Liegende premiers
Tijdens verkiezingsdebatten gaat het er vooral om te scoren bij het publiek. Of wat je daarbij zegt ook echt waar is, doet er blijkbaar minder toe.
Het premiersdebat van afgelopen zondag was akelig braaf. Gespreksleider Frits Wester wilde vooraleerst zichzelf als capabel gespreksleider neerzetten: kijk mij eens chic, zakelijk en neutraal wezen! Kan ik niet prachtig orde orde houden? Gaandeweg ging ik geloven dat Wester een verkapte sollicitatie deed bij de vier debaters, door te bewijzen dat hijzelf ook héél ministeriabel kon zijn.
In al zijn hoffelijkheid vergat Wester dat zijn taak een journalistieke was: laten zien waar tegenstellingen worden verdoezeld, waar om de brij werd heen gedraaid, waar uitspraken niet met stemgedrag of partijprogramma’s strookten, en vooral: waar keihard werd gelogen.
Maar nee. Wester degradeerde zijn rol tot de stopwatch van het debat. Dan kun je net zo goed een grensrechter of spreekstalmeester inhuren, dunkt me. Want zo werd het premiersdebat een kwestie van wie zichzelf het leukst wist te presenteren. Of er waarheid werd gesproken, was RTL kennelijk worst.
Op Twitter regende het commentaar. ‘ Rutte beweert dat Nederland de hoogste belastingdruk ter wereld heeft. Niet waar.’ ‘Wilders liegt dat de PVV de hypotheekaftrek nooit zal beperken. Tijdens de kabinetscrisis had hij dat punt al ingeleverd.’ ‘Roemer, vraag toch door: Rutte wil het eigen risico in de gezondheidszorg wel degelijk vergroten.’