Sociaal werker mag wel wat onaangepaster zijn

door Toby Witte Waar blijft de stem van de sociaal professional als het gaat om het gemeentelijk sociaal beleid? Is die stem er eigenlijk wel of wordt deze niet gehoord door wethouders en beleidsmakers? Sociaal werk heeft altijd van doen met het beleid en de politiek-bestuurlijke ambities van gemeenten. Alleen dit al is een reden voor sociaal professionals zich kritisch te verhouden tot het gemeentelijke beleid, want bij de kwaliteit van het sociaal werk gaat het zowel om uitvoering van beleid als om het kritisch en ethisch kunnen reflecteren op hoe beleidsintenties praktisch uitpakken. Denk bijvoorbeeld aan de te hooggespannen beleidsambities en verwachtingen die gemeenten hebben van hun sociale wijkteams. Dat vraag om een weerwoord vanuit de praktijk.

Foto: fotdmike (cc)

Sociaal werk is altijd politiserend

COLUMN - Het sociaal werk moet gepolitiseerd worden, maar dan is een “kritisch perspectief op het proces van depolitiseren dat zich in de afgelopen tientallen jaren heeft voorgedaan” wel nodig. Een betoog van Jeroen Boekhoven, in het dossier ‘politisering van het  sociaal werk’ op Sociale Vraagstukken.

Kleur herkennen betekent in dit geval inzicht in (de macht van) het depolitiserende vertoog, dat een enorme invloed heeft op manieren waarop politici, burgers en sociaal werkers tegen politieke standpunten en sociale interventies aankijken. Zicht op de dwingende kracht van dat vertoog is noodzakelijk om zicht te hebben op de politieke aspecten van sociaal werk.

Depolitisering begon, paradoxaal genoeg, in de politieke arena. Een van de vroegste en helderste voorbeelden van die trend kwam van Iron Lady Margaret Thatcher (1925-2013), aan het begin van de jaren tachtig. En in 2003 herhaalde haar partijgenoot David Cameron haar woorden: ‘There is no alternative’.

Daarmee gaven ze hun beleid een aura van vanzelfsprekendheid, en verborgen ze hun politieke ideaal over het verdelen van rechten en plichten (en lasten en lusten) onder burgers. Maar aan de basis van hun beleid stonden de sociaaleconomische, neoliberale perspectieven van Milton Friedman en zijn Chicago Boys, die vrije marktwerking als oplossing zagen voor maatschappelijke problemen.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

De professional vertrouwt op zijn ambachtelijkheid

Professionals in het sociaal werk laten zich steeds meer in een wetenschappelijk keurslijf stoppen. Dat ze dit laten gebeuren hangt samen met een gebrek aan professioneel zelfvertrouwen.  Sociale professionals vergeten dat ze als ambachtslieden ook moeten vertrouwen op hun gevoel, zegt gastredacteur en pedagogisch werkster Nathalie Grahame.

Om elk misverstand te voorkomen, ook ik vind dat de methodes en technieken van het sociaal werk wetenschappelijk onderbouwd moeten zijn. Alleen op die manier kan de professionaliteit van de beroepsuitoefening worden gewaarborgd en kan er zicht worden verkregen op het effect van gepleegde interventies. Waar het mij om gaat, is dat sociaal werk betrekking heeft op een wereld die niet of slechts ten dele maakbaar is.

Daarnaast wordt er aan het ‘verwetenschappelijkte’ sociaal werk regelmatig meer zekerheid toegeschreven dan gerechtvaardigd is. Te vaak wordt voorbijgegaan aan het feit dat hulpverlening uiteindelijk niet meer is dan een tussenkomst in een socialisatieproces. Een proces dat de hulpverlener, weliswaar zo goed en zo gefundeerd mogelijk, wil beïnvloeden, maar nooit volledig kan sturen. Deze sturing ligt per definitie buiten het bereik van de hulpverlener.

De angstige professional
Geregeld wordt aan de huidige professional gerefereerd als een angstige professional. Hij zou zich kritiekloos voegen naar de manager, de wetenschapper en de politicus en slechts doen wat hem gevraagd wordt.
Hij neemt geen initiatief en durft niet langer te vertrouwen op zijn inschattingsvermogen. Mijn ervaring is dat dit beeld vaak klopt. Ter illustratie wil ik mijn eigen beroepspraktijk aanhalen.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Van der Lans Ruimte II

In ‘Ontregelen. De Herovering van de werkvloer‘ en in zijn nieuwe boek ‘Eropaf! Het nieuwe begin van het sociale werk‘ beschrijft Van der Lans een nieuwe weg van het maatschappelijk werk. Eigenlijk is het een nieuwe agenda voor de hele publieke sector. Hij gebruikt een aantal ruimtelijke metaforen om deze nieuwe agenda te beschrijven. Deze laten echter wel de zwakke plekken in zijn betoog zien.

Van der Lans maakt gebruikt van een ruimtelijke metafoor om uit te leggen hoe het maatschappelijk werk is ontwikkeld. Ik heb al eerder over deze Van der Lans ruimte geschreven. Van het paternalistische erbovenop, via het empathisch ernaast naar het afstandelijke ervanaf. Het maatschappelijk werk moet nu terugkomen in de vorm van Eropaf! Het afstandelijke welzijnswerk van de jaren ’80 en ’90 moet worden vervangen door een veel actievere, betrokkenere vorm van het welzijnswerk zonder te vervallen in het softe ernaast of het paternalistische erbovenop. Als we de ruimtelijke metafoor eens uit tekenen zien we het probleem van Van der Lans’ betoog: Ernaast en erboven zijn eigenlijk twee verschillende varianten van Eropaf! Die allebei sterk verschillen van ervandaan. De vraag hoe we precies de balans gaan vinden tussen het paternalisme van erboven en de empathie van ernaast. Deze balans zoekt Van der Lans in Eropaf! maar een zekere ambiguiteit tussen vertrouwen in de kracht van mensen en juist achter de achter ingrijpen zit er wel in.

Van der Lans' Ruimte (Plaatje: Simon Otjes)