Populisme, politiek en de toekomst
Het elite verhaal van minister Guusje ter Horst raakte me twee maanden geleden wel, maar ik kon er nog niets mee.
Echter, deze week kwam ze er bij de opening van het academische jaar op terug (via). En toen klikte het wel. Niet dat ik het met haar eens ben, integendeel. Maar dat ik nu beter kan aangeven waar haar verhaal mank gaat.
Laat ik beginnen met een citaat uit haar laatste betoog:
“Maar zeker zo belangrijk is de verbinding die ontstaat door de open uitwisseling van opvattingen en ideeën. Er was een tijd dat de intellectuele voorhoede brede lagen van de samenleving wist te inspireren tot het uitwerken van democratische ideeën en maatschappelijke idealen. Die ideeën en idealen werden doorgaans niet opgedaan in de beslotenheid van de academische wereld, maar zijn ontstaan doordat de intellectuele voorhoede zich mengde in het maatschappelijke debat.”
Ze geeft aan dat in het maatschappelijk debat nu een gat valt omdat de “intellectuele voorhoede” het laat afweten en dat in dat gat nu de populisten springen.
Maar ze vertelt niet waarom dat gat (wat eigenlijk geen gat is) valt.
Zoals ik het zie zijn er na de abortusdiscussie eigenlijk geen grote maatschappelijke debatten geweest waar de politiek ook werkelijk wat mee deed.
Zo uit mijn hoofd een paar thema’s waar “de voorhoede” wel degelijk van zich heeft doen laten spreken, maar genegeerd werd: ban de bom, privatisering in het algemeen, privatisering van de woningcorporaties in het bijzonder, de betuwelijn, immigratie, klimaat, onderwijsvernieling en de tweede golfoorlog in Irak.
En dan heb ik het nog niet eens gehad over de eindeloze stroom “intellectuelen” dat heeft geprobeerd staatkundige en democratische vernieuwing op gang te brengen.
Alles liep tegen een stenen muur aan.