GeenCommentaar heeft ruimte voor gastloggers. Dit keer is dat Verbal Jam, die het onderstaande stuk aanbood via de mail.
Eigenlijk zit ik me behoorlijk te ergeren aan de huidige hetze van rechts tegen de milieubeweging. Eerst werd Wijnand Duyvendak gretig aangepakt op zijn actieverleden en afgeschilderd als ’terrorist’, nu springt de NRC minister Cramer weer in de nek omdat ze zogenaamd een advertentie zou hebben ondertekend ter bescherming van het actieblad ‘Bluf’.
Wat in de jaren zeventig en tachtig doorging voor ludieke actie of op z’n ergst voor ‘harde actie’, wordt in het huidige tijdsgewricht al snel in de hoek gezet van ’terrorisme’. De huichelachtigheid bloeit weer als nooit tevoren.
Vergeten wordt dat veel van die acties een reactie waren op eveneens niet al te frisse praktijken vanaf de rechter flank van het politieke spectrum. Bijna alle acties vanuit de milieubeweging waren ingegeven door idealisme, door zorg over de natuur en de volksgezondheid, die achteloos werden opgeofferd aan het economisch gewin.
Dankzij de actievoerders van weleer is de politiek beter gaan nadenken
De inbraak destijds op het ministerie van Economische Zaken waar Wijnand Duyvendak bij betrokken zou zijn, was natuurlijk volgens de wet een misdrijf en daarom in strikt juridische zin niet goed te praten.
Maar in moreel opzicht was die inbraak misschien toch wel verdedigbaar. Want op dat ministerie lagen geheime plannen voor het bouwen van een kerncentrale bij de Moerdijk, terwijl het grootste deel van de Nederlandse bevolking tegen kernenergie was. Dries van Agt (CDA), destijds commissaris van de koningin in Brabant, voerde stiekem overleg met het ministerie over de vestiging van die kerncentrale. Provinciale Staten wisten van niets. Minister Gijs van Ardenne en Dries van Agt kregen politieke problemen toen dit allemaal uitkwam, maar kwamen er uiteindelijk mee weg.
Zonder de inbraak was die Moerdijkcentrale er dus misschien wel gekomen, doorgedrukt door een paar regenten en tegen de wil van de bevolking in. Maar zóiets is natuurlijk géén misdrijf, hooguit een ‘politieke doodzonde’ die vervolgens met de mantel der liefde wordt bedekt.