COLUMN - Op de Dag van de Arbeid een overpeinzing: als de werkloosheid ‘here to stay’ is, moeten we de schaarse banen in Europa dan misschien maar gaan verdelen?
Het is wrang om op de ‘Dag van de Arbeid’ een recordwerkloosheid voor Europa te moeten noteren. Cijfers van Eurostat laten zien er in de Eurozone weer 62.000 werklozen bij zijn gekomen, wat het totaal op 19,2 miljoen brengt, oftewel 12,1 procent. Het is de 23e opeenvolgende maand dat de werkloosheid in de eurozone stijgt. Griekenland (27 procent), Spanje (26,7 procent) en Portugal (17,5 procent) voeren de lijst aan, Oostenrijk (4,7 procent), Duitsland (5,4 procent), Luxemburg (5,7 procent) en Nederland (6,4 procent) zijn de hekkensluiters. En voor de kiene observant: ja, deze cijfers zijn ook nog eens geflatteerd. Volgens ons eigen CBS zit Nederland op 8 procent, de Duitse overheid noteert zelf 6,9 procent.
Een enkeling wil nog steeds dat we meer bezuinigen, maar een steeds groter wordende groep schaart zich achter het plan om de economie te stimuleren. Maar wat als de groei niet komt?
Hét medicijn tegen werkloosheid bestaat niet. Maar de medicinale werking van bezuinigen lijkt te hebben afgedaan. Verschillende tussenbalansen laten zien hoe destructief bezuinigingen kunnen zijn, en hoe weinig de overheidsfinanciën er van opknappen. De eurozone is onderhand bezuinigingsmoe. Spanje kondigde aan dat het de begrotingsregels voorlopig op de lange baan schuift. Italië is ook klaar met ‘austerità’. ‘Italië is stervende, door bezuinigingen,’ zei de nieuwe Italiaanse premier Enrico Letta. En zelfs in Nederland laten steeds meer politici en economen de 3 procentsnorm los.