Fractieleider in de media en jonge Kamerleden in de Kamer?
De NRC heeft in samenwerking met Maarten Marx een mooie data set online gezet. Van alle kamerleden, van het laatste jaar de deelname aan plenaire parlementaire debatten, inclusief woordgebruik, en deelname aan radio en televisie programma’s en mentions in de NRC. Leuke data om naar te kijken. Op advies van Liesbeth van Tongeren ga ik eens kijken naar de positie van GroenLinks.
De activiteit van Kamerleden hangt sterk af van hun lidmaatschap van een fractie: leden van kleine fracties zijn aanzienlijker actiever. Een SGP’er doet 60 debatten, een PvdD’er doet er 40. PvdA’er of een VVD’er doet er gemiddeld maar een stuk of 10. De andere partijen liggen tussen die twee extreme. Wat opvalt is dat een aantal partijen het minder doen dan andere ongeveer even grote partijen. Een PvdD’er zit ver onder een SGP’er. Een CDA’er doet meer dan een PVV’er, een PvdA meer dan een VVD’er en een D66 doet meer dan een GL’er. De SGP loopt alle debatten af, de PvdD is selectiever. De PvdA zal als oppositiepartij aan meer debatten mee doen dan de VVD. GroenLinks is (net iets) minder actief dan D66. Dat lijkt zo omdat Niels van den Berge niet in de data set zit omdat hij maar voor een aantal maanden Kamerlid was als plaatsvervanger van Mariko Peters.
Deze figuur is gebaseerd op een multidimensionale schalingsanalyse van de data over debat en mediadeelname. De zwarte lijnen geven weer hoe bepaalde onderwerpen samenhangen met het model.