweert ervoor te zorgen dat het huishoudboekje van de staat op orde komt: “Het gaat hier wel om het belastinggeld van de mensen thuis, ik moet ervoor zorgen dat de rekeningen netjes worden betaald, geen schulden of rekeningen doorschuiven.” Hij heeft daarnaast een typische VVD-visie op de rol van de overheid: deze kan niet alle misstanden in de samenleving compenseren, dus moet de samenleving het vooral zélf oplossen. Ik vind dit een vreemde opmerking, aangezien Nederland een robuust begrotingsbeleid hanteert, zodat de overheid bij incidenten of crises voldoende financiële speelruimte heeft om dit op te lossen – het zogenaamde appeltje voor de dorst. Waarom we dat spreekwoordelijke appeltje dan hebben, is mij een groot raadsel. Welke misstanden Heinen bedoelt, werd overigens niet duidelijk, maar de meeste misstanden worden door de overheid zelf veroorzaakt en treffen de maatschappij direct. Denk bijvoorbeeld aan ‘Groningen’ en het toeslagenschandaal; het is niet meer dan rechtvaardig dat de overheid deze misstanden ook weer zelf oplost. Dergelijke misstanden van overheidswege zijn overigens ook (mede) veroorzaakt door het door de VVD geprefereerde efficiencydenken. Bij de toeslagenaffaire werd immers een gigantisch toezichtapparaat opgezet om te voorkomen dat publieke middelen onrechtmatig bij frauderende burgers terechtkwamen, waarbij IT-systemen en algoritmen werden ingezet om ‘daders’ vliegensvlug te traceren. Alleen daarom al zouden alle alarmbellen moeten afgaan wanneer een politicus de voorkeur geeft aan een flitsende, kleine overheid. Mijn eerste gedachte is dan: Wanneer zullen er nieuwe slachtoffers vallen?’ VVD wil: minder belastingen, minder ambtenaren, minder staatsuitgaven Als je de fiscaal-populistische retoriek van Yesilgöz en Heinen samenvat, komt het erop neer dat de VVD vindt dat de overheid veel te groot is geworden: te veel staatsuitgaven en te veel ambtenaren. Hierdoor zouden hardwerkende Nederlanders hun zuurverdiende geld zien verdwijnen in de zakken van een spilzieke overheid die het geld maar rondstrooit. Volgens hen heeft dit rondstrooien van geld er ook nog eens toe geleid dat Nederland de hoogste inflatiecijfers van de EU heeft. Ik zal in het vervolg al hun opvattingen van commentaar voorzien, te beginnen bij de groei van het aantal Rijksambtenaren. Wat in de regel opvalt, is dat de VVD met kabinet-Schoof juist contrair beleid voorstaat wat veelal een grotere overheid tot gevolg heeft. Rijksoverheid heeft vooruitziend wervingsbeleid: jonge ambtenaren worden succesvol aangetrokken Het is inderdaad zo dat het aantal Rijksambtenaren is gegroeid. In 2017 waren er 110.000 voltijdsbanen bij de Rijksoverheid, en in 2023 is dit toegenomen tot 150.000. Gecorrigeerd voor bevolkingsgroei komt dit neer op een stijging van iets minder dan 30%. Dit betekent echter niet dat je, zoals dit kabinet voorstelt, zomaar 20% van de Rijksambtenaren kunt ontslaan.  Allereerst zijn er nieuwe functies gecreëerd om overheidsfalen op te vangen, waarvoor de VVD zelf medeverantwoordelijk is. Denk hierbij aan hersteloperaties voor de toeslagenaffaire, de Groningengaswinning en de stikstofcrisis. Daarnaast leven we in unieke tijden die vragen om meer ambtelijke ondersteuning. Zo staat Nederland voor de grootste verbouwing sinds de industriële revolutie: de energietransitie. Deze ambtenaren zijn essentieel voor de uitvoering, tenzij de VVD voorstelt om alle klimaatdoelstellingen simpelweg te laten varen – wat natuurlijk ook een optie is. Een andere reden voor de groei van het aantal Rijksambtenaren is dat de Rijksoverheid voorsorteert op de uitstroom van pensioengerechtigde werknemers. Hierin is de overheid goed geslaagd. Volgens Binnenlands Bestuur is het aantal werkenden jonger dan 35 tussen 2016 en 2023 met 90% gestegen. In 2025 zal het aantal ambtenaren naar verwachting weer afnemen door een grote uitstroom van oudere werknemers. De groei van de Rijksoverheid is dus deels te verklaren door vooruitziend beleid, gericht op het behouden van personeel en het aanpakken van urgente maatschappelijke problemen. Daarvoor verdient de overheid als werkgever eigenlijk alleen maar lof. Als je de groei van het aantal ambtenaren overziet, kun je dus niet anders concluderen dan dat deze grotendeels voortkomt uit pure noodzaak: de afhandeling van schandalen en de grote klimaat- en milieuopgaven. Daarnaast zal deze groei van het ambtenarenapparaat vanzelf weer overgaan in een krimp. Dit komt deels doordat bepaalde schandalen opgelost zullen zijn (mits de VVD de juiste politieke keuzes maakt) en deels door de vergrijzing die de overheid als werkgever zal treffen. Volgens Binnenlands Bestuur wordt hierdoor al een daling van het aantal Rijksambtenaren verwacht. De vraag is echter of die krimp, zoals de VVD die graag ziet, een positieve ontwikkeling is. Een aanzienlijk deel van de ambtenaren (20%) loopt volgens Binnenlands Bestuur tegen een burn-out aan, en er staan talloze vacatures open die de overheid maar moeilijk vervuld krijgt. Het is vanzelfsprekend verstandig om te reflecteren op mogelijke onnodige complexiteit binnen de overheid die extra ambtenaren vereist. Zeker nu de overheid extra taken op zich heeft genomen, is zo’n evaluatie noodzakelijk. Maar het idee dat tienduizenden Rijksambtenaren kunnen worden ontslagen (20% volgens het Hoofdlijnenakkoord), terwijl de werkdruk al enorm is en de overheid voor immense opgaven staat, is pure illusiepolitiek. Als deze ontslagoperatie toch wordt doorgevoerd, zal dat vooral averechtse gevolgen hebben de voor financiële degelijkheid en efficiëntie van de Rijksoverheid. Ontslagen ambtenaren zullen dan extern ingehuurd worden tegen torenhoge tarieven, wat leidt tot kennis- en expertiseverlies én hogere personeelskosten voor de overheid. Het resultaat? Niet een kleinere overheid, maar een grotere externe “schaduwoverheid.” Wat verstandig zou zijn, is dat de politiek samen met de Rijksoverheid eerst grondig onderzoekt of er onnodige regels en procedures bestaan, en dan pas overgaat tot het schrappen van ambtelijke functies en er een streefcijfer aan vastplakt. Dat zou de juiste aanpak zijn om ambtelijke functies eventueel te schrappen. De VVD en haar coalitiepartners kiezen echter voor een omgekeerde volgorde: eerst wordt een gedurfde ontslagdoelstelling gepresenteerd (20% van de ambtenaren ontslaan), waarna men pas achteraf kijkt naar de effecten op het functioneren van de overheid en überhaupt naar de haalbaarheid van het plan. Bovendien gaat dit kabinet, mede mogelijk gemaakt door de VVD, niets veranderen aan overbodige complexiteit en regelgeving binnen de Rijksoverheid. Sterker nog, minister Faber implementeert juist nieuwe regels en procedures die extra ambtelijk werk opleveren, zoals de invoering van het ‘tweestatenstelsel’. Ook wordt het belastingsysteem onnodig complexer gemaakt door de toevoeging van een extra belastingschijf. Als de VVD daadwerkelijk streeft naar een kleinere overheid, zou ze moeten stoppen met dat zogenaamde ‘strengste asielbeleid ooit’ van minister Faber, dat alleen maar meer bureaucratie en ambtelijk werk oplevert. De VVD waakt niet over de (financiële) toekomst van toekomstige generaties Dan het standpunt van de VVD om de staatsuitgaven te korten. Er wordt door de VVD de suggestie gewekt dat de overheid maar lukraak uitgeeft dat er derhalve dringend bezuinigd moet worden. De torenhoge inflatie kan dan ook direct beteugeld worden omdat de overheid niet meer (onnodig) geld pompt in de economie. Allereerst moet ik opnieuw opmerken dat de staatsuitgaven inderdaad de afgelopen jaren zijn gestegen. Maar dit komt niet doordat de overheid veel meer taken op zich neemt en omvangrijke sociale regelingen bedenkt die ervoor zorgen dat de overheid als een pamperende en tevens verstikkende deken over de samenleving ligt. Nee, dit is het gevolg van onontkoombare maatschappelijke ontwikkelingen: de vergrijzing van Nederland. De beroepsbevolking neemt hierdoor af en het aantal uitkeringsgerechtigden toe. De toenemende vraag naar zorg (en nieuwe technologische innovaties binnen de zorg) is eveneens het gevolg van deze demografische transitie. Deze toenemende kosten voor zorg en sociale zekerheid zullen voorlopig nog wel stijgen; zo heeft het RIVM becijferd dat tot 2060 de kosten voor zorg met een kleine drie procent zullen stijgen. Beide kostenposten (zorg en sociale zekerheid) nemen reeds het leeuwendeel van de Rijksbegroting voor hun rekening, en dat zal de komende jaren verder toenemen. Wat je dus moet doen, is niet het kaasschaafbeleid zoals de VVD voorstaat: overal iets minder geld uitgeven (bijvoorbeeld 1,5 miljard korten op onderwijs en bezuinigen op zorg). Nee, ons sociale ouderenstelsel moet op de schop, zodat de kosten van de vergrijzing minder snel zullen stijgen. Je zou dan bijvoorbeeld kunnen denken aan een inkomensafhankelijke AOW-regeling op basis van het pensioen van mensen. Dit zal de VVD echter met geen mogelijkheid steunen, want dit leidt tot nivellering, en nivellering is een vies woord in conservatief-liberale kringen. Dus zal er gekozen worden voor kaasschaafbeleid, waardoor niet alleen beknibbeld wordt op toekomstgerichte beleidsdomeinen zoals onderwijs, of waardoor bezuinigd wordt op de leefbaarheid van lokale gemeenschappen (er staan 10% bezuinigingen ingeboekt voor de financiering van gemeenten), maar ook uitkeringsafhankelijken zullen hiervan uiteindelijk de dupe van zijn indien er overal wat bezuinigd moet worden. Daarnaast zijn en zullen de staatsuitgaven omvangrijker worden door de unieke tijd waarin we leven, die ons tot additionele overheidsuitgaven dwingt. Ik denk dan concreet aan de Russische agressie en assertiviteit aan de oostflank van de NAVO én de onvoorspelbaarheid en onbetrouwbaarheid van de VS als bondgenoot. Dit dwingt ons op dit moment 2% van ons BBP te spenderen aan defensie. Vermoedelijk zal dit na de NAVO-top in Den Haag alleen maar toenemen tot maar liefst 3,5% van ons BBP. Daarnaast moet Nederland, samen met de internationale gemeenschap, de klimaatschade beperken door ambitieus klimaatbeleid uit te voeren. Ook dit leidt tot extra overheidsuitgaven. Het tegenargument tegen additionele defensie-uitgaven is dat het geld niet uitgegeven kan worden vanwege de oververhitte economie in Nederland. Het kabinet-Schoof kan dit echter verhelpen door meer wapentuig te importeren uit andere Europese lidstaten of nauwe bondgenoten (denk aan een land zoals Zuid-Korea). Deze keuze zal dan ook direct als een steuntje in de rug fungeren voor de creatie van een volwaardige Europese defensie-industrie. Daar zal dit kabinet-Schoof echter niet voor staan te klappen, want partijen zoals BBB en PVV willen dat het extra geld voor defensie vooral in eigen land wordt uitgegeven. Andere bestedingen die niet worden gedaan, zoals in de zorg-, energie- en bouwsector, zouden daarbij verholpen kunnen worden als de overheid het arbeidspotentieel vergroot door actief mensen te werven. Maar ook dit zal de VVD met zijn coalitiepartners niet doen, omdat er wordt gegruwd van migranten en alles wat buitenlands is. Als je zowel de vergrijzing als de noodgedwongen toenemende defensie-uitgaven bij elkaar optelt, dan is het volstrekt onverstandig om zomaar te pleiten voor lagere belastingen. Dat gaat niet als je tevens de kwaliteit van onze verzorgingsstaat wil garanderen. En dat is nu net waar ik bang voor ben met de VVD die dit fiscaal populisme bedrijft: een nog verdere verschraling van de verzorgingsstaat en een verdere aantasting van de kwaliteit van het openbaar bestuur. Tot slot wil ik me verzetten tegen het idee van de VVD dat er überhaupt bezuinigd moet worden. De staatsschuld is historisch laag, en omdat de nominale groei (inflatie + economische groei) groter is dan de rente, krimpt de staatsschuld vanzelf. Hoogleraar Coen Teulings zegt daarover in het FD het volgende: “Naarmate de groei en inflatie samen hoger zijn dan de rente, hoeven toekomstige generaties feitelijk niets te doen om de schuld af te betalen.” Het angstbeeld van Eelco Heinen dat we toekomstige generaties opschepen met torenhoge schulden als de VVD niet zou kiezen voor zeer stringent begrotingsbeleid, klopt dus niet. Het is juist het tegenovergestelde: de overheid dient fikse investeringen te doen in onderwijs en infrastructuur om voor de volgende generaties een toekomstbestendig Nederland af te leveren. Fikse investeringen in onderwijs en wetenschap zijn immers dé manier om de arbeidsproductiviteit van een land te vergroten. Elke euro die je erin stopt, krijg je dubbel en dwars terug. Het is daarom zeer onverstandig dat dit kabinet – met Heinen als minister van Financiën – juist daarop wil bezuinigen. Dit geldt ook voor onze infrastructuur. Volgens Bouwend Nederland loopt het achterstallige onderhoud ieder jaar op met 2 tot 3 miljard euro. Daar moet dus nú geld in worden geïnvesteerd, en de overheid moet nú in Europa en daarbuiten mensen gaan werven om dit achterstallige onderhoud weg te werken. Anders loopt dit in de toekomst op tot gigantische bedragen die nauwelijks nog op te hoesten zijn. Géén Duits model en ook géén Italiaans model In de strijd rondom de voorjaarsnota sta ik noch aan de kant van de VVD, noch aan die van de PVV en BBB. Waar de VVD fiscaal populisme wil bedrijven en ervoor zorgt dat Nederland het nieuwe Duitsland wordt: te weinig investeren in de toekomst, staan partijen als de BBB en PVV het Italiaanse en Franse model voor: ongericht en vaak ook nog inkomensonafhankelijk de lasten van Nederlanders verlagen zonder dat er ook maar één cent wordt uitgegeven aan de toekomst van Nederland. We moeten naar een fiscaal-economisch beleid toe dat rekening houdt met onontkoombare maatschappelijke ontwikkelingen (vergrijzing) en dat durft te investeren in de toekomst, zodat de veiligheid en welvaart wordt geborgd. Trap dus niet in het verhaal van de VVD dat ze waakt over de portemonnee van de Nederlander, want ze maakt met dit kortzichtige beleid Nederland op termijn vooral armer en zadelt toekomstige generaties op met achterstallige infrastructuur en een ongekwalificeerde beroepsbevolking! Dit artikel is overgenomen van anti-populista. Stukken op dat blog worden geschreven als bijbaan, dus mocht je het stuk waarderen kun je dat ook financieel laten blijken via deze link.

Door: Foto: Schermafbeelding minister Eelco Heinen bij WNL
Foto: © Rijksoverheid Kabinet Schoof bordesfoto - foto Valerie Kuypers

De opmerkelijke portefeuilleverdeling van kabinet-Schoof

ANALYSE - Het kabinet-Schoof is redelijk uniek in de verdeling van portefeuilles. Veel lijkt erop gericht om elkaar tegen te werken, met het oog op een snelle val van het kabinet en een gunstige electorale uitgangspositie. Een analyse van Jasper van der Heide (redacteur-analist bij het Montesquieu Instituut)

De verdeling van de ministersposten is een essentieel onderdeel van de formatie, waar een formatie op kan klappen. Een aantal posten zijn daarbij het meest begeerd, zoals het minister-presidentschap, Financiën en Buitenlandse Zaken. Daarnaast heeft een partij vaak haar ‘kroonjuwelen’. Zo zal D66 doorgaans onderwijs willen en de PvdA Sociale Zaken.

Bij het kabinet-Schoof waren nog twee regels te zien. Allereerst mocht de PVV niet posities krijgen die teveel raken aan de rechtsstaat of het internationaal aanzien. Het meest prominent is het premierschap, dat Wilders aan zich voorbij moest laten gaan. Dit was al het geval bij kabinet-Rutte I, waar geen bewindslieden van de PVV in werden opgenomen.

Ten tweede is te zien dat de PVV, NSC en BBB de portefeuilles kregen waarop zij de door VVD-geleide kabinetten afgelopen jaren onwelwillendheid of incompetentie verweten. Dit valt uit te leggen als het claimen van de kroonjuwelen, immers zijn de partijen vaak issue owner op het thema. Maar wat redelijk uniek is, is de manier waarop de coalitiepartijen ermee omgaan. Zij willen vooral benadrukken dat de ander de problemen óók niet kan oplossen.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

De bijstand is kapot

Mensen in de bijstand worden niet meer opgevangen vanuit het idee van collectieve solidariteit, maar juist institutioneel gestraft.

De Gemeente Utrecht heeft een opmerkelijk initiatief genomen om te voorkomen dat mensen in de bijstand die parttime werken gestraft worden. Onder de titel De Bestaansbalans is de gemeente een crowdfunding actie gestart voor een fonds waaruit boetes betaald kunnen worden, ‘een tijdelijke pleister op dat probleem én een aanklacht tegen het kapotte landelijke bijstandssysteem. ‘

Foto: Utenriksdepartementet UD (cc)

Gaat het bestand een tweede fase overleven?

ANALYSE - Het Israëlische kabinet is dus uiteindelijk akkoord gegaan met de overeenkomst over het staakt-het-vuren met Hamas. Het had wat voeten in aarde, want nadat het “Veiligheidskabinet” zijn fiat had gegeven werd eerst gedacht dat het volledige kabinet dan wel na de shabbat oftewel op zaterdagavond, zou gaan stemmen. Maar omdat het ”over leven en dood” ging werd toch doorvergaderd. Pas na zeven uur praten was het kabinet – het was toen inmiddels 1 uur ’s nachts – eruit. Van de ministers waren er 24 vóór. Zoals verwacht stemden Itamar ben Gvir en zijn twee collega’s van Otzma Yehudit (Joodse Kracht) tegen. Hetzelfde geldt voor Smotrich van de Religieuze Zionisten en diens twee partijgenoten. Daarnaast waren twee Likudniks, Amichai Chikli en David Amsalem, ook tegen.

De deal is nu zondag met enige vertraging ingegaan. De 33 Israëlische gijzelaars worden, drie per dag, uitgewisseld tegen een veel groter aantal van een kleine 1.000 Palestijnen, over een periode van zes weken. Eén van de eersten is Khalida Jarrar die sinds oktober 2023 zonder vorm van proces in eenzame opsluiting zat. Een andere – omstreden – Palestijnse gijzelaar/veroordeelde zou Zakaria Zubeidi uit Jenin zijn, één van degenen die ooit via een spectaculaire ondergrondse gang uit de  gevangenis ontsnapte. Eerder was hij directeur van het Theater in Jenin.

Foto: Maureen Barlin (cc)

De eerste erkende genocide

In 1985 kwalificeerden de Verenigde Naties de Duitse krijgsinzet tegen de Namibische volken Herero en Nama officieel als de eerste genocide van de twintigste eeuw. Duitsland had dertig jaar nodig om dat te erkennen en kwam pas drie jaar geleden met een in termijnen te betalen schadevergoeding van 1,1 miljard euro. De Namibische regering accepteerde de deal aanvankelijk, maar de vertegenwoordigers van de slachtoffers, die buiten de onderhandelingen waren gehouden,  blokkeerden het aanbod. Vorig jaar kwamen de Duitse onderhandelaars tegemoet aan de bezwaren van de Herero en Nama. Er werd een in theorie onbeperkt bedrag toegezegd, en in november volgde een allerlaatste gespreksronde over het verzoeningspakket, waarop een gezamenlijke overeenkomst werd getekend. Honderdtwintig jaar na dato. Voordat het zover was had de Duitse regering de Namibische president Hage Geingob nog woedend gemaakt vanwege steun aan de Israëlische regering voor het geval de Zuid-Afrikaanse genocide aanklacht bij het Internationaal Gerechtshof voor Netanyahu tot problemen zou leiden. Geingob sprak er schande van: dat uitgerekend Duitsland de genocidale en wrede daden van de Israëlische regering tegen de onschuldige burgerbevolking in Gaza en de bezette gebieden van Palestina verdedigde.

De eerste Duitse genocide was qua aantallen onvergelijkbaar met de slachting van zes miljoen Joden, maar het was net als de holocaust een heel bewuste misdaad. Duitsland stuurde in 1904 een leger onder leiding van Lothar von Trotha naar Namibië om een opstand van het Hererovolk neer te slaan. De Herero kwamen in opstand tegen oprukkende Duitse kolonisten die heel Zuid-West Afrika voor zich opeisten. Het ‘Vernichtungsbefehl‘ van Von Trotha laat aan duidelijkheid niets te wensen over: ‘Elke Herero die binnen de Duitse grenzen wordt aangetroffen, met of zonder geweer, met of zonder vee, zal worden neergeschoten.’ Wie wist te ontsnappen liep het risico te sterven van de dorst ‘want de Duitsers hadden de bronnen vergiftigd. Veel gevangen genomen Herero’s stierven onder erbarmelijke omstandigheden in concentratiekampen. Van de ongeveer 80.000 Herero overleefde ongeveer een kwart de slachting door naar Botswana te vluchten.’ De Namabevolking werd ongeveer gehalveerd.

Doneer voor ¡eXisto!, een boek over trans mannen in Colombia

Fotograaf Jasper Groen heeft jouw hulp nodig bij het maken van ¡eXisto! (“Ik besta!”). Voor dit project fotografeerde hij gedurende meerdere jaren Colombiaanse trans mannen en non-binaire personen. Deze twee groepen zijn veel minder zichtbaar dan trans vrouwen. Met dit boek wil hij hun bestaan onderstrepen.

De ruim dertig jongeren in ¡eXisto! kijken afwisselend trots, onzeker of strak in de camera. Het zijn indringende portretten die ook ontroeren. Naast de foto’s komen bovendien persoonlijke en vaak emotionele verhalen te staan, die door de jongeren zelf geschreven zijn. Zo wordt dit geen boek óver, maar mét en voor een belangrijk deel dóór trans personen.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Foto: Mohamed hassan, via Picabay.

Drempels voor het referendum

ANALYSE - Donderdag zal de Tweede Kamer het debat vervolgen over de invoering van een bindend, correctief referendum. Dat vereist een grondwetswijziging, en moet in daarom steun krijgen van tweederde van de Tweede Kamer en tweederde van de Eerste Kamer. Dat wordt spannend: die meerderheid lijkt mogelijk, maar is niet vanzelfsprekend. Een analyse van Tom van der Meer, eerder verschenen bij Stuk Rood Vlees.

Geschiedenis

Het debat over de invoering van het referendum heeft een heel lange en kronkelende geschiedenis. Er is onder partijen en zeker onder kiezers over het algemeen een meerderheid. Maar omdat de Nederlandse grondwet lastig te wijzigen is, was er bij pogingen tot nu toe een blokkerende minderheid. Over de geschiedenis van de pogingen tot invoering van het bindend correctief referendum, en de daadwerkelijke invoering en afschaffing van het niet-bindende referendum (2016-2018) heb ik met Kristof Jacobs en Charlotte Wagenaar een artikel geschreven. Die geschiedenis toont het belang van sleutelpartijen en coalitieonderhandelingen voor stappen rond de invoering en intrekking van het referendum.

Tussen 2016 en 2018 had Nederland een niet-bindend referendum, dat tweemaal werd toegepast: in 2016 een referendum over het Associatieverdrag tussen de EU en Oekraïne, en in 2018 over de Wet inlichten- en veiligheidsdiensten. Politicologen hebben uitvoerig onderzoek gedaan naar die ervaringen, wat leidde tot twee publieksrapporten. Ook hebben we op StukRoodVlees en elders gerapporteerd over die onderzoeken. Zo blijkt het referendum ondanks veelgehoorde aannames níét vooral aantrekkelijk voor tegenstemmers, maar hebben voorstanders een grotere neiging om te stemmen. Zowel in 2016 als in 2018 waren zij echter met minder. Een andere studie toont dat de stemkeuze van kiezers zich gedurende de campagne steeds meer laat leiden door hun voorkeurspartij, en dat inhoudelijke argumenten steeds meer samenhangen met stemkeus. Weer een andere studie toont in hoeverre het verlies bij een referendum ook leidt tot verlies aan steun voor het instrument van het referendum zelf.

Foto: Tom Jutte (cc)

Een steengoede analyse van de Participatiewet

ACHTERGROND, LONGREAD - Halverwege december gingen wat stukken van staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) Nobel, naar de Tweede Kamer. Dat heeft niet zo veel aandacht gekregen. Er speelt genoeg in de wereld en ‘Voortgang Participatiewet in Balans’ is wellicht ook niet de spannende sexy titel die gelijk de volle aandacht pakt. Niettemin verdient (met name) de bijlage bij deze Kamerbrief die aandacht zeer zeker. Het gaat om de bijlage ‘Probleemanalyse Participatiewet’. En die is mooi en stemt tot hoop, en een beetje optimisme op zijn tijd mag hier ook wel op de pagina.

Het gaat om een brochure van nog geen 30 pagina’s, die is samengesteld door het ministerie van SZW. Het geeft een zeer helder overzicht van een aantal onderzoeken die de afgelopen jaren gedaan zijn naar de Participatiewet, en de belangrijkste bevindingen daarvan. Zoals de titel al doet vermoeden focust de notitie zich op dingen die niet goed gaan. En dat zijn er nogal wat. Ze zijn opgedeeld in vier thema’s: algemene knelpunten, werk & participatie, inkomen & bestaanszekerheid, en tot slot de gemeentelijke financiën.

Een bloemlezing

Het voert te ver door om het hele rapport te bespreken, maar lees het vooral zelf. Om toch een indruk te geven van de problematiek (die overigens voor een deel ook wel hier op Sargasso langs is gekomen) wordt van elk van deze thema’s wat uitgelicht.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Doe het veilig met NordVPN

Sargasso heeft privacy hoog in het vaandel staan. Nu we allemaal meer dingen online doen is een goede VPN-service belangrijk om je privacy te beschermen. Volgens techsite CNET is NordVPN de meest betrouwbare en veilige VPN-service. De app is makkelijk in gebruik en je kunt tot zes verbindingen tegelijk tot stand brengen. NordVPN kwam bij een speedtest als pijlsnel uit de bus en is dus ook geschikt als je wil gamen, Netflixen of downloaden.

Foto: Lisa de Vreede (cc)

Afrika luistert niet meer naar het westen

COLUMN - De dominantie van het westerse wereldbeeld lijkt af te nemen. De oorlogen in Israël en Oekraïne worden niet overal volgens het geijkte westerse patroon beoordeeld. Maar dat dringt hier nog maar langzaam door. Ongeloof en verontwaardiging overheersen de reacties als er elders in de wereld geluiden te horen zijn die niet aansluiten bij wat in het ‘vrije westen’ wordt gehoord.

Zo kreeg VN secretaris Guterres de wind van voren toen hij in Moskou op een conferentie van BRICS landen verscheen en daar ook een gesprek had met Poetin. Israël krijgt elders aanmerkelijk minder steun dan in Europa en de VS. De genocide die plaatsvindt in Gaza werd bij het Internationaal Gerechtshof aangekaart door Zuid-Afrika, niet door westerse landen zoals Nederland die zich altijd hard hebben gemaakt voor mensenrechten.

In grote delen van de wereld is het initiatief van Zuid-Afrika toegejuicht. Maar in Europa en in de VS worden pro-Palestijnse stemmen veroordeeld, gecanceld en met pek overgoten. Poetin is fout en iedereen die met Poetin praat is dus ook fout. Israël is goed, verdient onze steun en er valt daarom niet te praten over sancties of boycots. In Duitsland, een leidende natie in de EU, is het lot van Israël als ‘staatsraison’ onvoorwaardelijk verbonden aan dat van de Bondsrepubliek. De holocaust lijkt een veroordeling van een nieuwe genocide te verhinderen.

Foto: Userpilot creative commons license 2.0

Zware hoofdpijn voor Wiersma, juridisch fundament vergunningverlening ligt weer overhoop

een gastbijdrage van Valentijn Wösten (*), eerder verschenen op zijn website.

Met de Raad van State uitspraak in de zaak Rendac van 18 december komen een aantal belangrijke lijntjes bij elkaar met als uitkomst dat het juridisch fundament voor stikstofvergunningverlening weer ingrijpend overhoop ligt. Latente ruimte, positieve weigeringen, interne saldering en de referentiesituatie zijn juridisch van kleur verschoten. En we hebben er nog weer een nieuwe stapel illegale bedrijven bij, waarvoor de minister verantwoordelijk zal moeten gaan nemen. Wiersma zal 18 december met zware hoofdpijn en diepe spijt de deur van het ministerie van Natuur en Landbouw achter zich hebben dicht getrokken.

Hoofdpijn omdat de consequenties van de Rendac uitspraak groot zijn, en de noodzaak van knopen doorhakken zo mogelijk nog dringender en dwingender. Diepe spijt omdat ze het werk van haar voorganger Van der Wal zonder nadenken overboord heeft gegooid en nu met lege handen staat. Het is klaar met de boerenfabeltjes, de realiteit dringt zich genadeloos op.

Vergunningbeleid ligt weer overhoop

Met de Rendac-uitspraak heeft het zogeheten intern salderen een gewijzigde juridische betekenis gekregen. Gevolg is vrijwel zeker dat de verleende stikstofnatuurvergunning voor Schiphol zal sneuvelen bij de rechter aangezien dat besluit mede is gebaseerd op interne saldering. De meeste vergunningbesluiten die zijn verleend als positieve weigeringen en waarbij beroep is aangetekend zullen geen stand houden. De projecten die zijn gestart op basis van een positieve weigering c.q. spookvergunning zijn allemaal illegaal gestart. Het vergunningbeleid ligt weer grotendeels overhoop.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Foto: Minister-president Rutte (cc)

De marktconforme verzorgingsstaat

RECENSIE - Wie zich afvraagt waarom er in Nederland anno 2024 nog steeds woningnood is en veel te veel mensen in armoede leven moet dit boek lezen: De marktconforme verzorgingsstaat van Naomi Woltring. Het is een uiterst goed gedocumenteerd en strak gecomponeerd verslag van de geleidelijke afbraak van de collectieve voorzieningen die na de oorlog zijn opgebouwd. ‘Fascinerend’ volgens Maarten van Rossem op de achterflap. En daar is niets te veel mee gezegd.

Woltring promoveerde op de geschiedenis van het neoliberalisme in Nederland. Nu is er over dit onderwerp al wel veel geschreven. Maar dit boek voegt echt iets toe aan de kritische beschouwingen over de wijze waarop de regeringen Lubbers, Kok en Balkenende de verzorgingsstaat hebben uitgekleed en getransformeerd naar neoliberale eisen. Woltring heeft studie gemaakt van stapels beleidsdocumenten uit de jaren tachtig, negentig en nul en dan met name van ambtelijke nota’s en rapporten die niet allemaal even veel publieke aandacht hebben gekregen. Ze vindt een rode draad voor het transformatieproces in de operatie Marktwerking, Deregulering en Wetgevingskwaliteit (MDW). Dat was een project dat bij het begin van het eerste Paarse kabinet was opgetuigd door ambtenaren van Economische Zaken, Financiën en Justitie. Sociale Zaken, het departement van Ad Melkert (PvdA) mocht niet meedoen en dat bleef niet zonder gevolgen. Een lange reeks van ambtelijke werkgroepen stuurde de regering richting ingrijpende veranderingen op het gebied van de volkshuisvesting, de sociale zekerheid en andere collectieve voorzieningen. Het resultaat was een volledige transformatie van de overheid als een hoeder van het algemeen belang en zorgdrager voor alle ingezetenen naar een ‘verkeersregelaar’ op de markt van zowel goederen als diensten. Een regelende instantie die bedrijven niet in de weg mag zitten, zorgt voor de meest gunstige condities voor private ondernemingen (en voor iedereen die goed voor zichzelf kan zorgen).

Vorige Volgende