Gedoogbeleid verder in verdrukking
Vorige week verklaarde de rechter de mega- coffeeshop Checkpoint in Terneuzen tot een criminele organisatie en veroordeelde de eigenaar tot 14 weken cel en het betalen van 10 miljoen euro, die hij volgens de rechter met de illegale praktijken had verdiend.
Strikt gesproken heeft de rechter gelijk. De shop had slechts toestemming om 500 gram ‘handelsvoorraad’ tegelijkertijd in huis te hebben (goed voor ongeveer duizend joints), maar zat daar een factortje 20 overheen. Er kwamen dagelijks meer dan duizend klanten.
In de praktijk zit de Nederlandse coffeeshop nu echter ingeklemd tussen twee vuren. Het oorspronkelijke idee van het gedogen was, volgens de Adviescommissie Drugsbeleid: “een kleinschalige voorziening voor lokale behoeften“. Kleine coffeeshops dus, en geen grote.
Tegelijkertijd maken gemeenten het steeds moeilijker voor coffeeshops om zich te vestigen. De afgelopen 15 jaar is het aantal coffeeshops ruim gehalveerd. Het gaat er bij mij niet in dat gedurende die tijd de vraag ook gehalveerd is. De klanten worden daardoor geconcentreerd bij minder shops, en zo creëren de gemeenten vanzelf grotere coffeeshops die vervolgens makkelijk over de zojuist getrokken ‘georganiseerde criminaliteits’-grens gaan. Waarna deze, met de huidige uitspraak in de hand, kunnen worden aangepakt.
Zo wordt er een situatie gecreëerd waar er uiteindelijk niet voldoende aanbod zal zijn in de gedoogde en semi-gecontroleerde markt, waardoor de handel zich verder het illegale circuit in zal verplaatsen. Mogelijke consequenties zijn dat coffeeshops gedegradeerd worden tot tussenhandelaren, het drugsgerelateerde geweld zal toenemen, en dat we alle greep verliezen op de handel van deze drugs.