Wind, olie en flamingo’s
COLUMN - Het waait flink op Bonaire, het hele jaar door Bij een constante temperatuur van ongeveer 30 graden. Warme wind dus. Bepaald geen markt voor wasdrogers. Maar wel voor windenergie, dacht ik. Op onze eerste tocht over het eiland (over de EEG-Boulevard) kwam ik welgeteld één molen tegen. En die draaide niet.
Uw Europa-correspondent bevindt zich momenteel ver buiten de regio. Bonaire is een bijzonder soort gemeente (‘ Openbaar Lichaam’ ) binnen het Koninkrijk der Nederlanden. Dus toch ook een beetje Europees? Bij binnenkomst moest ik net als bij het vertrek van Schiphol mijn paspoort laten zien. ‘ Welkom in Nederland’ zei de douanebeambte met een brede lach op mijn vraag waarom dat nodig was op een reis tussen twee delen van het hetzelfde land.
Maar die niet aflatende wind dus. Je zou denken dat de Bonairianen daar goed van kunnen profiteren. Het locale water- en elektriciteitsbedrijf, Webbonaire, meldt dat een derde van de elektriciteit wordt geleverd door windmolens, waaronder die ene grote die niet draaide toen ik er langskwam. Elders las ik dat er over de prijs van de elektriciteit nogal wat te doen is geweest. Kostprijsverhogingen zijn onvoldoende gecompenseerd door subsidie die vooral de laagste inkomens tegemoet moet komen. De subsidie zou voor een belangrijk deel ten goede gekomen zijn van de grote (bedrijfs)aansluitingen. Lagere tarieven, bijvoorbeeld door inzet van wind- en zonne-energie, mogen de bewoners van Bonaire hoogstens in de toekomst verwachten. Een weinig bemoedigend uitzicht voor laagste inkomensgroepen die los van de elektriciteitstarieven toch al flink tekort komen. Anders dan in Nederland is er hier volgens het Antilliaans Dagblad geen realistisch sociaal minimum.