Kunst op Zondag | Rhinoceros

Alle mensen worden neushoorns. Het had het slotkoor kunnen zijn van een magistraal meesterwerk dat de teloorgang van de mensheid bezingt. Deze evolutionaire ontwikkeling is echter bekend van het toneelstuk Rhinoceros (1959), geschreven door Eugène Ionesco (1909 - 1994). In een Frans dorpje veranderen de inwoners in neushoorns. Uiteindelijk blijft alleen de wat slome en alcoholistische Bérenger als enige niet getransformeerde mens over. Dat vindt hij toch wel erg eenzaam en wil alsnog een neushoorn worden om zich bij de kudde te voegen. Het lukt hem maar niet. Dan besluit hij te blijven wie hij is: “Ik capituleer niet!” Deze bizarre klucht wordt gezien als een metafoor voor de volgzaamheid van mensen waarmee fascisme heeft kunnen bloeien. Het kan ook worden gelezen als een ode aan mensen die niet in clichés, stereotypen en conservatieve rolpatronen willen blijven hangen. Waar in de hedendaagse werkelijkheid er mensen zijn die figuurlijk in quasi fascistoïde beesten veranderen, zijn de neushoorns figuurlijk gesproken het haasje. De rhinoceros staat in de top tien bedreigde diersoorten. Juist vanwege de ivoren neushoorn. Blijkbaar mist de rhinoceros het aanpassingsvermogen dat de Afrikaanse olifant wel heeft. Evolutiebiologen schreven in Science over hun ontdekking dat steeds meer vrouwtjesolifanten zonder slagtanden geboren worden. Conclusie: de soort heeft zich in korte tijd aangepast om zodoende niet aan stroperij ten onder te gaan. Om nog maar eens te wijzen op het noodlot van de rhinoceros een ode aan het beest dat alleen maar neus heeft als er een hoorn op zit. Het diertje leeft al minstens zolang als mensen konden tekenen. Bewijs: de ‘murals’ in de grot van Chauvet. Anoniem - Rhinoceros, muurtekening la Grotte Chauvet (ca. 15.000 – 10.000 v.Chr.) Een heel bekende houtdruk is de rhinoceros van Albrecht Dürer. Naar verluidt heeft hij de prent gemaakt zonder het dier ooit zelf gezien te hebben. Louter op grond van beschrijvingen van anderen kwam hij tot deze weergave. Albrecht Dürer ((1471 - 1528) - Rhinoceros, 1515. Gemaakt voor de Wereldtentoonstelling van 1878 in Parijs: Henri-Alfred Jacquemart (1824-1896) -  Rhinoceros, 1878. Salvador Dali was aardig onder de indruk van de rhinoceros. Het dier komt dan ook op verschillende manieren voor in zijn werk. Hij zag in de gepantserde huid overeenkomsten met kantwerk. In 1954 kreeg hij van het Louvre toestemming een kopie te tekenen van ‘De kantwerkster’ van Vermeer. Hij maakte er een geheel eigen interpretatie van: ‘Paranoiakritische studie van De Kantwerkster van Vermeer’.  De Kantwerkster had volgens Dali “een maximale biologische dynamiek bereikt dankzij de logaritmische krommen van neushoornhoorns”. Alles goed en wel, maar waarom hangt hij zelf de neushoorn uit en vernielt hij daarbij het werk van Vermeer? https://www.youtube.com/watch?v=lyPtU8WZD3M In het Spaanse Marbella staat een door Dali ontworpen sculptuur met wederom een verwijzing naar kantwerk. Salvador Dali (1904 - 1989) - Rinoceronte vestido con puntillas (Neushoorn gekleed in kant) 1956. Het is niet van vandaag of gisteren dat de rhinoceros met uitsterven wordt bedreigd. Dat was al jaren aan de hand vooraleer de VN met de ‘Endagered Species Act’ (1973) een aanzet gaf om bedreigde soorten en ecosystemen te beschermen en mogelijk te herstellen. Andy Warhol wilde een bijdrage leveren aan de bewustwording van deze problematiek en portretteerde tien van die bedreigde diersoorten. De zwarte neushoorn is er een van. Andy Warhol (1928 - 1987) - Black Rhinoceros, from Endangered Species, 1983. Xavier Veilhan maakt een speeltje van de kolos. De oorspronkelijke gepantserde en geribbelde huid huid vervangen door het gladde, gepolijste oppervlak alsof het een glimmend luxe auto is. Xavier Veilhan (1963 - heden) Le Rhinocéros, 1999 – 2000. Het RAQS Media Collective (India) grijpt met onderstaand beeld terug op de houtsnede van Albrecht Dürer en de neushoornsculptuur van Salvador Dali. Het staat in Lissabon op een plek waar ooit ter vermaak exotische dieren werden getoond. In een stad waar waarschijnlijk de neushoorn die Dürer tekende, geïmporteerd werd met de bedoeling die kado te doen aan de paus. RAQS Media Collective (1992 - heden)  - However Incongruous, 2007. In de familie strandbeesten van Theo Jansen zit een 2,8 ton wegende figuur. Die kan door één persoon worden voortgetrokken, mits er handig van de wind gebruik wordt gemaakt. Theo Jansen -  Animaris Rhinoceros Transport, 2014. https://www.youtube.com/watch?v=MYGJ9jrbpvg&t=3m41s Het duo Gillie and Marc Schattner maakt sculpturen van allerlei dieren, vaak in een setting waar een verhaaltje achter zit. Gillie and Marc Schattner (1965, 1962 – heden) -  Shandu the buried rhino, 2016. Opgedragen aan de laatste drie noordelijke ‘witte’ neushoorns: Gillie and Marc Schattner - Last Three, 2018. Tot slot: Ondanks de schoonheid van de ‘pracht en kracht’ van de rhinoceros, is het dier toch regelmatig verbonden met desastreuse gebeurtenissen. In een film van Fellini overleeft het dier wel, maar wat een treurigheid om zo alleen… Federico Fellini (1920 - 1993) - E la Nave Va (En het schip vaart…), 1983. https://www.youtube.com/watch?v=sfMiS9NPj7k Prettige zondag verder.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

WW: Strandbeesten en Mecha-Hamsters

De woensdagmiddag is op GeenCommentaar Wondere Woensdagmiddag. Met extra aandacht voor de nieuwste ontwikkelingen in Wetenschap- en Techniekland.

Strandbeest (Foto: Flickr/Theo Lagendijk)

Het idee van kunstenaar-uitvinder Theo Jansen was even simpel als megalomaan: hij wilde een nieuwe vorm van leven ontwerpen. Eentje die niet gebaseerd is op eiwitten, maar op gele elektriciteitsbuis. Met de buizen als basismateriaal vervaardigde en vervolmaakte Jansen zijn inmiddels wereldberoemde Strandbeesten. Deze strandbeesten zijn autonoom voortbewegende diervormige constructies die windkracht gebruiken om hun ‘magen’ van plastic flessen van perslucht te voorzien. Deze perslucht wordt dan gebruikt om draaibewegingen te krijgen.

Maar de strandbeesten gebruiken geen wielen om zich voort te bewegen, het meest bijzondere aan Theo Jansen’s nieuwe levensvormen is dat ze zich op poten voortbewegen. Om dit voor elkaar te krijgen ontwikkelde hij een unieke been-constructie, bestaande uit 11 buizen, die een draaiende beweging efficient omzetten in een loop-beweging. Om de afmetingen van de buizen goed te krijgen liet de kunstenaar-god een kunstmatige evolutie plaatshebben in zijn computer. Hij voerde 1500 verschillende buislengtes en liet een algorithme de 100 beste uitkiezen. Uit deze honderd volgde – met kleine mutaties – een volgende generatie en ook voor die werd de survival of de fittest regel toegepast.

Uiteindelijk leidde dit mooie voorbeeld van evolutie in silico tot de ‘magische afmetingen’. Wat de beweging van deze geoptimaliseerde poot zo efficient maakt is het feit dat de ‘voet’ een bijna horizontale beweging maakt over het oppervlak en zo dus maximale verplaatsing krijgt uit de draaibeweging. Deze innovatie leidde uiteindelijk tot de schitterende strandwandelaars die Theo Jansen beroemd maakte.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.