Esperanto Translate

Het heeft precies 125 jaar geduurd, maar sinds gisteren is het Esperanto opgenomen in Google Translate, de populairste en grootste vertaalmachine op het internet. In 1887 publiceerde de Poolse oogarts Lejzer Zamenhof in eigen beheer een boekje Internationale taal waarin hij een korte grammatica van zijn taal gaf en een paar voorbeeldteksten en -vertalingen, waaronder een zakelijke brief en gedichten van Heinrich Heine en Zamenhof zelf. De taal is misschien niet geworden wat Zamenhof zich ervan voorgesteld had – achterin zijn boekje zaten bonnen waarop je kon beloven de taal te leren als tien miljoen andere wereldburgers hetzelfde zouden doen en dat aantal is nauurlijk nooit gehaald. Zamenhofs idee was dat zoveel mogelijk mensen (in ieder geval in Europa en Amerika) de taal als tweede taal zouden leren: thuis en in eigen kring kon je je moedertaal gebruiken maar in het openbare internationale leven alleen een taal die eenvoudig was en neutraal, omdat ze voor niemand de moedertaal was. Je kunt er lang over mijmeren waarom dat niet gelukt is, maar het is ook interessant om te filosoferen over de vraag waarom er 125 jaar na het verschijnen van dat enigszins flodderige boekje van een armlastige jonge joodse oogarts in Warschau nog steeds in ieder geval enkele duizenden mensen zijn die zijn taal spreken.

Door: Foto: copyright ok. Gecheckt 22-11-2022
Foto: copyright ok. Gecheckt 11-03-2022

Levelen over cijfertjes

Niemand die zo goed het belang van taal begrijpt als de banken – of in ieder geval de reclamemakers voor banken. Om vertrouwen te wekken heeft die bedrijfstak de afgelopen twintig jaar bijna iedere vorm van Nederlands ingezet: van het met een donkerbruine stem uitgesproken model-Nederlands van de Van Lanschot-reclames via de (min of meer ironische) ballerige toon van de ABN Amro in de jaren negentig tot en met het licht Limburgse accent van de SNS Bank.

Het zijn allemaal manieren om te laten horen dat de mensen (‘de consumenten’ zoals de bankiers dat vast noemen) je vertrouwen kunnen omdat jij spreekt zoals zij: bedachtzaam of juist opgewonden, deftig of juist volks. De taal van de bankreclames is een goede thermometer voor het maatschappelijk klimaat: wie praat als een bankreclame is kennelijk betrouwbaar. In de jaren tachtig was dat de donkerbruine stem, in de jaren negentig de brallende bal. Wat vertellen de nieuwste reclames ons over de huidige tijd?

Op het eerste gezicht zou je denken: de dialectspreker. Deze week werd bekend dat de RegioBank radiospotjes heeft gemaakt in het Fries, Gronings, Drents, Twents, Achterhoeks, Limburgs, Brabants en Zeeuws (in West-Friesland, Salland en op de Veluwe zitten kennelijk niet genoeg klanten). Als ik het goed begrijp, zijn de spotjes bedoeld voor de regionale omroep — ik heb ze via internet niet kunnen terugvinden. Wanneer je dat leest, zie je meteen welke analyse er gemaakt is door de reclamejongens: de mensen (oh nee, de consumenten) hebben De Prooi gelezen en willen geen bankiers die zichzelf bonussen geven. Ze willen de eerlijke directeur van de dorpsbank terug, de man die gewoon Drents of Twents praat, ook al doe je dat zelf misschien niet meer.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Zijn wij ons brein (12)?

In de vorige aflevering van Marian Joëls zagen we dat stress een goed voorbeeld is van een fenomeen waarbij omgeving, ‘geest’ en lichaam nauw op elkaar betrokken zijn. Deze keer is hoogleraar Taalbeheersing Ted Sanders aan het woord. Bepaalt onze taal hoe we denken of andersom?

‘Als ik ’s avonds de fietsenstalling bij het station in mijn woonplaats uitfiets, kom ik langs een toonbank waarachter meestal een besnorde man van een jaar of 45 staat. Hij werkt daar. Als ik voorbij kom, zeg ik: “daaag” en hij antwoordt “daaag”. Zeg ik “tot ziens”, dan zegt hij ook “tot ziens” en zeg ik “fijne avond”, dan wenst hij mij ook een fijne avond. Ik ben dit quasi-experiment gaan uitvoeren omdat het me op was gevallen dat hij in het spitsuur tegen een voorbijtrekkende rij fietsers binnen 15 seconden vijf verschillende groeten achter elkaar produceerde: “daaag”, “groetjes”, “tot ziens”, “fijn weekend”, “houdoe” (u hebt nu een idee van de regio waar we ons bevinden).’

Papegaaien

‘Waarom doet die man dat? Imiteert hij simpelweg de mensen die hem aanspreken? En hoe bijzonder is het taalgebruik van deze man? Het antwoord op de laatste vraag is: dit is niet bijzonder. Zo doen taalgebruikers dat voortdurend, al wordt het verschijnsel in dit geval nogal op de spits gedreven omdat de man in een context verkeert waarin hij in zeer korte tijd op verschillende gesprekspartners reageert. In de taalwetenschap noemen we dit verschijnsel waarbij taalgebruikers voortdurend hun bijdrage optimaal proberen af te stemmen op de gesprekspartner: speaker alignment (Pickering & Garrod, 2006). Interessant is dat het niet alleen op lexicaal niveau speelt (woorden imiteren), maar bijvoorbeeld ook op grammaticaal en fonetisch niveau: in een gesprek gaan mensen dezelfde constructies gebruiken en hun gesprekstempo aanpassen aan hun gesprekspartner.’

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Gedachtelezen met de bandrecorder

Zouden we binnenkort inderdaad echt gedachten kunnen lezen, zoals sommige wetenschapsredacties de afgelopen week meldden? Of zou het op zijn minst hoop kunnen bieden aan locked-in-patiënten, zoals anderen berichtten? Dat zou prachtig zijn; eindeloos kun je dromen over wat dat zou kunnen beteken! Geen Twitter meer – je abonneert je rechtstreeks op je favoriete brein. Het onderzoek dat aanleiding was tot dat soort speculaties is een echte doorbraak. Maar de nieuwe techniek kan niet veel beter gedachtelezen dan een bandrecorder.

Het experiment waarover de Amerikaanse neurowetenschapper en Paisley en anderen deze week publiceerden, zat vernuftig in elkaar. Epileptici van wie de hersenen in verband met een operatie waren blootgelegd, kregen elektroden op hun temporale kwab – het deel van de hersenen waar taal wordt verwerkt. Vervolgens kregen ze een paar minuten lang woordenlijsten te horen. Het lukte de onderzoekers vervolgens om de hersenactiviteit die daarbij gemeten werd, weer om te zetten naar een geluidssignaal dat inderdaad begrepen kon worden.

Vroeg

Dat is allemaal heel indrukwekkend, maar gedachtelezen kun je het niet noemen. Althans, het gaat hier om het allerbuitenste schilletje van het denken – een schilletje dat wij mensen waarschijnlijk alleen gebruiken bij het luisteren en niet zozeer bij het zelf formuleren van gedachten.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

De meisje en ander Europees

Spreken we over honderd jaar in heel Europa dezelfde taal? Of dat dan toch in ieder geval in de steden (en gezien de leegloop van het platteland woont in 2112 waarschijnlijk bijna iedereen in de stad)? Wie boeken leest als het vorige week verschenen Ethnic styles of speaking in European Metropolitan Areas (John Benjamins, Amsterdam; redactie Friederike Kern en Margret Selting), zou weleens op dat idee kunnen komen.

In heel (Noord-)Europa ontstaan onder jongeren in de steden nieuwe ‘dialecten’ van het soort dat in Nederland wel ‘straattaal’ wordt genoemd. Die nieuwe talen hebben opvallend veel met elkaar gemeen.

Dat begint al met de namen. In Duitsland wordt het wel ‘Kiezdeutsch’ genoemd (Kiez is de naam van een stadswijk of in nog nauwkeuriger nederlands een hood), in Zweden Rinkeby-svenska, naar een wijk waar veel allochtonen wonen, en in Noorwegen kebab-norsk. Dat zijn allemaal namen die verwijzen naar gure straathoeken en jongeren die elkaar in de snackbar ontmoeten. Toch worden de nieuwe taalvormen lang niet alleen in de prachtwijken gebruikt, en zelfs niet alleen door allochtone jongeren.

Mein Schwester

De talen lijken niet alleen in naam op elkaar. Dat geldt ook voor de woorden: in heel Europa begrijpt iedereen onder de dertig wat de titel van de Zweedse film jalla jalla betekent.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Crisis in 1458

Arthur van Schendel twitterde al in 1906

Google kan wel inpakken. Gisterenavond kreeg ik een seintje dat er een nieuwe kleine zoekmachine voor het Nederlands online is, Kronos. Hij is nog in staat van ontwikkeling, ik heb hem nog nergens aangekondigd gezien, de interface is wat eenvoudiger dan die van andere zoekmachines. Maar hij biedt iets anders: historische diepte.

Je gebruikt Kronos om oude voorkomens van Nederlandse woorden te zoeken. Als basis gebruikt het systeem het Chronologisch Woordenboek dat Nicoline van der Sijs tien jaar geleden samenstelde en waarin ze van zeer veel Nederlandse woorden vermeldde wanneer ze voor het eerst werden opgetekend. Dat woordenboek is in Kronos uitgebreid met heel veel nieuwe bronnen — vooral oude teksten die te vinden zijn bij de Digitale Bibliotheek der Nederlandse Letteren of het al Project Laurens Jz. Coster. Je kunt daardoor ineens de woorden zien in de omgeving waarin ze echt gebruikt werden.

Soms worden Van der Sijs’ bevindingen ook nog eens sterk verbeterd. In 2002 kwam de eerste vindplaats voor crisis bijvoorbeeld nog uit 1763. Dankzij Kronos weten we nu dat Bartholomeus Engelsman het al in 1485 gebruikte (so en salmen die lopinge int begin niet stempen op dat crisis niet belet en wert).

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Foto: copyright ok. Gecheckt 07-11-2022

De mens is een wezen dat stamelt

NRC Handelsblad heeft een moeilijk te plaatsen nieuwe bijlage, met de wat moeizame titel Mens&. Hij verschijnt al een aantal weken, maar op de voorpagina vroeg de verantwoordelijk redacteur, Gijsbert van Es, zich gisterenavond ineens af waar Mens& nu precies over gaat. Wat is dat eigenlijk, een mens?

Van Es’ antwoord op zijn eigen vraag lijkt te zijn: een mens is een dier met taal, of beter gezegd: een dier met ’taal’, want Van Es schrijft dat woord consequent tussen aanhalingstekens. Ik weet niet waarom dat zo is, het wordt nergens duidelijk gemaakt. Je krijgt de indruk dat Van Es toch al graag niet iets duidelijk maakt: ‘Een begin van een antwoord probeer ik hiernaast op deze pagina te geven’, schrijft hij bijvoorbeeld. (Hij geeft geen antwoord, hij probeert zelfs geen antwoord te geven, hij probeert het begin van een antwoord te geven. En dat doet hij niet zomaar ‘hiernaast’, maar ‘hiernaast op deze pagina. Hij precisert het, omdat mensen anders misschien weleens op het tafelblad zouden kijken of het begin van het antwoord zich daar bevindt.)

De bijlageredacteur ontleent zijn eigen mensbeeld aan de Amerikaanse letterkundige Kenneth Burke en doet “een poging de kern te vatten” van diens gedachten. Die ‘poging’ wordt dan ondernomen met vreemde zinnen als:

Foto: copyright ok. Gecheckt 10-03-2022

Dromedarissen, kamelen en anglicismen

Effectief schrijven: Aristoteles dacht er al over na en onderscheidde drie zaken waarop je moest letten. Ze zijn nog altijd een makkelijke kapstok voor wie wil leren een overtuigend betoog te schrijven. Zo iemand moet

    • zijn verhaal logisch doen (de argumenten moeten de conclusie schragen);
    • persoonlijk geloofwaardig zijn (Sonja Bakker en Adriaan van Dis moeten niet verontwaardigd doen over plagiaat);
    • het zo brengen dat het publiek uit je hand eet.

    Dat laatste houdt bijvoorbeeld in dat je rekening houdt met emoties en verwachtingen die bij het publiek leven. Wie een ander wil overtuigen, doet er meestal niet verstandig aan hem te beledigen. Maar er zijn ook taalkundige verwachtingen die een effectieve schrijver respecteert, bijvoorbeeld bij de woordkeuze. Men mag best zeggen dat “hun” iets hebben gedaan, maar wie het opschrijft, zal een deel van zijn publiek kwijtraken, uit louter ergernis. Irritante, rare en ongebruikelijke woorden dienen, zoals Julius Caesar al opmerkte, te worden vermeden als klippen op zee. Je betoog kan erop stranden.

    In deze categorie vallen ook germanismen, gallicismen en anglicismen.

    Op zich is daar niets op tegen, en ik voor mij stoor me niet werkelijk aan “fraudebestendig paspoort”, “akkoord zijn met iemand” of “een punt hebben”. Dat verandert echter als een duidelijk woord wordt verruild voor een minder duidelijk woord. Dan introduceer je vaagpraat. De brokken puin die om de zon draaien, zijn kleine planeten en heten daarom “planetoïde“. Het anglicisme “asteroïde” suggereert dat ze op sterren lijken, is misleidend en kan daarom beter worden vermeden.
    Een ander voorbeeld ontleen ik aan dit interessante artikel van Mark van Assen over kamelen in Saoedi-Arabië. Het gaat echter om dieren die in het Nederlands worden aangeduid als dromedarissen. De oorzaak van het misverstand is dat de eenbulter in het Grieks met twee woorden werd aangeduid. Toen de Grieken ze in de zesde eeuw v.Chr. voor het eerst zagen, noemden ze de eenbulters dromas of dromedarios, “snelle loper”. Ze hoorden ook de naam die hun berijders eraan gaven, het Semitische gamallu (vgl. het huidige Arabische jamel), wat in het Grieks verbasterde tot kamelos. Eén beest met één bult, maar twee namen. Met de veldtochten van Alexander de Grote werd ook de tweebulter bekend, en Aristoteles – hij weer – introduceerde het onderscheid dat wij in het Nederlands ook kennen.

    Steun ons!

    De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

    Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

    Foto: copyright ok. Gecheckt 25-10-2022

    Leerlingen presteren goed op taal en rekenen

    Hoe goed of slecht doen leerlingen in Nederland als het gaat om de basisvaardigheden? Daarvoor grijpen beleidsmakers vaak naar PISA: een onderzoek dat vanaf 2000 steeds meer invloed heeft gekregen. Finland “ontdekte” ermee dat ze de beste onderwijsprestaties ter wereld behalen.

    PISA is een internationaal onderzoek naar de basisvaardigheden van 15-jarige leerlingen en wordt elke drie jaar onder toezicht van de OESO uitgevoerd. Uit het laatste PISA onderzoek (gepubliceerd in december 2010) blijkt dat de Nederlandse 15-jarigen internationaal bovengemiddeld goed scoren op lezen, wiskunde en natuurwetenschappelijke geletterdheid.

    Onderstaande grafiek laat zien dat 15-jarigen in Nederland hoog scoren op de basisvakken in vergelijking met andere landen. Wel is sprake van een achteruitgang in prestaties ten opzichte van 2003 en 2006: vooral bij wiskunde is dat het geval. Ook blijkt uit de cijfers dat met name het aandeel excellente leerlingen dat de hoogste scores haalt op wiskunde, tussen 2003 en 2009 gedaald is (van >25% tot onder de 20%). In Onderwijsgrafiek #70 besteedde ik daar al eens aandacht aan.

    Bron: Kerncijfers 2006-2010, OCW

    Leesvaardigheid: In 2009 staat Nederland tweede op de Europese ranglijst en scoort alleen Finland beter. Op de OESO ranglijst van 35 landen neemt Nederland de zevende plaats in, en op de ranglijst van alle 65 aan PISA deelnemende landen staat Nederland tiende. De gemiddelde score vertoont
    een lichte (niet significante) stijging ten opzichte van 2006, t.o.v. 2003 is er sprake van een lichte daling.

    Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

    Probeer dit maar eens te vertalen

    Mamihlapinatapai is Yagan, an indigenous language of Tierra del Fuego, an archipelago off the southernmost tip of the South American mainland, across the Strait of Magellan. The word is difficult to translate into English. Its meaning is ‘a wordless, yet meaningful look shared by two people with each wishing that the other will initiate something that they both desire but which neither one wants to start.’

    Another word is kyoikumama. It’s Japanese and means ‘a mother who relentlessly pushes her children toward academic achievement.’ Here are some words that are almost impossible to translate into English.

    Doneer!

    Sargasso is een laagdrempelig platform waarop mensen kunnen publiceren, reageren en discussiëren, vanuit de overtuiging dat bloggers en lezers elkaar aanvullen en versterken. Sargasso heeft een progressieve signatuur, maar is niet dogmatisch. We zijn onbeschaamd intellectueel en kosmopolitisch, maar tegelijkertijd hopeloos genuanceerd. Dat betekent dat we de wereld vanuit een bepaald perspectief bezien, maar openstaan voor andere zienswijzen.

    In de rijke historie van Sargasso – een van de oudste blogs van Nederland – vind je onder meer de introductie van het liveblog in Nederland, het munten van de term reaguurder, het op de kaart zetten van datajournalistiek, de strijd voor meer transparantie in het openbaar bestuur (getuige de vele Wob-procedures die Sargasso gevoerd heeft) en de jaarlijkse uitreiking van de Gouden Hockeystick voor de klimaatontkenner van het jaar.

    Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

    Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

    Vorige Volgende