ANALYSE - De gele hesjes, de Brexiteers, Occupy Wall Street en de huidige protesten in Soedan – allen uiten hun onvrede vanuit een verlangen om een nieuwe start te maken met de samenleving. Marli Huijer wijst hen op de gevaren van welbespraakte buitenstanders die zich hun beweging kunnen toe-eigenen en van geweld van binnenuit.
Wat deze protestbewegingen gemeen hebben met de Franse Revolutie is dat ze worden gedragen door het idee dat de samenleving via revoltes en revoluties een nieuwe start kan maken. Het is een specifiek modern idee dat pas opkwam aan het einde van de achttiende eeuw.
Politiek filosoof Hannah Arendt stelt in Over revolutie dat dit idee een nieuwe, revolutionaire geest aanwakkerde. Deze behelst niet alleen een verlangen naar bevrijding – van autocratische vorsten, dictators, honger, werkloosheid of geweld –, maar ook een verlangen naar vrijheid, en dan met name de vrijheid om opnieuw te beginnen.
Het geloof in een nieuwe start kan mensen blind maken
De uitkomst van zo’n nieuwe start is altijd ongewis. Het kan goed, maar ook desastreus aflopen. Toch is dat niet voor iedereen reden om de revolutie af te wijzen. Het zich bevrijden van het verleden en openen van nieuwe mogelijkheden kan als een waarde op zich worden gezien.