De woensdagmiddag is op GeenCommentaar Wondere Woensdagmiddag. Met extra aandacht voor de nieuwste ontwikkelingen in Wetenschap- en Techniekland.
Als je denkt aan wat iemand anders denkt en die iemand anders lijkt op je, dan denk je eigenlijk aan wat je zelf zou denken. Lijkt die persoon niet op je, dan denk je op een andere manier.
Dat is wat Adrianna Jenkins en haar collega’s van de faculteit psychologie van Harvard en de Universiteit van Aberdeen schrijven in een artikel in de PNAS van 18 maart.
Het onderzoek is gebaseerd op het gegeven dat als je aan iets denkt een bepaald deel van de hersenen oplicht, maar als je daarna aan hetzelfde denkt, de neuronale activiteit in dat gebied juist lager is. Dit effect heet ‘repetitie supressie’. In het enige figuur dat het artikel telt is dit duidelijk te zien: de meeste linkse, grijze kolom laat bij proefpersonen die eenmalig een vraag over zichzelf kregen de activiteit zien in de ventromediale pre-frontale cortex (vMPFC), een hersengebied waarvan bekend is dat het een rol speelt bij introspectie. De blauwe kolom rechts daarvan laat zien dat de activiteit in het gebied bij het voor de tweede maal beantwoorden van dezelfde vraag (‘identical’) over zichzelf (‘self-after-self’) inderdaad lager is.
De proefpersonen, typische linksige Harvard-studenten, kregen profielen van twee fictieve personen te lezen: een andere linksige Harvard-student en een Republikeinse fundamentalistische student uit het Middenwesten. De proefpersonen werd eerst gevraagd wat ze dachten dat elk van deze personen over iets dacht, waarbij zorg werd gedragen dat de vragen juist helemaal niet politiek waren: “Houdt deze persoon van champignons op zijn pizza?” of “Vindt deze persoon kruiswoordpuzzels leuk?”