‘Omdat de islamisering moet worden gestopt: Turkije mag nooit lid worden van de Europese Unie,’ stelt de PVV. Je kan veel kritiek uiten op een mogelijke toetreding van Turkije tot de EU, maar de islam noemen is dan wel een heel zwak punt. Noem bijvoorbeeld de corruptie en de schending van de mensenrechten door de Turkse overheid in de gevangenissen. Maar ook bepaalde landen die al EU-lid zijn, hebben evenmin een gezonde en rechtvaardige samenleving. Het verdeelde Italië, onder aanvoering van Silvio Berlusconi, moet eens kritisch worden bekeken door EU-bondgenoten. Berlusconi is een grootmeester in poses, quotes en een glimlach, maar achter de façade gaat het ernstig mis.
Staketsels en geraamtes
We kennen Italië als een prachtig vakantiegebied, een historische cultuurschat met een rijke keuken en een zangerige, amoreuze taal. Maar de verfijnde modeshows in het noordelijke Milaan zijn letterlijk en figuurlijk mijlenver verwijderd van het vergeten zuiden, dat in de luwte afglijdt naar de status van een armoedig ontwikkelingsgebied. Wie wel eens in West-Sicilië resideert, ziet het met eigen ogen. Hoezeer het land me aan het hart ligt, steden als Menfi zien er armoedig en verwaarloosd uit, in het landschap afgewisseld met staketsels en geraamtes van nooit volbrachte gebouwen. Een teken dat de maffia, een Godfather-variant van de Taliban, welig tiert. De cijfers van jongerenwerkloosheid en weinig kansen voor een progressieve carrière zijn net als in Griekenland verontrustend. En Berlusconi misleidt: hij werpt zich op als de hoop van de jongeren uit het zuiden, maar de resultaten lijken tot dusver nogal mager. Natuurlijk is dat een Europese trend, maar volgens de Italiaanse leider is dat uiteraard te danken aan het prutswerk van zijn linkse voorganger Romano Prodi.
Beschieten
Bizar was de ‘smoes’ van Berlusconi om in september 2008 Moammar Gaddhafi van Libië ‘compensatie’ te betalen voor de bezetting door Italië in de beginjaren van de vorige eeuw. Een onderdeel van die campagne gaat absoluut te ver: legervaartuigen voeren langs de Libische kustlijn om bootvluchtelingen tegen te houden, en soms zelfs te beschieten. In de havenstad Porto Palo, niet ver van het eerder beschreven Menfi, komen nog regelmatig vluchtelingen aan die bepaald niet zachtzinnig behandeld worden door de Italiaanse regering. In 1996 zonk er een boot met vluchtelingen. Pas 11 jaar later was het premier Romano Prodi die toestemming gaf om het wrak eens te zoeken. Volgens PICUM, het Platform International Cooperation on Undocumented Migrants, hebben de autoriteiten het ongeluk, waarbij honderden mensen omkwamen, jarenlang genegeerd.