De derde landstaal

De provincies in het noorden en het oosten van het land laten het er niet bij zitten. Nadat een verzoek tot erkenning van het Nedersaksisch vorige maand door minister Spies werd afgewezen, is men nu een handtekeningenactie begonnen om de minister tot andere gedachten te brengen. Zo'n erkenning is vooral een politieke kwestie. Wetenschappelijke (dat wil zeggen: taalkundige) argumenten ervoor of ertegen zijn er eigenlijk niet. Het Nedersaksisch is een min of meer samenhangende groep dialecten die verwantschap vertonen met de 'Platduitse' dialecten aan de andere kant van de grens. Ze verschillen van het standaard-Nederlands, maar of die verschillen groot genoeg zijn om van een taal te spreken, dat is een willekeurige kwestie.

Door: Foto: foto: daBinsi (http://www.flickr.com/photos/dabinsi/)
Foto: copyright ok. Gecheckt 22-11-2022

Vroeger, straks, spullen, macht

Ben je gelukkiger als je alleen uitdrukking kan geven aan de dingen die je met eigen ogen kan zien? Een gastbijdrage van journalist Patrick van der Hijden, die onderzoek doet wat welvaart met mensen doet (blog).

Daniel Everett vertrok naar de Amazone, om de indianen van de Pirahã-stam te kerstenen. Toen hij hun taal had leren spreken en vertelde over Jezus, vroegen de Pirahã of Everett hem in het echt gezien had. Ze barstten in lachen uit, toen bleek dat dat niet het geval was. De Pirahãtaal kent geen uitdrukkingen voor dingen die de spreker niet met eigen ogen heeft gezien. Everett viel van zijn geloof en verdiepte zich dertig jaar lang in de wonderlijke cultuur en taal van het volkje. De Pirahã kennen namelijk ook geen getallen, geen verwijzingen naar het verleden en de toekomst. Ze hebben geen leiders en kennen niet zoiets als bezit.

En o ja, de Pirahã zijn uitzonderlijk gelukkig. Althans, daar getuigen degenen van, die hen hebben bezocht. Dat is een fascinerende vaststelling. Enerzijds omdat hij op een bepaalde manier zo logisch is. Als je aandacht hebt voor het verleden noch de toekomst, en macht en bezit je weinig waard zijn, loop je een hoop redenen voor ongeluk mis. Anderzijds omdat het leven van de Pirahã zo weinig weg heeft van ons leven, terwijl Nederland samen met Scandinavië altijd als hoogst prijkt op de lijst met gelukkige landen – toekomstgerichte volkeren met een lang verleden en lekker veel bezit.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Toekomstig Nederlands: Kep koup appel

Kun je de toekomst van het Nederlands voorspellen? Natuurlijk niet. Om te weten wat er met onze taal gaat gebeuren in de komende 500 jaar, moet je weten wat er met de Nederlanders gaat gebeuren — en wie kan dat weten?

Het is wel leuk om het te proberen. Het onvolprezen Vlaamse tv-programma Man over woord had vorig jaar een item waarin ze een simpel dialoogje in de taal van 1000 jaar geleden probeerden te reconstrueren. Het gesprekje luidde:

Pieter: Ik heb hier donderdag vijf pond zoete appels gekocht. Die waren rot!
Reinhilde: Dat kan gebeuren. In plaats daarvan krijgt u een potje met verse honing.

De onvolprezen Leidse taalkundige Michiel de Vaan maakte daar de volgende Oudnederlandse versie van (voor het jaar 500):

P: Thunres dagō ik kaupōdǣ hēr fīf pundu swōtjērō applō. Thē wǣrun rutanē
R: Swa mag gaskehana. Anǣ thērō stadai skuluth jī habēna puttakīna mith friskō hunangō

Zou het ook mogelijk zijn om juist een toekomstige versie te maken? Daarover zat ik gisteren tijdens de lunchpauze te puzzelen met een paar collega’s. Uiteindelijk ik hierop uit, voor in het onvolprezen jaar 2500:

P: Kep koup twei kelou soot appel sjinkse. Hep sain rot!
R: Kan buir. Je kraig in plaats vaarfan ’n fers bilem pot.

Foto: copyright ok. Gecheckt 06-11-2022

Een klezmer-orkest van één tamboerijn

Toen Het Parool in 2006 een verkiezing van het ‘mooiste Amsterdamse woord’ uitschreef, won achenebbisj. Dat was lang niet het enige jiddische woord dat in de lijst terecht kwam: ook attenoje(‘krijg nou wat’), gebbetje(grapje), en mesjogge(‘gek’)stonden hoog en hadden een Jiddische oorsprong.

Wie in Amsterdam naar ‘echt Amsterdams’ wil luisteren, hoort nog steeds een heleboel joodse klanken. Dat observeert ook Megan Raschig in het artikel “Goeie Ouwe Gabbers: Listening to ‘Jewishness’ in Multicultural Mokum” dat vandaag verscheen in het elektronische wetenschappelijke tijdschrift Quotidian.

Voor haar artikel heeft Raschig gesproken met enkele Amsterdammers — vooral met mensen die zich bezig houden met het Jiddisch. Het is fijn dat iemand zich over deze materie bezig buigt, want het Joodse geluid van Amsterdam is een onderwerp dat meer studie verdient dan de uitleg dat veel Amsterdamse woorden Jiddisch zijn. Maar het is jammer dat er nogal wat ontbreekt aan Raschigs artikel, dat het Joodse geluid dat ze laat horen nogal eenzijdig is, een beetje alsof iemand belooft dat ze klezmer gaat laten horen en dan alleen met een tamboerijn rammelt.

De minst belangrijke ommissie, maar wel een veelzeggende: geluidsvoorbeelden. Voor een artikel dat zo de nadruk legt op ‘geluid’ is het merkwaardig dat er helemaal geen geluidsvoorbeelden gegeven worden. Quotidian is een elektronisch tijdschrift, dus dat had best gekund, maar deze lofzang op de concrete auditieve ervaring blijft nu hangen in abstracte beschrijvingen.

Doneer!

Sargasso is een laagdrempelig platform waarop mensen kunnen publiceren, reageren en discussiëren, vanuit de overtuiging dat bloggers en lezers elkaar aanvullen en versterken. Sargasso heeft een progressieve signatuur, maar is niet dogmatisch. We zijn onbeschaamd intellectueel en kosmopolitisch, maar tegelijkertijd hopeloos genuanceerd. Dat betekent dat we de wereld vanuit een bepaald perspectief bezien, maar openstaan voor andere zienswijzen.

In de rijke historie van Sargasso – een van de oudste blogs van Nederland – vind je onder meer de introductie van het liveblog in Nederland, het munten van de term reaguurder, het op de kaart zetten van datajournalistiek, de strijd voor meer transparantie in het openbaar bestuur (getuige de vele Wob-procedures die Sargasso gevoerd heeft) en de jaarlijkse uitreiking van de Gouden Hockeystick voor de klimaatontkenner van het jaar.

Doe het veilig met NordVPN

Sargasso heeft privacy hoog in het vaandel staan. Nu we allemaal meer dingen online doen is een goede VPN-service belangrijk om je privacy te beschermen. Volgens techsite CNET is NordVPN de meest betrouwbare en veilige VPN-service. De app is makkelijk in gebruik en je kunt tot zes verbindingen tegelijk tot stand brengen. NordVPN kwam bij een speedtest als pijlsnel uit de bus en is dus ook geschikt als je wil gamen, Netflixen of downloaden.

Foto: copyright ok. Gecheckt 22-11-2022

Esperanto Translate

Het heeft precies 125 jaar geduurd, maar sinds gisteren is het Esperanto opgenomen in Google Translate, de populairste en grootste vertaalmachine op het internet. In 1887 publiceerde de Poolse oogarts Lejzer Zamenhof in eigen beheer een boekje Internationale taal waarin hij een korte grammatica van zijn taal gaf en een paar voorbeeldteksten en -vertalingen, waaronder een zakelijke brief en gedichten van Heinrich Heine en Zamenhof zelf.

De taal is misschien niet geworden wat Zamenhof zich ervan voorgesteld had – achterin zijn boekje zaten bonnen waarop je kon beloven de taal te leren als tien miljoen andere wereldburgers hetzelfde zouden doen en dat aantal is nauurlijk nooit gehaald. Zamenhofs idee was dat zoveel mogelijk mensen (in ieder geval in Europa en Amerika) de taal als tweede taal zouden leren: thuis en in eigen kring kon je je moedertaal gebruiken maar in het openbare internationale leven alleen een taal die eenvoudig was en neutraal, omdat ze voor niemand de moedertaal was.

Je kunt er lang over mijmeren waarom dat niet gelukt is, maar het is ook interessant om te filosoferen over de vraag waarom er 125 jaar na het verschijnen van dat enigszins flodderige boekje van een armlastige jonge joodse oogarts in Warschau nog steeds in ieder geval enkele duizenden mensen zijn die zijn taal spreken. Er verschijnen nog ieder jaar een paar romans en dichtbundels in de taal, er worden films in gemaakt (zoals deze Turkse film Senmova van vorig jaar of de cultfilm Incubus met William Shatner uit 1965), er zijn zelfs een paar moedertaalsprekers van de taal (zie bijvoorbeeld deze peuter op YouTube).

Foto: copyright ok. Gecheckt 11-03-2022

Levelen over cijfertjes

Niemand die zo goed het belang van taal begrijpt als de banken – of in ieder geval de reclamemakers voor banken. Om vertrouwen te wekken heeft die bedrijfstak de afgelopen twintig jaar bijna iedere vorm van Nederlands ingezet: van het met een donkerbruine stem uitgesproken model-Nederlands van de Van Lanschot-reclames via de (min of meer ironische) ballerige toon van de ABN Amro in de jaren negentig tot en met het licht Limburgse accent van de SNS Bank.

Het zijn allemaal manieren om te laten horen dat de mensen (‘de consumenten’ zoals de bankiers dat vast noemen) je vertrouwen kunnen omdat jij spreekt zoals zij: bedachtzaam of juist opgewonden, deftig of juist volks. De taal van de bankreclames is een goede thermometer voor het maatschappelijk klimaat: wie praat als een bankreclame is kennelijk betrouwbaar. In de jaren tachtig was dat de donkerbruine stem, in de jaren negentig de brallende bal. Wat vertellen de nieuwste reclames ons over de huidige tijd?

Op het eerste gezicht zou je denken: de dialectspreker. Deze week werd bekend dat de RegioBank radiospotjes heeft gemaakt in het Fries, Gronings, Drents, Twents, Achterhoeks, Limburgs, Brabants en Zeeuws (in West-Friesland, Salland en op de Veluwe zitten kennelijk niet genoeg klanten). Als ik het goed begrijp, zijn de spotjes bedoeld voor de regionale omroep — ik heb ze via internet niet kunnen terugvinden. Wanneer je dat leest, zie je meteen welke analyse er gemaakt is door de reclamejongens: de mensen (oh nee, de consumenten) hebben De Prooi gelezen en willen geen bankiers die zichzelf bonussen geven. Ze willen de eerlijke directeur van de dorpsbank terug, de man die gewoon Drents of Twents praat, ook al doe je dat zelf misschien niet meer.

Doneer voor ¡eXisto!, een boek over trans mannen in Colombia

Fotograaf Jasper Groen heeft jouw hulp nodig bij het maken van ¡eXisto! (“Ik besta!”). Voor dit project fotografeerde hij gedurende meerdere jaren Colombiaanse trans mannen en non-binaire personen. Deze twee groepen zijn veel minder zichtbaar dan trans vrouwen. Met dit boek wil hij hun bestaan onderstrepen.

De ruim dertig jongeren in ¡eXisto! kijken afwisselend trots, onzeker of strak in de camera. Het zijn indringende portretten die ook ontroeren. Naast de foto’s komen bovendien persoonlijke en vaak emotionele verhalen te staan, die door de jongeren zelf geschreven zijn. Zo wordt dit geen boek óver, maar mét en voor een belangrijk deel dóór trans personen.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Zijn wij ons brein (12)?

In de vorige aflevering van Marian Joëls zagen we dat stress een goed voorbeeld is van een fenomeen waarbij omgeving, ‘geest’ en lichaam nauw op elkaar betrokken zijn. Deze keer is hoogleraar Taalbeheersing Ted Sanders aan het woord. Bepaalt onze taal hoe we denken of andersom?

‘Als ik ’s avonds de fietsenstalling bij het station in mijn woonplaats uitfiets, kom ik langs een toonbank waarachter meestal een besnorde man van een jaar of 45 staat. Hij werkt daar. Als ik voorbij kom, zeg ik: “daaag” en hij antwoordt “daaag”. Zeg ik “tot ziens”, dan zegt hij ook “tot ziens” en zeg ik “fijne avond”, dan wenst hij mij ook een fijne avond. Ik ben dit quasi-experiment gaan uitvoeren omdat het me op was gevallen dat hij in het spitsuur tegen een voorbijtrekkende rij fietsers binnen 15 seconden vijf verschillende groeten achter elkaar produceerde: “daaag”, “groetjes”, “tot ziens”, “fijn weekend”, “houdoe” (u hebt nu een idee van de regio waar we ons bevinden).’

Papegaaien

‘Waarom doet die man dat? Imiteert hij simpelweg de mensen die hem aanspreken? En hoe bijzonder is het taalgebruik van deze man? Het antwoord op de laatste vraag is: dit is niet bijzonder. Zo doen taalgebruikers dat voortdurend, al wordt het verschijnsel in dit geval nogal op de spits gedreven omdat de man in een context verkeert waarin hij in zeer korte tijd op verschillende gesprekspartners reageert. In de taalwetenschap noemen we dit verschijnsel waarbij taalgebruikers voortdurend hun bijdrage optimaal proberen af te stemmen op de gesprekspartner: speaker alignment (Pickering & Garrod, 2006). Interessant is dat het niet alleen op lexicaal niveau speelt (woorden imiteren), maar bijvoorbeeld ook op grammaticaal en fonetisch niveau: in een gesprek gaan mensen dezelfde constructies gebruiken en hun gesprekstempo aanpassen aan hun gesprekspartner.’

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Gedachtelezen met de bandrecorder

Zouden we binnenkort inderdaad echt gedachten kunnen lezen, zoals sommige wetenschapsredacties de afgelopen week meldden? Of zou het op zijn minst hoop kunnen bieden aan locked-in-patiënten, zoals anderen berichtten? Dat zou prachtig zijn; eindeloos kun je dromen over wat dat zou kunnen beteken! Geen Twitter meer – je abonneert je rechtstreeks op je favoriete brein. Het onderzoek dat aanleiding was tot dat soort speculaties is een echte doorbraak. Maar de nieuwe techniek kan niet veel beter gedachtelezen dan een bandrecorder.

Het experiment waarover de Amerikaanse neurowetenschapper en Paisley en anderen deze week publiceerden, zat vernuftig in elkaar. Epileptici van wie de hersenen in verband met een operatie waren blootgelegd, kregen elektroden op hun temporale kwab – het deel van de hersenen waar taal wordt verwerkt. Vervolgens kregen ze een paar minuten lang woordenlijsten te horen. Het lukte de onderzoekers vervolgens om de hersenactiviteit die daarbij gemeten werd, weer om te zetten naar een geluidssignaal dat inderdaad begrepen kon worden.

Vroeg

Dat is allemaal heel indrukwekkend, maar gedachtelezen kun je het niet noemen. Althans, het gaat hier om het allerbuitenste schilletje van het denken – een schilletje dat wij mensen waarschijnlijk alleen gebruiken bij het luisteren en niet zozeer bij het zelf formuleren van gedachten.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

De meisje en ander Europees

Spreken we over honderd jaar in heel Europa dezelfde taal? Of dat dan toch in ieder geval in de steden (en gezien de leegloop van het platteland woont in 2112 waarschijnlijk bijna iedereen in de stad)? Wie boeken leest als het vorige week verschenen Ethnic styles of speaking in European Metropolitan Areas (John Benjamins, Amsterdam; redactie Friederike Kern en Margret Selting), zou weleens op dat idee kunnen komen.

In heel (Noord-)Europa ontstaan onder jongeren in de steden nieuwe ‘dialecten’ van het soort dat in Nederland wel ‘straattaal’ wordt genoemd. Die nieuwe talen hebben opvallend veel met elkaar gemeen.

Dat begint al met de namen. In Duitsland wordt het wel ‘Kiezdeutsch’ genoemd (Kiez is de naam van een stadswijk of in nog nauwkeuriger nederlands een hood), in Zweden Rinkeby-svenska, naar een wijk waar veel allochtonen wonen, en in Noorwegen kebab-norsk. Dat zijn allemaal namen die verwijzen naar gure straathoeken en jongeren die elkaar in de snackbar ontmoeten. Toch worden de nieuwe taalvormen lang niet alleen in de prachtwijken gebruikt, en zelfs niet alleen door allochtone jongeren.

Mein Schwester

De talen lijken niet alleen in naam op elkaar. Dat geldt ook voor de woorden: in heel Europa begrijpt iedereen onder de dertig wat de titel van de Zweedse film jalla jalla betekent.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Crisis in 1458

Arthur van Schendel twitterde al in 1906

Google kan wel inpakken. Gisterenavond kreeg ik een seintje dat er een nieuwe kleine zoekmachine voor het Nederlands online is, Kronos. Hij is nog in staat van ontwikkeling, ik heb hem nog nergens aangekondigd gezien, de interface is wat eenvoudiger dan die van andere zoekmachines. Maar hij biedt iets anders: historische diepte.

Je gebruikt Kronos om oude voorkomens van Nederlandse woorden te zoeken. Als basis gebruikt het systeem het Chronologisch Woordenboek dat Nicoline van der Sijs tien jaar geleden samenstelde en waarin ze van zeer veel Nederlandse woorden vermeldde wanneer ze voor het eerst werden opgetekend. Dat woordenboek is in Kronos uitgebreid met heel veel nieuwe bronnen — vooral oude teksten die te vinden zijn bij de Digitale Bibliotheek der Nederlandse Letteren of het al Project Laurens Jz. Coster. Je kunt daardoor ineens de woorden zien in de omgeving waarin ze echt gebruikt werden.

Soms worden Van der Sijs’ bevindingen ook nog eens sterk verbeterd. In 2002 kwam de eerste vindplaats voor crisis bijvoorbeeld nog uit 1763. Dankzij Kronos weten we nu dat Bartholomeus Engelsman het al in 1485 gebruikte (so en salmen die lopinge int begin niet stempen op dat crisis niet belet en wert).

Doneer!

Sargasso is een laagdrempelig platform waarop mensen kunnen publiceren, reageren en discussiëren, vanuit de overtuiging dat bloggers en lezers elkaar aanvullen en versterken. Sargasso heeft een progressieve signatuur, maar is niet dogmatisch. We zijn onbeschaamd intellectueel en kosmopolitisch, maar tegelijkertijd hopeloos genuanceerd. Dat betekent dat we de wereld vanuit een bepaald perspectief bezien, maar openstaan voor andere zienswijzen.

In de rijke historie van Sargasso – een van de oudste blogs van Nederland – vind je onder meer de introductie van het liveblog in Nederland, het munten van de term reaguurder, het op de kaart zetten van datajournalistiek, de strijd voor meer transparantie in het openbaar bestuur (getuige de vele Wob-procedures die Sargasso gevoerd heeft) en de jaarlijkse uitreiking van de Gouden Hockeystick voor de klimaatontkenner van het jaar.

Vorige Volgende