De Hoge Raad over de benoeming die niet doorging
Ter gelegenheid van de installatie van drie nieuwe vice-presidenten stak de president van de Hoge Raad, Corstens, een gloedvolle rede af over de betekenis van de rechtsstaat. De kwestbaarheid van de rechtsstaat en met name de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht liet zich makkelijk illustreren met de muilkorving van de rechterlijke macht, zoals die in Hongarije steeds openlijker plaatsvindt. Tegen die achtergrond deed Corstens ook even de luiken open over de recente commotie omtrent de afgeketste benoeming van mr. Aben in de Hoge Raad.
Aben kwam volgens de tot nog toe gebruikelijke procedures in aanmerking voor een benoeming, maar werd tijdens een besloten commissievergadering van de Tweede Kamer getorpedeerd door de PVV (mede mogelijk gemaakt door CDA en VVD). De Hoge Raad schrapte toen zelf de naam en niemand wist er iets van totdat Folkert Jensma de kwestie in de openbaarheid bracht. Corstens daarover:
Ook in de benoemingsprocedure voor raadsheren in de Hoge Raad die in de media de laatste tijd enige aandacht kreeg, komt het machtsevenwicht tot uitdrukking. De Hoge Raad is verantwoordelijk voor het opstellen van een aanbeveling van kandidaten, de Tweede Kamer is verantwoordelijk voor de voordracht en uiteindelijk is de regering de voor benoeming verantwoordelijke instantie. De aanbeveling van de Hoge Raad is uitsluitend gebaseerd op de inhoudelijke kwaliteiten en specialismen van de kandidaten en is afgestemd op de behoeften in dit verband van de Hoge Raad. Gelukkig wordt de aanbeveling meestal unaniem gevolgd door de Tweede Kamer en de regering. In het recente verleden liepen de hazen in dit verband soms anders. Dan rijst de vraag wat wijsheid is. In het ene geval kan de tegenwind overwonnen worden, dan is het goed standvastig te zijn. Maar, om een op deze stormachtige januaridag passende metafoor te gebruiken: welbewust het oog van een orkaan instappen in de aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid dat de kandidaat daaruit ernstig beschadigd van de radar zal worden weggeslingerd zou niet van wijsheid getuigen. Het te verwachten resultaat en de te verwachten schade aan de institutie zijn ook belangrijke elementen bij deze afweging.