Een leven lang leren
DATA - Europese beleidsmakers willen graag dat ook volwassenen naar school gaan, of in ieder geval iets leren. Als beleidsmakers het belangrijk vinden, moet het eerst gemeten worden. En dat is geen eenvoudige opgave. Want wat is leren als je er geen gebouw aan kunt koppelen? In het initiële onderwijs is het gemakkelijk; je meet simpelweg hoeveel mensen geregistreerd staan bij een onderwijsinstelling. Met geavanceerde apparatuur meet je aan- en afwezigheid en als je geluk hebt zijn er goede toetsen die vooruitgang in het leren meten. En ook als ze niets leren, is verblijf in een onderwijsinstelling nuttig, want het stelt de ouders in staat om economisch actief te zijn. Dat is niet cynisch bedoeld, maar één van de maatschappelijke functies van het onderwijs: onderdak bieden. Liefst met een beetje fatsoenlijke luchtkwaliteit en schone toiletten.
Voor volwassenen moet je terugvallen op enquêtes. Waarbij je ook nog onderscheid moet maken in formeel en informeel leren. De Europese Commissie voert om de zoveel jaar een enquête uit. In Nederland is die voor het laatst in 2010 door het CBS uitgevoerd (ik wacht met spanning de resultaten van de CVTS af). In Nederland is er nog een goed meerjarenonderzoek gedaan naar LLL, door het ROA. Het rapport bevat een schat aan inzichten. Een paar opvallende resultaten: